De Geschiedenis van Bergen op Zoom XVII
Jan van Glymes
De Waterschans nr. 2 2003
De Waterschans nr. 2 2003
Naar het oordeel van de redactie past deze ballade goed bij het
artikel van de M. de Jong. De lezer oordele zelfl
Anton van Duinkerken
(Uit: Hart van Brabant. N.V. De Spieghel, Amsterdam).
6 6
Onder Hohenzollern en De la Tour d'Auvergne van 1 6 71 tot 1714
drs. G.A. Huijbregts
I
O)
1
1
I
Afb.l. Stamboom van het huis Oranje-Nassau vanaf Willem de Rijke tot en met
stadhouder.Willem V.
1. Het Rampjaar 1672
In 1671 volgde Henriette Fran-
cisca von Hohenzollern haar moe
der op als markiezin van Stad en
Land van Bergen op Zoom. Haar
geboortedatum is niet precies be
kend. Zij moet omstreeks 1642
haar ouders Maria Elisabeth II
van den Bergh en Eitel Fritz von
Hohenzollern-Sigmaringen heb
ben verblijd. In 1662 trad ze in het
huwelijk met Frederik II Maurits
de la Tour d'Auvergne (1642-1707),
een Franse officier in het leger van
Lodewijk XIV, de Zonnekonig. Op
12 februari 1672 beleenden de Sta-
ten-Generaal haar met het Mar-
kiezaat. Veel tijd om zich in de
nieuwe functie in te werken kreeg
ze niet, want in april brak de Hol
landse Oorlog uit (1672-1678).
Kort na elkaar verklaarden Frank
rijk en Engeland de oorlog aan de
Republiek, spoedig gevolgd door
de bisdommen Munster en Keu
len. Koning Lodewijk XIV voelde
zich zwaar beledigd en wilde de
Staten-Generaal een lesje leren.
Engeland was jaloers op de bloei
ende handel en scheepvaart van
Holland en wilde revanche voor
de nederlaag in de Tweede En
gelse Oorlog (1665-1667); Munster
en Keulen zagen de kans schoon
om wat grondgebied van de Repu
bliek op te eisen, waar ze recht op
meenden te hebben. De markies
was officier in het Franse leger én
katholiek. De Staten-Generaal von
den het daarom veiliger het Mar-
kiezaat maar weer in beslag te ne
men en toe te vertrouwen aan de
nieuwe stadhouder Willem III van
Oranje-Nassau. Het bewind van
Maria Elisabeth II duurde zo wel
erg kort. Vier oorlogsverklaringen
kort na elkaar was wat veel voor
een klein land zoals de Republiek
in feite toch was. Het jaar 1672
staat daarom te boek als het
Rampjaar. Het volk vestigde al zijn
hoop op Oranje en zo volgde Wil
lem III van Oranje-Nassau na 22
jaar op 22-jarige leeftijd zijn vader
Willem II op als stadhouder van
Holland, Zeeland, Utrecht, Gelder
en Overijssel. Raadpensionaris Jo-
han de Witt kreeg de schuld en
woedende burgers vermoordden
hem tegelijk met zijn broer Corne
lls. De Zonnekoning had zich
goed voorbereid op de oorlog.
Met een leger van meer dan hon
derdduizend soldaten trok hij bij
Lobith de Rijn over en nam zelfs
Utrecht in, maar liep tenslotte vast
op de Hollandse Waterlinie. Het
succes van de Fransen maakte het
volk redeloos en de regerende
partij, de staatsgezinde regenten,
radeloos. IJlings werden schutte
rijen en boeren gewapend, nog
gauw wat getraind en vlug naar
het IJsselfront gestuurd, maar dat
haalde niets uit. Grote spanning
alom, ook in Bergen op Zoom.
Men zal wel verwonderd hebben
opgekeken, toen op zekere dag
6 7
Zij zeiden tot Jan van Glymes den Vierden:
Het nieuw evangelie is zuiver,
't kan zijn - sprak Jan van Glymes - maar 't oud
[dat ik ken
Is zoo schoon, dat ik er van huiver!
Dat is mij genoeg. Ik ben geen theoloog,
Doch mijn zwaard is nog scherp als het moet
En zoo Philips de vrijheid der steden niet kent,
Kosten Brabantsche rechten: Spaansch bloed!
De heeren van Brabant kwamen bijeen
En besloten na rijp overleg
De geuzen te dooden in gansch hun gewest.
Doch van Glymes verhief zich: Ik zeg
Dat God het niet wil en dat ik het niet wil
En dat ieder der Heeren moet weten,
Aan wien hij gehoorzaamt in zulk eenen strijd.
Ook ik ben mijn eed niet vergeten.
Maar zwoer ik den koning, dan zwoer ik mijn land
En zwoer ik mijn land, dan de menschen,
En zwoer ik mijn menschen, dan zwoer ik mijn God;
Bij al wat de heeren ook wenschen,
Bij al wat zij dreigen in naam van religie,
Van ketterhaat, baatzucht of Spanje:
Ik ben katholiek als de heeren zoo goed,
Doch ik koos de partij van Oranje!
- Wie tegen de Vorst is, is tegen de Kerk -
Besloten de Brabantsche heeren.
- Ik haat predikanten alleen - zei van Glymes -
Omdat zij onwaarheden leeren.
Hun dood zoek ik niet, en ook u gun ik 't recht
Om onder de zon te bestaan,
Maar dat Roomsch ooit hetzelfde beteekent
[als Spaansch
Heb ik nooit uit de kerkleer verstaan!
Mijn tijd is voorbij. Ik weet het. Ik ben
Door uw koning naar 't zuiden ontboden.
De reis is te lang en de misdaad is snel.
Onderweg zal een huurling mij dooden.
Ik voorzie dit zoo wel als een ieder van u
Doch heb moed om mijn dood te verwachten,
Want eenmaal krijgt ieder rechtvaardige recht
En de menschheid kent vele geslachten.
Kortzichtigen zijt gij, mijn heeren van Brabant,
En al te gehecht aan uw leven!
Ook hij is een held, die zich lafaard laat schelden
En houdt zich, al was 't hem om 't even,
Al brandt hem het hart in het lijf. Neemt mijn zwaard,
Gij moogt er mij hier mee vermoorden.
Doch eens komt de dag, dat het nageslacht inziet
De waarheid was deze, mijne woorden.
De trouw aan de kerk, en aan Nederland trouw
Tusschen Spanje en Oranje moest kiezen
Hij wist, dat hij tijdens zijn leven de kans
Op partijdigen roem zou verliezen,
Maar ook, dat hij Brabant voor 't Noorden behield
In den oorlog tegen het Zuiden.
Al wat ik te zeggen had, heb ik gezegd,
Nu moogt ge mijn doodsklok luiden.
Te Meimaand toog Jan de Vierde van Glymes
Met Montigny samen naar Spanje.
Zijn doodsbericht kwam in de hoog-zomer binnen,
't Ontroerde den Prins van Oranje.
Zijn bezit werd door Alva gesequestreerd
En daarna door de Staten genomen.
Zijn volk bleef aan Nederland trouw met de trouw
Waarmee het gehecht is aan Rome.
HET HUIS ORANJE-NASSAU
Willem de Rijke, graaf van Nassau-Dillenburg
X
Juliana van Stolberg.
Willem I Lodewijk
prins v. Oranje f 1574
(1533—1584)
X
(1) Anna v. Buren
(2) Anna v. Saksen
(3) Charlotte de Bourbon
(4) Louise de Coligny
Adolf
f 1568
Hendrik
f 1574
Jan de Oude
stadhouder
v. Gelderland
i
Willem Lodewijk
stadhouder
v. Friesland
(1584—1620)
Ernst Casimir
stadhouder
v. Friesland
(1620—1632)
Filips Willem
t 1618
Albertine Agnes
X
Willem Frederik
stadhouder
v. Friesland
(2) (4) Hendrik Casimir I Willem Frederik
Maurits Frederik Hendrik (1632—1640) (1640—1664)
(1585—1625) (1625—1647) x
Albertine Agnes
Amalia v. Solms
Hendrik Casimir II
(1664—1696)
I
Jan Willem Friso
(1696—1711)
Willem Karei Hendrik
Friso
sinds 1711 stadhouder
van Friesland
als algemeen erfstadh.
Willem IV
(1747—1751)
X
Anna v. Engeland
'I
Willem V
(1751—1795)
Willem II
(1647—1650)
X
Maria
v. Engeland
Willem III
(1672—1702)
X
Maria Stuart,
dochter van
Jacobus II
Louise Henriette
X
Fred. Willem
v. Brandenburg,
de Grote Keurvorst
Frederik I
(eerste koning
van Pruisen)