De Waterschans nr. l 2003 De Waterschans nr. 1 2003 Alb. 3. Merken op de onderrand van de zilveren kandelaars (zie ajb. 1): ruit in schild (meesterteken Guilliam Domis D, trembleersteek, wapen Breda (stadskeur), B (jaarletter 1665). versmid. Guilliam Domis I stierf in 1689 en werd begraven in de Grote Kerk te Breda.6 Domis vervaardigde de kandelaars in 1665, drie jaar na zijn terugkeer in Breda. Hij voerde ze uit in de florale stijl van die periode. De kandelaars hebben een brede, ronde en enigszins bolle voet, fraai versierd met drijf- en graveerwerk van takken en bloemen. De voet verjongt zich tot een in aanzet gladde stam, waarboven zich een ronde knop met gegraveerd blad bevindt. Daarboven begint de ge tordeerde kolomstam, waarlangs zich een gegraveerde wijnrank met druiven omhoog slingert. De kan delaars worden aan de bovenzijde bekroond door een ronde vetvan- ger met brede rand. Op de onder rand van de voet zijn respectieve lijk het meesterteken van Guilliam Domis I, de stadskeur van Breda, de jaarletter B (=1665) en een trem bleersteek7 aangebracht. Kandelaars van dit type waren in de tweede helft van de zeventiende eeuw zeer in trek en staan ook af gebeeld op schilderijen uit deze periode. Buiten de Bredase exem plaren zijn er nog slechts acht ver gelijkbare Noord-Nederlandse (in het Noorden van de Republiek ver vaardigde) kandelaars bekend.8 In de kerk van het Bredase begijnhof bevinden zich drie soortgelijke stel len van Antwerpse makelij; er is ge suggereerd dat deze de Bredase zil versmid als voorbeeld gediend kunnen hebben.9 Het ligt echter voor de hand dat Domis het model al kende vanuit zijn leertijd in Ant werpen, enkele jaren tevoren. De eerste eigenaars Wat deze kandelaars nog meer bij zonder maakt, is het gegeven dat hun herkomst en gebruikstraject grotendeels bekend zijn. De in Breda vervaardigde kandelaars blij ken tot circa 1690 in het bezit te zijn geweest van twee adellijke da mes uit Bergen op Zoom, jonk vrouw Charlotte Bax en haar doch ter Judith, telgen van een roem rucht Brabants adellijk geslacht. Charlotte was de dochter van Mar- celis Bax, een vooraanstaand leger aanvoerder, die samen met zijn broer Paulus Bax in de eerste de cennia van de Tachtigjarige Oorlog grote faam verwierf als comman dant van de Staatse ruiterij. De gebroeders Bax (ook: Bacx, Bakx) waren afkomstig uit 's-Herto- genbosch, waar hun vader als rent meester van de hertogelijke beden en imposten10 in de Meierij een in vloedrijke positie bekleedde. Tij dens de Opstand bleef de vader trouw aan het katholieke geloof en aan de wettige landsheer, Filips II. De zoons daarentegen werden lid van het calvinistische schermers- gilde in hun woonplaats en kwa men uiteindelijk in verzet tegen de landsheer. Na de mislukking van het befaamde Schermersoproer in juli 1579 moesten ze 's-Hertogen- bosch ontvluchten. Ze gingen in het leger en groeiden uit tot voor aanstaande legeraanvoerders. Uit eindelijk werd Bergen op Zoom hun thuisbasis. Paulus was van 1592 tot 1606 gouverneur van de Scheldestad; in deze jaren vervulde Marcelis de functies van kolonel en commissaris-generaal van de cavalerie. Na het overlijden van Paulus in 1606 volgde Marcelis zijn broer op als gouverneur van Ber gen op Zoom.11 De gebroeders Bax zouden zich in de loop der jaren omringen met tientallen veelbelovende, veelal adellijke jonge militairen, die on der hun leiding uitgroeiden tot zelfbewuste bevelhebbers. Volgens een tijdgenoot maakten Paulus en Marcelis Bax hun huis tot een aca demie voor jonge officieren. De beide broers waren sinds 1591 de eigenaar van het zogenoemde Hooghuis, gelegen naast de Sint- Maartenskapel op de hoek van de Wouwsestraat in Bergen op Zoom. Aanvankelijk woonde Paulus er met zijn gezin: toen die in 1606 stierf, nam Marcelis er zijn intrek. In de loop van de eeuw zou het de finitief de woning van de Bergse gouverneur worden; nog steeds wordt het hier staande gebouw aangeduid als 'Het Gouverne ment'.12 In 1607, een jaar nadat hij zijn overleden broer als gouverneur was opgevolgd, huwde Marcelis Bax de uit Utrecht afkomstige Anna Maria Berck. Zij was de dochter van een grootgrondbezitter en paardenhan delaar. Het echtpaar kreeg vijf kin deren, vier dochters en een zoon. Dochter Roguina Charlotte, gebo ren in februari 1616, was de jong ste. Zij heeft haar vader nooit echt gekend, want Marcelis Bax over leed een jaar na haar geboorte. Zijn weduwe hertrouwde in 1619 met een van Marcelis' protégés, kapi tein Willem de Levin, gezegd Fa- mars. Hij zou in 1622 bij het beleg van Bergen op Zoom faam verwer ven als een van de kolonels die de leiding hadden over de succesvolle verdediging van de stad. Het echt paar kreeg nog een zoon en drie dochters en bleef met de kinderen uit beide huwelijken in het Hoog huis wonen. 13Op dertienjarige leef tijd verloor Charlotte ook haar stiefvader: Famars sneuvelde bij het beleg van 's-Hertogenbosch in 1629.14 De jonge Charlotte Bax groeide op in een gezin waarin ruimte bestond voor verschillende religieuze opvat tingen. Hoewel het gezin vermoe delijk kerkte in de gerefonneerde Grote Kerk, de ouders hier trouw den en de kinderen er werden ge doopt, is het maar de vraag of alle gezinsleden ook overtuigde gere formeerden mogen worden ge- 40 noemd. Vader Marcelis had welis waar in 1579 gekozen voor de cal vinistische zaak en mede daardoor zijn geboortestad 's-Hertogen bosch moeten verlaten, maar hij zou later in kerkelijke zaken toch een onafhankelijke houding aan de dag leggen. Zo liet hij bij zijn huwelijk met Charlottes moeder in 1607 de gereformeerde kerkenraad van Bergen op Zoom weten dat hij zich niets gelegen liet liggen aan het gebruik om ten overstaan van de gemeente te trouwen. Hij wilde trouwen op de plaats en tijd die hem goeddunkte.15 Vermoedelijk heeft hij een dergelijke houding ook aangenomen bij de doop van zijn kinderen. De desbetreffende aantekeningen in de doopboeken zijn dennate onvolledig - in het ge val van Charlotte en haar broertje Maurits ontbreken zelfs de voorna men van de dopelingen - dat mag worden aangenomen dat de gou verneur zijn kinderen thuis heeft la ten dopen.16 Of deze eigenzinnige houding werd ingegeven door standsbesef of door katholieke sen timenten van vader Marcelis of moeder Anna Maria is echter niet duidelijk. Over de religieuze ge zindheid van Charlottes stiefvader bestaat minder onzekerheid. De acta van de gereformeerde kerken raad vermelden een dusdanige aan was van lidmaten uit het Waalse re giment van Willem de Levin, dat het nauwelijks voorstelbaar is dat hun commandant zelf géén lid maat zou zijn geweest.17 Niettemin lijkt er binnen het gezin en bij de 'vrienden' ruimte te zijn geweest voor afwijkende religieuze opvattingen. Een groot deel van Charlottes familie was gerefor meerd, een deel katholiek. Dat gold ook voor de aangetrouwde fa milie van haar (halflzusters en voor de andere adellijke families waar zij mee omgingen. Of Charlotte van jongs af aan in de katholieke leer is opgevoed of dat zij pas op latere leeftijd voor het rooms-ka- tholicisme heeft gekozen, is niet bekend. De oudtestamentische naam van haar dochter, Judith (een naam die in deze streken on der katholieken nauwelijks blijkt te zijn voorgekomen), is wellicht een aanwijzing dat zij aanvankelijk ge reformeerd was en dat zij en haar dochter pas later tot het katholi cisme zijn overgegaan. Uit de on derlinge transacties en de testa mentaire beschikkingen van de ver schillende familieleden blijkt dat deze afwijkende keuze niet tot grote geschillen heeft geleid. Char lotte en Judith worden niet uitge sloten van erfenissen en sluiten op hun beurt ook anderen niet uit.18 Er zijn overigens maar weinig gege vens over beide vrouwen voorhan den. Zo is niet duidelijk of Char lotte getrouwd was: ook haar doch ter droeg namelijk de familienaam Bax. Onderzoek naar een aanteke ning betreffende een huwelijk van de moeder of de doop van de dochter in Bergen op Zoom en en kele andere plaatsen bleef zonder resultaat.19 Voorlopig moeten we concluderen dat Charlotte na haar jeugd de stad heeft verlaten en er pas na de geboorte van haar doch ter is teruggekeerd. Het feit dat haar dochter dezelfde achternaam droeg, kan wellicht verklaard wor den uit een huwelijk met een an der lid van het geslacht Bax. Mocht Judith evenwel toch een onwettige dochter zijn geweest, dan heeft ook dat niet geleid tot een breuk tussen Charlotte en haar familieleden, zo als wederom blijkt uit de diverse testamenten en boedelverdelingen. De kostbare zilveren kandelaars to nen aan dat de dames Bax niet be paald armlastig waren. Vermoede lijk beschikte Charlotte na de dood van haar ouders over een behoor lijkvermogen, hetgeen haar in staat yg ^ijtort|cb-ficrhcW f jffl Sckere notable J J cxplooien van Oorloge 11 in dcjCderhmdinjedert hrtcprmj fit tmvandeCompammdrrJ-Cerrri l li Gouverneurs chRitrnrrftmntdÈf ttVi Pavlus aukMAB.ct.us Wïg TOT BREDA, Bv Ifaac Vchifderi, i 61S. Afb. 4. Titelblad van het boek waarin de wederwaardigheden van de stad Bergen op Zoom en de heldendaden van de gebroeders Paulus en Marcelis Bax worden beschreven, door ds. Jacob Baselius, 1615 (coll. Regionaal Historisch Centrum Bergen op Zoom). 41 W* mhbuirndc 8v| ~BcJchrevcn door I 1 IACQBUM fSASKUt'M* J

Periodieken

De Waterschans | 2003 | | pagina 21