De Waterschans nr. 3 2003 met het hoofd tegen de muur en daarna vergreep de troep zich aan zijn dienstbode Ariaentje. Het meisje werd de trap opgesleept en naar de voorkamer gebracht 'En wat deze booswichten daer verder met haer gepleegt hebben gebiedt de eerbaerheit te zwijgen'. Ook een volgende groep liet haar niet met rust. Het blijft een zwarte dag die 16de september 1747 in de an nalen van de Bergse geschiedenis, 's Avonds gaf Löwenthal bevel om te stoppen met plunderen, maar het bleef nog drie dagen onrustig en onveilig. Een zwaar geschon den stad bleef over. Volgens do minee Folkers in zijn Dag\>erhaal van het beleg van Bergen op Zoom 1747 ('s-Hertogenbosch 1895) kostte het beleg tussen 16 juli en 16 sep tember aan 385 burgers het leven en waren er 1.459 gewond. De Grote Kerk was totaal verwoest evenals 329 huizen. Bij 112 huizen was binnen alles vernield. De schade aan de woningen alleen taxeerde men op 711.160 gulden. De Hoogstraat was één grote puinhoop en ook de Krenier straat, Lievevrouwestraat en Zui- velstraat telden veel vernielde wo ningen. Begin 1748 had Bergen op Zoom nog maar 430 door poor ters bewoonde huizen, voor een deel door burgers die zich met be delen in leven moesten houden. Op de overige 384 bewoonbare woningen hadden de Franse be zetters beslag gelegd. De Staten- Generaal maakten op 18 januari 1749 bekend dat de eigenaars van beschadigde panden twintig, tien of drie jaar geen huisbelasting (ver ponding) hoefden te betalen: twin tig jaar als het pand totaal was ver woest; tien jaar als muren en dak nog overeind stonden en drie jaar in de overige gevallen. Het spreekt vanzelf dat het beleg ook in economisch opzicht zeer nadelig was. De achttiende eeuw staat toch al niet bekend als een bloeitijd. Menig ondernemer ver liet voor goed de stad. Daar staat tegenover dat de wederopbouw werk verschafte. Wie bijvoorbeeld op de jaartallen op de huizen in de Hoogstraat let, zal ontdekken dat menig pand in de jaren vijftig van de achttiende eeuw is gebouwd. 12. Na de val Hoe was het mogelijk dat Bergen op Zoom, dat immers bekend Afb.16. Portret van Willem IV van Oranje-Nassau. Hij was erfelijk stadhouder van alle zeven gewesten van De Republiek van 1747 tot zijn dood in 1751. Als zodanig was hij opperbevelhebber van de Staatsse troepen. Hij kon heel moeilijk overweg met zijn zwager, de prins van Cumberland. Willem IV was getrouwd met de Engelse prinses Anna van Hannover (1709-1759), dochter van George II, koning van Engeland en keurvorst van Hannover; hij regeerde van 1727 tot zijn dood in 1760. In Engeland was toen de macht van de vorst al sterk aan banden gelegd. stond als een zeer moeilijk te ver overen vestingstad, toch gevallen was? Die vraag stelden zich velen en al gauw deed het gerucht de ronde dat er verraad in het spel was. Daarvoor is evenwel nooit enig bewijs gevonden. Wie was dan de schuldige? Cronström? Hij moest voor de krijgsraad verschij nen, maar werd niet veroordeeld. De bejaarde generaal toonde aan, hoe hij zich tot het uiterste had ingespannen om tegelijk met het leger in Oudenbosch een aanval te doen op de Franse belegeraars. Zo'n operatie had Bergen op Zoom kunnen redden, maar de Engelse en Oostenrijkse generaals durfden niet, hoe gunstig de situ atie ook was. Op Cumberland, Batthyanyi en Chanclos rust een zware verantwoording. Zij lieten de verdedigers van de stad aan hun lot over en bleven werkloos ÏOO De Waterschans nr. 3 2003 toezien. Ook stadhouder Willem IV en Willem van Haren gaan naar het oordeel van latere histo rici niet vrij uit. Koning Lodewijk XV (1715-1774) zat na 16 september met een pro bleem. Hij geneerde zich erg voor het gewelddadig optreden van zijn leger in Bergen op Zoom. Heel de wereld sprak er schande van. Sinds de gruwelen van de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) had zich iets dergelijks niet meer voorgedaan. Wat moest hij nu doen met generaal Löwenthal, de verantwoordelijke legerleider? Be lonen of straffen? De vorst legde de vraag voor aan zijn maarschalk Maurits van Saksen. Die ant woordde kort en bondig: 'Sire, U laat hem ophangen of U bevor dert hem tot maarschalk'. De ko ning koos voor 't laatste. De belegering van Bergen op Zoom in 1747 had voor de stad diep ingrijpende gevolgen. Veel uitgeweken burgers kwamen niet terug. Het aantal inwoners daalde. Er vertrokken verhoudingsgewijs meer protestanten dan katholie ken, begrijpelijk natuurlijk, want de protestanten waren banger voor de Fransen dan de roomsen. Bovendien trokken heel wat ka tholieken uit de omgeving naar de stad om mee te werken aan de wederopbouw. Die kwamen van het platteland en waren katholiek. Zo veranderde Bergen langzamer hand in een plaats met meer ka tholieken dan protestanten. De val en plundering van de stad bracht het hele land in beroering. Er werd ijverig gecollecteerd om de slachtoffers te helpen. Zelfs de bisschop van Antwerpen spoorde de gelovigen in zijn bisdom aan om de verwoeste stad te hulp te komen. Bergen op Zoom lag im mers in zijn diocees en ook de katholieke kerk op het Koren beursplein was zwaar beschadigd. En de markies? Karei Theodoor woonde veilig in Mannheim en liet zich in zijn heerlijkheid niet zien. Natuurlijk daalden zijn in komsten uit het Markiezaat aan zienlijk, want er was veel bescha digd (molens!) en zijn polders stonden blank. De Geallieerden maakten zich klaar voor 1748. Aan grootse plan nen ontbrak het de stadhouder niet, wel aan geld en aan eensge zindheid. De twee zwagers, Cum berland en Willem IV, konden el- kaars bloed wel drinken. De stad houder weigerde pertinent om de mindere te zijn van de jongere Engelse prins. Op 15 maart boekte het Staatse leger een mooi succes. Een groot Frans konvooi dat met voedsel onderweg was van Ant werpen naar Bergen op Zoom viel in handen van de Republiek. Maar liefst 937 Franse soldaten, waaronder de commandant van Bergen op Zoom, werden als krijgsgevangenen afgevoerd naar Breda. Ze vonnden een mooi ruil object. Helaas eisten Engelsen en Oostenrijkers elk hun deel op zo als te doen gebruikelijk. Maurits van Saksen veroverde als nog Maastricht (10 mei 1748), maar toen waren diplomaten van beide partijen in Aken het al ver eens over een vredesverdrag. Men was oorlogsmoe en Lodewijk XV stelde geen hoge eisen. De Fran sen gaven grootmoedig Zeeuws- Vlaanderen, Bergen op Zoom en Maastricht terug aan de Repu bliek. Frankrijk vond het zelfs goed, dat de Republiek weer gar nizoen legde in de (ontmantelde) barrièresteden. Oostenrijk mocht de Zuidelijke Nederlanden weer in bezit nemen. Wie echt triom feerde, dat was koning Frederik II de Grote van Pruisen, want hij mocht Silezië houden. Een echte vrede was het niet, meer een wa penstilstand, want Maria Theresia kon zich niet neerleggen bij het verlies van Silezië, terwijl Frankrijk en Engeland elkaar dwars bleven zitten in Voor-Indië en Noord- Amerika. Acht jaar later zou de strijd opnieuw uitbreken. Op 18 oktober 1748 was de tweede vrede van Aken een feit en op 7 december 1748 vertrokken de laat ste Franse soldaten uit Bergen op Zoom. Literatuur. Een heel goed en recent werk over de hierboven behandelde periode is het boek van dr. Olaf van Nimwegen: De Republiek der Verenigde Nederlanden als grote mogendheid. Buitenlandse politiek en oorlogvoering in de eerste helft van de achttiende eeuw en in het bijzonder tij dens de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), Amsterdam 2002. Dit boek biedt onder meer een uitgebreid ver slag van de strijd om Bergen op Zoom. Van dezelfde auteur verscheen in 1997 Dien fatalen dag' Het beleg van Bergen op Zoom in 1747. Hetzelfde thema kreeg in 1997 alle aandacht in De Wa terschans nr. 3 van dat jaar. Daarin o.a. een zeer uitvoerige opgave van de ver woeste en beschadigde panden in de stad, samengesteld door drs. Puck Me ijer en getiteld: Duizend(en) Bommen en Granaten (p. 106-122). In hetzelfde nummer beschrijft A Weyts-Ramondt de situatie in een van de Bergse hoofd straten na de val van de stad: De Lieve vrouwestraat rondom 1747 (p.97-106). Een beschrijving van de ellende tijdens de plundering door twee ooggetuigen, beiden predikant in Bergen op Zoom, is te vinden in: Kort en beknopt verhaal van '1 gepasseerde ten tyde van de Over rompeling der stad BERGEN OP DEN ZOOM op den 16 September 1747 door Johannes Janssen, Rotterdam/Bergen op den Zoom 1777. Opnieuw uitgege ven te Bergen op Zoom 1997. En ver der in: JA Folkers: Dagverhaal van het beleg van Bergen op Zoom in 1747, 's- Hertogenbosch 1895. Over de vestingwerken geeft WA van Ham uitgebreid informatie in: Merck toch hoe sterck. Bergen op Zoom 1982 (Nummer 4 van de reeks Studies uit Bergen op Zoom) en in de door de Stichting Menno van Coehoorn uitge geven Atlas van historische vestingver ken in Nederland, Noord-Brabant, Utrecht 1996. In dit werk neemt WA van Ham meerdere hoofdstukken (naast Bergen op Zoom ook Steenber gen, de linie van de Eendracht, de linie van Mark en Dintel, Willemstad. Klun- dert en Zevenbergen) voor zijn reke ning. Wie meer wil weten over fort De Roovere heeft een goede gids in de pu blicaties van J. Sinke. Zie o.a. zijn boekje: Kroniek van de Roovere 1628 - 1993. De verlaten schans. Halsteren 1993. Onlangs verscheen van hem: 'Het Goede Gesternte en De Annalen. Vijftien 'De Roovere' Verhalen' Halsteren 2002. Het is een bundeling van eerder ver schenen artikelen. Voor meer gegevens over Van Coe hoorn zie: Ben Daeter Menno Baron Van Coehoorn (1641-1704) De mens achter de vesting. Wetenswaardigheden over zijn leven en typering van de per soon. In: De Waterschans, nr. 4 - 1999 p. 134-138. ÏOI

Periodieken

De Waterschans | 2003 | | pagina 12