Boekbespreking
De Waterschans nr. 1 2003
Hendrikus Roels-van den Boom
CARROfSELHOlDER
Boutershemstraat M 212
BERGEN - OP - ZO(»v
De Waterschans NR. 1 2 OO 3
Door: drs. GA Huijbregts
KERMIS, KUNSTJES EN KUNNEN
Kermis: de wondere wereld van glans en glitter
JOHANNA JACOBS (red.)
Bergen op Zoom, kermisstad
De voltooiing van de restauratie
van een groot aantal kermisattrac
ties en van de reorganisatie van het
kermismuseum - prachtig werk van
een toegewijde groep vrijwillig(st)ers
- was een mooie gelegenheid om
ook aandacht te schenken aan het
verschijnsel KERMIS in het alge
meen, nu en vroeger. Onder lei
ding van drs. Johanna Jacobs,
Hoofd Museum Het Markiezen
hof, hebben dertien auteurs hun
gedachten over dit interessante on
derwerp op papier gezet, waarbij
elk van hen een bepaald thema of
een bijzondere kermisstad nader
belicht. Tot die laatste categorie
hoort ook Bergen op Zoom. Wat is
zo bijzonder aan deze stad? Ze
heeft twee keer per jaar een kermis,
een in het voorjaar als opening van
het nieuwe kermisseizoen en een
in het najaar ter afsluiting ervan.
Dat leidde ertoe dat vele kermisex
ploitanten hier hun winterkwartier
opsloegen. Het is dan ook niet zo
vreemd dat menige kermisfamilie
uit Bergen op Zoom stamt.
Voor- en najaarskermis, dat doet
vanzelf denken aan de twee vrije
jaarmarkten: de Paasmarkt en de
Koude Markt. Er bestaat een ver
band tussen deze verschijnselen.
Dat blijkt ook uit de titel van de
Bergse bijdrage: De jaarmarkt-ker
missen van Bergen op Zoom. Puck
Meijer en Cees Vanwesenbeeck te
kenen voor de inhoud van dit arti
kel. Eerstgenoemde is beleidsme
dewerker van het Regionaal Histo
risch Centrum en het Markiezen
hof. Vanwesenbeeck, voormalig
stadsarchivaris, is sinds 2001 direc
teur van de Sector Cultuur van de
Ajb.l. Draaimolen van de firma Roels-van den Boom in 1908. (Afbeelding nr. 8 in De Waterschans 1991-nr. 4, p.63).
gemeente Bergen op Zoom. In
1991 was hel vierde nummer van
de 21ste jaargang van De Water
schans een themanummer: Bergen
op Zoom: Kermisstad? Vanwesen
beeck schreef daarin over Potjesker-
mis in Bergen op Zoom (p. 71-72).
Tot 1970 had Bergen op Zoom
zelfs drie keer kermis per jaar. Een
potjeskermis is een kennis waar
vooral aardewerk wordt verkocht
en Bergen op Zoom was immers
van oudsher een stad met potten
bakkerijen. Het was meer een kennis
voor de wijk 't Fort en in de vorige
eeuw waren die potjes voor de ker
mis waarschijnlijk niet meer belang
rijk Niet meer zo jonge Bergenaren
moeten toch nog wel herinneringen
hebben aan dit wijkgebeuren.
In één artikel van deze bundel
kwam ik de term potjeskennis te
gen, namelijk bij Aranka Meijerink-
Wijnbeek in: Handel en wandel in
Zwolle (p.221-237) op blz. 223.
Daar waren het handelaars uit
Keulen die hun Keulse potten, per
schip aangevoerd, op de markt ver
kochten. Zwolle hield er een ker
mis aan over.
Naast Bergen op Zoom en Zwolle
krijgen in dit boek nog twee steden
een aparte behandeling, namelijk
Amsterdam en Tilburg, respectieve
lijk door Piet de Boer: Hoe Amster
dam zijn kermis terugkreeg (1876-
1947) (p.75-104) en Paul Spapens:
De kermiszin der Tilburgers.' Hoe
een dorpskermis uitgroeide tot een
van de grootste kermissen van Eu
ropa. Ja, dat mag Tilburg met recht
zeggen, gezien het gemiddelde van
210 attracties per jaar. (Vgl. Sink
senfoor van Antwerpen gem. 130;
München komt evenwel tot een ge
middelde van 500 tijdens de Okto-
berfeste).
2. Van kerkmis tot kermis
Markten vragen om mensen en
mensenmassa's trekken attracties
aan 'tot leringe ende vermaak'. De
markten waren niet alleen trek
pleisters voor kooplieden en ko
pers, maar ook voor lieden die
daar hun kunsten en vaardigheden
demonstreerden in de hoop zo wat
te verdienen. Het woord KERMIS
herinnert nog altijd aan de oor
sprong van deze vermakelijkheden,
de kerkmis. Dat was de mis die elk
jaar werd gevierd op de datum van
de inwijding van de kerk. Zo'n in
wijding was een liturgische plech
tigheid van formaat, gevolgd door
een uitbundig feest. Dr. Peter Smis
sen, hoogleraar kerkgeschiedenis
aan de Faculteit der Theologie van
de universiteit van Nijmegen, geeft
in zijn bijdrage: Van kerkmis tot ker
mis: de kerkelijk-rituele oorsprong
van een profaan volksvemxaak (p.ll-
22) tekst en uitleg van de rituelen
van zo'n inwijding. Die gebeurtenis
bleef men herdenken, waarbij in de
loop der jaren het profane gedeelte
buiten het kerkgebouw de over
hand kreeg.
De levendige volkstaferelen lever
den heel wat kunstschilders stof
voor hun werken. Aan de hand van
die schilderstukken is de historie
van de kermis boeiend in beeld te
brengen. Dat bewijst in deze bun
del Marleen Dominicus-van Soest
met het artikel: De kennis in de
beeldende kunst (p.35-57). Zo'n
werkstuk vraagt om illustraties en
die biedt de schrijfster dan ook in
royale mate. Talrijke afbeeldingen
van kermistaferelen vanaf de zes
tiende eeuw (Pieter Bruegel met
o.a. Kermis en Hoboken en zijn Sint-
Joriskermistot en met de twintigste
(Pyke Koch: Kermis in Utrecht) sie
ren dit hoofdstuk. Zo krijgt de lezer
niet alleen een overzicht van ker-
misstijlen in die periode, maar te
gelijkertijd, zij het uiteraard in so
bere mate, van de kunststijlen. Uit
de prenten blijkt dat er variatie be
stond in kennissen. Je had bijvoor
beeld de boerenkermis, de dorps
kennis en de stadskermis. Dat de
attracties niet alleen voor de ge
wone man waren bedoeld, blijkt uit
de belangstelling van de Haagse
hofkringen voor het populaire
volksfeest.
3. Een gezonde voedingsbodem
De kennis heeft veel kinderen. In
de loop der eeuwen zijn verschil
lende facetten van de kermis uitge
groeid tot zelfstandige attracties.
We denken dan aan het circus, de
dierentuin, het theater en de bios
coop. A deze ontwikkelingen ko
men aan bod in dit boek. Zo
schrijft Florence Pieters over Mena
gerieën op de kermis: oorsprong van
circus en dierentuin; Paul Post over
Het toneel op de kermis, het theater
van later, Joan Hemels over Van ra-
rekiek tot bioscoop en Jack Post
oven Kermis in de film: een fascine
rende grenservaring.
Muziek is een wezensbestanddeel
van de kermis. Martine de Bruin
benadert dit facet vanuit de liedjes
zanger in haar bijdrage: 'Hoepsa!
Fibele! Krakeling! De kennis is een
aardig ding'. Rolzeilen, liedbladen
en het kermislied. In de tijd dat de
media-industrie de goegemeente
nog niet overspoelde, werkten
rondtrekkende zangers mee aan de
verspreiding van nieuwsberichten.
Ze deden dat bijvoorbeeld door
pakkende gebeurtenissen in dicht
vorm te gieten en op kermissen
zingend ten gehore te brengen.
Wie zong er, wat werd er gezongen
en met welke hulpmiddelen? Hoe
verdiende een zanger zijn geld?
Ziedaar enkele vragen waarop de
schrijfster een antwoord geeft aan
de hand van bronnen uit met
name de negentiende en het begin
van de twintigste eeuw. De teksten
stonden op losse velletjes en die
werden voor een kleinigheid te
koop aangeboden. Om de omzet te
vergroten ging de voorkeur van de
zangers uit naar lugubere gebeurte
nissen zoals een moord, maar ook
andere sensationele of sentimen
tele onderwerpen deden het goed.
De toehoorders zongen het refrein
mee of, als het vers gebruik maakte
van een bekende wijs, het hele lied.
De tekst stond ook wel op een
groot zeil, dat verder werd afgerold
naarmate het verhaal vorderde. Dat
was een zogenaamd rolzeil.
Personen met een heel opvallend
uiterlijk vormden op de kermis een
apart gegeven. Bert Sliggers geeft er
meerdere voorbeelden van in zijn:
Mensen te kijk op de kermis, (p. 147-
168). Dwergen deden het erg goed
op de kennis evenals reuzen en
reuzinnen. Maar ook een man met
een baard van ongeveer 2,50 m. en
een parasitaire tweeling trokken
veel bekijks. Wel heel apart was Jo
hannes Valerius, een man zonder
armen. Hij kon kon netjes schrijven
met zijn mond en zijn voeten en
dat in vijf talen. Aankleden, uitkle
den, kammen, scheren, hij deed
het allemaal met zijn voeten even
als een pistool afVuren, trommelen
en verschillende gymnastische oe
feningen. Eerder verscheen dit arti
kel in een iets andere vorm in: B.C.
Sliggers en A.A. Wertheim (red.): De
tentoongestelde mens. Reuzen en
dwergen en andere wonderen der
natuur. (Zutphen 1993).
Kortom: een rijk gevarieerde bun
del en een waardevolle aanvulling
van een bezoek aan het kermismu
seum in het Markiezenhof.
4 7
i b^He
«H
UITGEGEVEN TE AMSTERDAM 2002.ISBN 90 5 8 75 05 2 3 (2 40PAGINA'S).
;Vv