De Waterschans nr. 2 2003
Afb.2. Jeugdportret van Henriëtte Francisca van Hohenzollern, markiezin van Bergen
op Zoom. Het portret hangt in het museum Het Markiezenhof. (Foto Regionaal
Historisch Centrum Bergen op Zoom).
800 vreemde soldaten de stad bin
nentrokken. Het bleken Spanjaar
den te zijn, gestuurd door koning
Karei II (1665-1700) om de Repu
bliek te helpen. Vanuit de Spaanse
Nederlanden konden ze ongehin
derd naar Staats-Brabant trekken
en de garnizoenen van Den
Bosch, Breda en Bergen op Zoom
versterken. De vijand van 25 jaar
geleden was een bondgenoot ge
worden. De Spaanse soldaten wa
ren katholiek en hadden een aal
moezenier bij zich. Die mocht
voor zijn manschappen de mis
opdragen in de Latijnse school,
de oude St.-Maartenskapel op de
hoek van de Wouwsestraat en de
Blauwehandstraat. Katholieke
Bergenaren woonden ook die
diensten bij. Al gauw was de kapel
te klein en vroeg de Spaanse com
mandant om een grotere ruimte.
Het stadsbestuur wilde de bond
genoot niet teleurstellen en bood
de benedenzaal van het Markie
zenhof aan. Dat ging de kerken
raad te ver. Predikant en ouderlin
gen dienden een klacht in bij de
plaatsvervanger van de drossaard
en bij de magistraat, maar die ging
er niet op in.
In de plaatsen die de Fransen ver
overden, kregen de katholieken
vrijheid van godsdienst en moch
ten ze de grootste kerk ter plaatse
weer in bezit nemen. De Dom van
Utrecht werd in aanwezigheid van
Zijne Majesteit plechtig opnieuw
ingewijd. Voor de katholieken wa
ren die ontwikkelingen in zo verre
minder prettig, dat ze al gauw ver
dacht werden van heulen met de
vijand. De Staten-Generaal verlo
ren steeds meer de moed. Alleen
Friesland, Zeeland en Groningen
voelden er niets voor om de strijd
op te geven. De onrust in de ste
den groeide met de dag en op het
platteland verzetten zich veel boe
ren tegen de opgelegde inunda
ties. Er werd een deputatie naar
Lodewijk XIV gestuurd met een
verzoek om vrede. De Republiek
was bereid om Staats-Brabant aan
hem af te staan plus een flink be
drag. Gelukkig vond de Zonneko
ning het niet genoeg en zo bleef
bijvoorbeeld Bergen op Zoom een
Staatse stad. Op zee ging het beter.
Daar versloeg Michiel de Ruyter
de Engelse en de Franse vloot en
belette daarmee de vijand om een
invasieleger op de kust te ontsche
pen. Dat speelde in Engeland de
vredespartij in de kaart. De Britse
koning Karei II (1660-1685) zag
zich genoodzaakt om in 1674
vrede te sluiten. Het was ook be
moedigend dat stadhouder Wil
lem III tot de aanval overging. Hij
trok in 1673 een leger samen rond
Roosendaal en marcheerde ver
volgens via Herentals, waar een
Spaans leger zich bij hem aan
sloot, naar het land van Kleef en
Gulik Daar vulden Oostenrijkse
troepen zijn legermacht aan. Met
vereende krachten werd daarop
Bonn ingenomen, de vestingstad
die tevens de voorraadschuur was
van het Franse leger. Lodewijk
XIV was bang dat hem de terug
weg zou worden afgesneden en
trok zijn troepen terug uit de Re
publiek. Munster en Keulen staak
ten de strijd en zo bleef Frankrijk
alleen over. De oorlog die begon
als een verbond tegen de Repu
bliek veranderde in een coalitie
oorlog tegen Frankrijk Toch zou
de strijd nog vier jaar duren. Pas in
1678 maakte de Vrede van Nijme
gen een einde aan de Hollandse
Oorlog (1672-1678).
2. Bergen op Zoom onder
Willem III 1672-1678
Als een stadhouder van Holland
het Markiezaat bestuurde, dan
was dat een teken dat de Repu
bliek in oorlog was met een ka
tholieke mogendheid. Tot 1648
was dat Spanje, daarna Frankrijk
Markies en markiezin verbleven
dan in het buitenland. Ze misten
dan wel heel wat inkomsten van
het Markiezaat. In oorlogstijd had
ook het stadsbestuur minder be
voegdheden. Feitelijk was dan de
gouverneur als commandant van
68
De Waterschans nr. 2 2003
ook met de godsdienstkwestie te
maken onder meer naar aanlei
ding van een executie. De krijgs
raad veroordeelde in 1672 drie ka
tholieke militairen ter dood. Do
minee Aelstius had hun geestelijke
bijstand verleend en voorbereid
op de terechtstelling. De katho
lieke luitenant van de veroordeel
den moedigde het drietal op het
laatste moment aan om als katho
liek te sterven. Hij zou zelfs geld
van hen hebben ontvangen om
daarvoor missen te laten opdragen
voor hun zielenrust. De kerken
raad was zeer ontstemd en vroeg
de gouverneur om in de toekomst
geen katholieken meer toe te laten
tot ter dood veroordeelden. De
gouverneur liet de zaak onderzoe
ken en daar bleef het bij. Begin ja
nuari 1673 deed zich weer een
soortgelijk incident voor en ook
toen liep het niet zoals de predi
kant wenste. Misschien maakte de
aanwezigheid van de Spaanse sol
daten de Bergse katholieken wat
stoutmoediger. In augustus 1675
ontdekte de magistraat dat er in
de Hoogstraat een kolonel
woonde die in zijn huis de mis liet
opdragen en dat burgers uit de
stad daarbij werden toegelaten. In
Afb.4. Raadpensionaris Johan de Witt met achter zich zijn
broer Cornelis de Witt. Aan de onderzijde taferelen die
herinneren aan de moord op deze twee staatslieden in
augustus 1672.
Afb.5. Portret van admiraal Michiel Adriaansz. de Ruyter
(1607-1678) naar een schilderij van Ferdinand Bol.
Afb.3. Borstbeeld van
stadhouder Willem III
(1672-1702), gemaakt
door Rombout
Verhulst (1624-1698).
(Mauritshuis Den
Haag).
de vesting de machtigste man in
de stad. In 1673 eiste hij op bevel
van Willem III de sleutels van de
stadspoorten op en verplichtte hij
burgers om graafwerk te verrich
ten. Die hadden daar geen zin in
en lieten als het enigszins kon ver
stek gaan. De gouverneur kreeg
69
LfijhijiriiijilHriArjiiMiK
KAEI. GENK ItAE