De WATERSCHANS NR. 1 2003
souden comen metter woene ende
hier bliven drie jaer gedurende,..'.14
Blijkbaar wil hij zijn bedrijf opbou
wen door 4 meesters aan te trek
ken. Elke meester (of atelier) houdt
dan 3 legwerkgetouwen (dit zijn
weefgetouwen om tapijt op te we
ven), waarbij op elk getouw 3
knechten werken. Een korte reken
som maakt dan duidelijk dat hij
spreekt over 40 man, die te Bergen
op Zoom moeten komen wonen
en zich moeten vastleggen voor
tenminste 3 jaar. Willem wil echter
alleen deze financiële steun ont
vangen zodra de meesters zich ook
daadwerkelijk te Bergen op Zoom
hebben gevestigd.15 Het stadsbe
stuur is Willem Lemmens voor een
groot deel tegemoet gekomen.76
Dat blijkt uit diverse gegevens,
waaronder de namen van een aan
tal van zijn werknemers. Zo moet
legwerker Gheert Molten, ook wel
Gheertsone genoemd, nog een
schuld aflossen van de somme van
22 Rijnsgulden ende 5 shivers met
legwerke, betalende ende afcortende
aen elke 20 ellen thien stuvers donec
etc17 Al werkend betaalt
Gheert dus zijn schuld af aan Wil
lem. Hierbij betaalt hij per 20 ge
weven vierkante ellen tapisserie
tien stuivers af. Dit betekent dat hij
dus in totaal zo'n 890 vierkante el
len tapisserie zal moeten weven
om zijn schuld aan Willem af te
lossen. Gheert Molten is echter
niet de enige die door middel van
werken zijn schulden af lost. Zo
werkt ook Mathijs Craets voor Wil
lem Lemmens, 'ter tijt toe hij den
selven Willem betaelt sal hebben 5
Rijnsgulden ende 6 stuvers, toeco-
mende van laken ende gheleenden
ghelde'.18 En zowel Govaert Rijsse-
lere19 als Mathijs van Assche20 uit
Diest betalen ook hun schulden af
door middel van arbeid. Dat het
hier niet alleen om knechten gaat,
maar ook om meesters, blijkt uit
het feit dat Mathijs van Assche
zweert met zes getouwen voor een
periode van in ieder geval drie jaar
te blijven werken. Hierbij leidt hij
12 knechten en belooft hij eventu
ele vacatures direct aan te vullen.
En ook Govaert Nijs belooft in
1507 zijn schuld af te betalen.21
Het lijkt erop dat Willem Lem
mens in Bergen op Zoom dus een
bloeiend bedrijf heeft opgebouwd
sinds 1503. Zijn komst naar Bergen
op Zoom heeft voor een sterke op
leving van deze nijverheid gezorgd.
Hij is bovendien een zeer welva
rend en gerespecteerd man ge
weest. Dit laatste blijkt niet alleen
uit de vele mensen die een schuld
bij hem hebben gehad, ook uit het
feit dat hij in 1510 een reis naar het
Heilige Graf in Jeruzalem maakte
valt zijn welvaren af te leiden.22
Willem Lemmens wordt in de ja
ren erna nog regelmatig genoemd
als zaakwaarnemer of arbiter bij ge
schillen, bijvoorbeeld bij een ge
schil tussen Thomas Lucass uit
Londen en Mathijs Henricxss uit
Bergen op Zoom.23 Ook het feit
dat zijn zoon heeft gestudeerd aan
de universiteit van Leuven24, geeft
hier blijk van. Na 1523 wordt he
laas verder niets meer over Willem
Lemmens in de archieven verno
men.
Een ander opvallend voorbeeld
van tapisserie in verband met Ber
gen op Zoom is de huur van tapis
serie uit Antwerpen. Dit kan in de
stadsrekeningen worden terugge
vonden vanaf 150525. De tapisserie
werd gebruikt voor de aankleding
van de wagens voor de jaarlijkse
processiedag van het Heilige Kruis,
op de zondag na de derde Mei.
Frans Ballinck uit Antwerpen
wordt genoemd als verhuurder van
tapisserie aan de stad Bergen op
Zoom tot aan 1518.26 ende
van tapicerie ghehuert jeghen Frans
Ballinck van antwerpen, die men in
de processie gebesicht heeft,
',27 Daarna lijkt het of zijn
zoon in ieder geval in 1521 deze
taak overgenomen heeft, dan Bal
linck van Antwerpen van zeker tapijs-
serien opten processiedacli gebesicht
aen de wagenen daer de maechden
ende andere op saten, nae ouder
costuijmen betaelt 'ft8 In
1526 wordt weer een ander per
soon genoemd, zij het dat de stad
Bergen op Zoom wel bij dezelfde
Antwerpse tapissiersfamilie Bal
linck blijft huren.Joris Ballinck van
zekere tapiscerien gebesicht opte
wagliens van der processien dare de
maechden op zaten 'ft9 In
1546 wordt nog steeds gebruik ge
maakt van de tapisserie van deze
familie. Betaelt den zoene van Joris
Ballinck van die tapeten te hangen
opte wagens ',30
Echter, in 1554 stopt de stad Ber
gen op Zoom met de huur van ta
pisserie bij de Antwerpse familie
Ballinck In plaats van 25 stuivers
in 1546, betaalt het stadsbestuur in
1554 nog maar 21 stuivers, aan een
zekere Guellis: 'Betaelt Guellis, de
tapijschier, van dat hij tappijt gedaen
heeft om den ommeganck waeghe-
nen daer mede te behangene,
',31 Ook het jaar erop is dit
het geval. Aan Gilles, tapissier, van
het behangen van den ommeganck-
waghens met tapisserije cleederen
naer oude usancien voer sijn arbeit
ende loon als in vorgaende reke-
ninge, betaelt'ft2 Een aantal
jaren later huurt het stadsbestuur
voor hetzelfde bedrag weer tapisse
rie, maar ditmaal bij een zekere Pij
ter. Pijter den tapechijer van het be
hangen van den ommeganck wag-
hens met tapesserije cleeren,
'ft3 In 1560 wordt weer ta
pisserie bij deze 'Pijeter gehuurd.
De betaalde huur is echter een
stuk hoger, aangezien de tapisserie
in de regen gehangen heeft. Dat is
voor een wollen product zoals ta
pisserie niet echt bevorderlijk en
het stadsbestuur houdt daar dan
ook rekening mee. 'Pijeter de tapis
sier van het behangen van den om
meganck wagens metten tapijt clee
deren, na ouder usantsije voer zijnen
arbeijt ende loon, als in andere voer-
gaende rekeninghe ende want het
zeer regende, betaelt34 Dit
is tevens de laatste vermelding van
de huur van tapisserie in de stads
rekeningen.
Op het eerste gezicht is er niet veel
opmerkelijks te vinden in deze
gang van zaken. Het stadsbestuur
huurde tapisserie uit Antwerpen,
naar alle waarschijnlijkheid omdat
er te Bergen op Zoom niet de ver
eiste hoeveelheid of afmeting aan
tapisserie aanwezig was. Opvallend
is wel dat er gestopt is met het hu
ren bij de familie Ballinck, on
danks de goede ervaringen die het
stadsbestuur met deze familie had.
Het lijkt er op dat dit om finan
ciële redenen gebeurd is, omdat
'Guellis de tapijschier 4 stuivers
goedkoper was. Naar mijn inzicht
speelt er nog een factor mee. Op
27 april 1536 namelijk heeft tapis
sier Gielis de Baiyckere, poorter
van de stad Bergen op Zoom, een
getuigschrift laten noteren. Hierin
verklaart hij dat Peter Janszoon van
Bommele gedurende drie jaar bij
hem in de kost en de leer is ge
weest. 'Ten ernstigen versuecke ende
ven'olge van Peter, wattich zoen Jane
van Bommele. Gielis de Bruijckere,
tapechier, onse ingesteen poirter.be
kende dat hij in de stadt alhier ge-
leert heeft den voirscreven Peter
1 8
De Waterschans nr. 1 2003
d'ambacht van tapecherien ende dat
deselven peter bij hem gewont heeft
den tijt van drie jaeren...'.35 Peter
heeft zijn leertijd goed doorlopen.
Gielis en Peter zijn dan ook op een
zeer goede wijze uiteen gegaan.36
Het is zeer waarschijnlijk, dat de
eerder genoemde Guellis uit de
stadsrekeningen dezelfde persoon
is als deze Gielis de Bruyckere en
dat de genoemde Pijter dan de
zelfde persoon is als deze Peter
Janszoon van Bommele. Indien het
Bergse stadsbestuur namelijk voor
een lager bedrag tapisserie zou
kunnen huren, en dan ook nog
eens bij poorters uit de eigen stad,
zouden zij dit naar mijn inzicht ze
ker niet nalaten. Al was het alleen
maar omdat de hele huurovereen
komst gemakkelijker te regelen is,
doordat men geen rekening meer
hoeft te houden met de fysieke af
stand tussen Antwerpen en Bergen
op Zoom.
Tapissiers waren bij het gilde van
de linnenwevers aangesloten. Het
eerste bewijs hiervoor is te vinden
in een keur uit 1479.37 Een uitge
breidere keur van 7 februari 1496
omschrijft de reglementen die op
dat moment geldend zijn voor le
den van dit gilde.38 Tevens wordt in
deze keur een aantal keren speci
fiek verwezen naar het weven van
tapijt.39 Zo mogen personen,
woonachtig binnen de Heerlijk
heid Bergen op Zoom, geen linnen
of tapijt (laten) weven buiten deze
Heerlijkheid.40 Het stadsbestuur en
het gilde van de linnenwevers zijn,
zo blijkt, zeer protectionistisch in
gesteld. Ook behoort de kwaliteit
van de geweven tapisserie hoog te
zijn. Alleen schaapswol mag erin
verwerkt worden.41
In 1525 wordt een verzoek gedaan
aan de deken en gezworenen tot
wijziging van de dan geldende
keur. De wevers verzoeken om te
mogen werken vanaf zonsopgang
tot negen uur 's avonds, tot aan het
luiden van de klok42 Dit wordt
hen toegestaan.43 Bijzonder is dat
na deze en enkele andere bepalin
gen een uitzondering volgt voor
wevers van bepaalde specifieke
producten. Deze mogen namelijk
naar eigen inzicht met zoveel weef
getouwen weven als zij wensen, het
hele jaar door. '...blijvende de tijck-
wevers, damastwevers, ende dierge
lijke in liaer geheel om sulcken
werck met soo veele getouwen te mo
gen wercken, boven de voors. drije
lijnwaet getouwen als liaer goetdunc-
ken, ende believen sal...'.44 Ge
noemd worden tijkwevers en da
mastwevers, maar ook wevers van
'diergelijke' producten vallen onder
deze bepaling. Het is dan ook zeer
waarschijnlijk dat tapisseriewevers
ook onder deze bepaling vallen.
Dit omdat tapisserie, net als da
mast en tijk een zeer specifiek pro
duct is, dat onder het algemene en
overkoepelende gilde van de lin
nenwevers valt. Er kan dan ook
aangenomen worden, dat naar de
specifieke producten damast, tijk
en tapisserie een behoorlijke vraag
bestond
Voor ik nu verder ga is het van be
lang, dat ik het beroep drapenier
nader verklaar, aangezien dit be
roep vanaf 1595 veelvuldig voor
komt in Bergen op Zoom en vol
gens mij veel te maken heeft met
de tapisserienijverheid Koit gezegd
is een drapenier een lakenkoop
man, maar dit is niet echt een vol
ledige omschrijving. De drapenier
is diegene die de benodigde wol of
vlas voor de lakennijverheid in
koopt. Tevens regelt hij het verwer
ken van de wol of het vlas tot re
spectievelijk wollen of linnen la
kens. Dit kan hij laten doen door
arbeidskrachten uit de verschil
lende ambachten, die bij het pro
duceren van laken nodig zijn, of zij
nu wel of niet in een gilde verte
genwoordigd zijn.
Zo zijn er de ververs, die de wol of
het vlas in de gewenste kleur ver
ven, en de kammers, die de wol of
het vlas sorteren op fijnheid. Ook
zijn er de spinsters en de wevers. Zij
produceren laken, alhoewel blijkt
uit de hierboven geschreven tekst
dat ook tapisserie, damast en tijk
mogelijke producten kunnen zijn.
Vervolgens zorgt de volder ervoor
dat oneffenheden in het weefsel
worden verwijderd. En de ramer
zorgt er tenslotte voor dat het laken
wordt gerekt. Deze arbeiders wer
ken in opdracht voor de drapenier
niet in een werkplaats onder leiding
van den drapenier, doch als huisnij
verheid'.45 Oftewel, deze arbeiders
zijn gespecialiseerd in een bepaald
deelproces van de lakenproductie.
Zij werken thuis in opdracht en zijn
in zekere mate afhankelijk van de
drapenier. Maar een drapenier kan
ook zelf de wol of het vlas bewer
ken. Vaak wordt een drapenier na
melijk in de archieven ook (woi-
len)lakenwever genoemd. Nog iets
onduidelijker wordt de omschrij
ving van het woord drapenier, als
blijkt dat de hierboven beschreven
verschillende ambachten niet ge
heel gescheiden zijn geweest.
Naast de arbeiders die in opdracht
voor de drapenier werken, zijn er
ook leden van de verschillende
ambachten die zelfstandig hun be
roep uitoefenen, dus niet in op
dracht. Een voorbeeld hiervan zijn
de wevers. 'Enkele van dezer am
bachten is het op bepaalde voor
waarden ook toegestaan laken te be
reidenWerkt de wever alleen
voor de drapenier, dan mag hij
slechts één getouw zetten, wil hij ech
ter zelf tevens ondernemer zijn, dan
staat hem vrij meerdere getouwen te
exploiteren'.46 Maar net als de we
vers mogen bijvoorbeeld ook de
ververs een breder ondernemer
schap uitoefenen. 'Bovendien hoe
ven zij (de ververs) zich niet te be
perken tot verven alleen, zij mogen
ook drapenier zijn, d.w.z. het volle
dige lakenbedrijf uitoefenen'.41 Een
drapenier kan bijvoorbeeld ook ge
makkelijk een wever of verver zijn
en zelf zijn wol of vlas tot laken be
werken. De drapenier is dus 'de on
dernemer, den man, die financieel
krachtig genoeg is om de noodige
wol in te koopen en te (doen) verwer
ken48 Tevens verkoopt hij de eind
producten. En één van die eind
producten kan dus tapisserie zijn.
Vanaf circa 1550 kan geen speci
fieke vermelding meer gevonden
worden van tapissiers in de archie
ven van Bergen op Zoom. Het is
echter zeer onwaarschijnlijk dat de
tapisserienijverheid in Bergen op
Zoom van de een op de andere
dag verdwenen is. Daarom neem ik
aan dat het product tapisserie
vanaf dat jaartal gemaakt wordt
door (wol)wevers of drapeniers. Dit
echter als minder belangrijk pro
duct naast het hoofdproduct laken.
Dat is dan ook de reden waarom
de nadruk in de volgende tekst
meer zal liggen op de drapeniers te
Bergen op Zoom. Onder de laken
nijverheid heeft immers ook de ta
pisserienijverheid behoord.
Aan het einde van de 16e eeuw is
sprake van een kleine opleving in
de lakennijverheid, en waarschijn
lijk ook in de tapisserienijverheid.
Op 19 augustus 1595 wordt bij de
raad te Bergen op Zoom een ver
zoekschrift ingediend.49 Zeven
1 9