De VVaterschans nr. 3 2003
De VVaterschans nr. 3 2003
Afb.12. Bombardement van Bergen op Zoom op 1 augustus 1747, weergegeven door
C. Pronk en S. Fokke en ontleend aan: J. Wagenaar: Beschrijving der stad Bergen
op Zoom, Amsterdam 1780.
7. Bommen, gloeiende
kogels en zure druiven
Löwenthal had veel artillerie tot
zijn beschikking: kanonnen, mor
tieren en houwitsers. Met de
kanonnen schoot men zware ko
gels af, vaak eerst rood gloeiend
gemaakt om brand te stichten. Als
er in de stad brand uitbrak, con
centreerden de artilleristen daar
op hun geschut om het blussen te
verhinderen. Met houwitsers vuur
de men een soort granaten af
bussen gevuld met kruit en tros
sen kogels. De soldaten noemden
die trossen zure druiven. Op 20
juli onderging de stad de vuur
doop. Met 42 kanonnen, 14 mor
tieren en twee houwitsers schoten
de Fransen hun projectielen de
stad in. Het was meteen raak: de
Gertrudiskerk vloog in brand en
de woningen tussen de Grote
Markt en de zuidflank van de ves
tingwerken hadden het zwaar te
verduren. Löwenthal wilde een
snelle capitulatie forceren, want
hij raakte al gauw door zijn voor
raden voer en voedsel heen. De
boeren in de omgeving hadden
op bevel van de Staten-Generaal
hun oogst in Breda en Willemstad
ingeleverd en Geallieerde troepen
hinderden de aanvoer vanuit de
Zuidelijke Nederlanden. De Schelde
was afgesloten, omdat de forten
Lillo en Prins Hendrik in Staatse
handen waren. Cronström wilde
van geen overgave weten. Hij liet
zich overal op straat zien om de
moed erin te houden. De getrof
fen huizen en de woningen van
uitgeweken burgers nodigden uit
tot plunderingen, maar Cronström
liet elke soldaat die zich daaraan
bezondigde zonder meer fusille
ren. Eigenlijk verdienden plunde
raars te worden opgehangen, maar
de galg stond op de Raaijberg in
het Franse kamp.
Het schieten hield maar niet op.
Dag en nacht vlogen vuurrode ko
gels door het luchtruim. De men
sen boven de rivieren leefden erg
mee met de Bergenaren. Er werd
veel ingezameld voor de verdedi
gers en de burgers. De soldaten
werden verwend met lekkernijen
en drank. 'Laat het beleg maar
een half jaar duren', moet er een
gezegd hebben. Dat zag Cronström
niet zitten. Om zijn mannen de
nodige rust te kunnen gunnen,
moest hij meer soldaten hebben.
De bejaarde commandant ves
tigde zijn hoop op een aanval van
buiten. Als de bondgenoten. En
gelsen en Oostenrijkers, een aan
val zouden doen op de Franse
stellingen tegelijk met een uitval
van het garnizoen en van de troe
pen in de linie Bergen op Zooni-
Steenbergen, dan zou het moeten
lukken de Fransen te verdrijven.
Er kwamen genoeg plannen,
maar telkens haakten Cumber
land en Batthyanyi af. Ook de ge
deputeerde van de Staten-Gene
raal, de Friese jonker Willem van
Haren, was bang voor een derge
lijke onderneming. Hij adviseerde
om vanuit Rucphen en Nispen de
transporten van voedsel uit Antwer
pen te onderscheppen. Cronström
wees er vergeefs op, dat Bergen op
Zoom ontzet kon worden, zeker
als men in aanmerking nam dat
de Fransen heel wat gesneuvel
den, zieken en deserteurs telden.
De grote moeilijkheid was even
wel om alle legerleiders op één
lijn te krijgen. De meesten durf
den weinig risico te nemen of wa
ren zuinig op hun mannen.
8. De strijd om fort De Roovere
Een doorbraak door de waterlinie
tussen Steenbergen en Bergen op
Zoom zou de positie van Bergen
op Zoom danig verzwakken. De
lente van 1747 was erg droog en
dat kwam de Fransen goed uit.
Löwenthal stuurde op 27 juli
troepen naar fort De Roovere.
Driehonderd sappeurs namen
hun schop en begonnen te gra
ven, te beginnen op de heuveltjes
tegenover de ingang van het hui
dige kerkhof van Vrederust.
Cronström moest toen zijn toch
al te kleine legermacht nog meer
spreiden, want fort De Roovere
mocht in geen geval bezwijken.
Hij deed een dringend beroep op
Cumberland en Batthyanyi om
extra troepen, maar de heren von
den dat zij al genoeg manschap
pen hadden afgestaan. Kort gele
den hadden ze 8.000 man naar
Staats-Brabant gestuurd. Graag
had Cronström bijvoorbeeld meer
mineurs gehad om het opdringen
van de Franse sappeurs richting
stad een halt toe te roepen. De
Fransen hadden een heilig ontzag
voor mijnen. Door het tekort aan
mineurs kon Cronström echter
geen optimaal gebruik maken van
de gangen die zijn tegenmijnen-
stelsel vormden. Wel hadden de
verdedigers blijkbaar volop hand
granaten. Die wierpen ze naar de
vijandelijke loopgraven of lieten
ze waar mogelijk in de gangen
van de Franse sappeurs rollen.
Volgens een rapport aan stadhou
der Willem IV gebruikten ze soms
wel vijf- a zesduizend stuks in 24
uur. Het kostte menig Frans sol
daat het leven, maar de loopgra
ven naderden desondanks meer
en meer de bedekte weg. Ook de
beschietingen gingen alsmaar
door. Dat was ook het geval bij
fort De Roovere. Eind juli waagde
Löwenthal een massale aanval op
het fort. Volgens een verslag was
er sprake van een 'gevecht van
man tegen man met de degen in
96
'D'iffeo/
Afti. 13. Impressie van Jean-Denis Lepage (Groningenl993) van het fort De Roovere zoals
het was in 1747. Op de voorgrond de Franse loopgraven. Overgenomen uit: J. Sinke:
Kroniek van de Roovere 1628 - 1993. De verlaten schans, Halsteren 1993, p. 43.
de vuist'. Om iedere meter werd
gevochten, maar het fort hield
stand, wel ten koste van meer dan
300 soldaten.
Na 11 augustus hebben de Fran
sen geen pogingen meer onder
nomen om door de linie heen te
breken. Alle aandacht ging daarna
uit naar het gevecht om de stad.
9. Het gevecht bij Wouw
In Wouw stond nog altijd het ver
vallen kasteel van de familie Gly-
mes. Het was voor Löwenthal
geen beletsel om meteen in het
dorp zijn hoofdkwartier te vesti
gen. De plaatselijke bevelhebber,
de graaf van Vaux, eiste de katho
lieke pastorie op. Om het dorp
legden de Fransen een gracht met
een wal aan en een palissade. Dat
was nodig, want in Oudenbosch
trokken de Geallieerden begin au
gustus een krijgsmacht samen van
ongeveer 13.000 man onder lei
ding van baron Schwartzenberg.
Cronström kreeg hoop. Met deze
macht moest het mogelijk zijn om
in combinatie met een uitval van
uit de stad en de fortenlinie de
Fransen te verdrijven. Die hadden
inmiddels heel wat manschappen
verloren, gesneuveld, gewond, ziek
of gedeserteerd. De 'vreemde' ge
neraals en ook Willem Van Haren
durfden echter het risico niet aan.
Er werd overlegd, maar dat le
verde Bergen op Zoom slechts
drie bataljons (zo'n 2000 man)
versterking op en de belofte dat
men de Fransen zou hinderen
door het onderscheppen van de
voedsel- en munitietransporten in
de hoop om de vijand zo tot de
aftocht te dwingen. Cronström
was hevig teleurgesteld en ook de
stadhouder was ontevreden. Op 7
augustus kwam de staf opnieuw
bijeen in Oudenbosch. Generaal
Burmania en Dirk Vereist - hij
vertegenwoordigde de Raad van
State bij het leger te velde - verde
digden de voorstellen van Cron
ström, maar zij kregen Willem van
Haren, Schwartzenberg en de
'vreemde' generaals niet mee. Als
een soort compromis en om toch
iets te doen, ontstond het plan
om op 10 augustus 's nachts om
drie uur vanuit drie richtingen
Wouw aan te vallen, namelijk van
uit Steenbergen, Roosendaal en
vanuit De Roovere. Het werd een
compleet fiasco mede doordat
twee legerleiders ruzie kregen over
de vraag, wie van hen de cavalerie
mocht aanvoeren. Daardoor liep
het tijdschema zoveel vertraging
op dat van een verrassing geen
sprake meer was. De Fransen had
den voldoende kans om zich op
de aanval voor te bereiden en met
succes af te slaan. Weer een bittere
ontgoocheling voor Cronström.
Intussen gingen de beschietingen
maar door. Dagenlang vuurden 73
kanonnen, 70 mortieren en 22
houwitsers hun projectielen af,
groeven sappeurs hun onde
raardse gangen tot onder de ves
tingwerken en konden mineurs
daar hun mijnen laten springen.
Het garnizoen verloor gemiddeld
50 a 60 man per dag aan doden
en gewonden, de zieken niet mee
geteld. De gewonden werden zo
veel mogelijk afgevoerd naar Hal
steren, Tholen en Goes. In het
Goese hospitaal lagen op 5 au
gustus 233 gewonde en 110 zieke
soldaten en daarnaast nog 27
vrouwen en 19 kinderen. Het per
soneel van het hospitaal bestond
uit één chirurgijn, twee chirurgijn
majoors en vijf ziekenbroeders.
De Bergse weeskinderen waren al
vóór het beleg naar Middelburg
overgebracht.
10. De val van 'De Maagd'
Op 5 augustus om 11 uur 's avonds
97
r .5)