De Waterschans nr. 3 2003
De Waterschans nr. 3 2003
Verzen uit Sint Michielsgestel
In de Tweede Wereldoorlog werd
Van Duinkerken samen met an
dere intellectuelen geïnterneerd
in een kamp in Sint Michielsge
stel. Die straf had hij voor een
deel te danken aan een ferme
stellingname als in Ballade van de
katholiek. Tijdens zijn internering
kwam, in 1942, een collectie ge
dichten tot stand die in 1946 ver
scheen als Verzen uit Sint Mi
chielsgestel. Dit is voor de meeste
liefhebbers van bellettrie zijn be
kendste bundel. Het is alleszins
zijn meest geëngageerde, hetgeen
gegeven het tijdsgewricht waarin
hij tot stand kwam niet verwon
derlijk mag zijn. De dichter brengt
onder meer hulde aan Jan Mekel,
de hoogleraar geologie die op 2
mei 1942 door de bezetters werd
gefusilleerd, bezingt in De wui
vende de liefde voor zijn vrouw,
speelt in de veertig sonnetten in
Legende van de wederkeer met
zijn lectuur. Homerus, en ver
woordt de angst die hem en zijn
gezellen in zijn greep houdt hui
veringwekkend beheerst in:
Doodsaankondiging
Tobias met den Engel
Zijn laatste omvangrijke bundel was
in 1946 Tobias met den Engel,
waarin een aantal in de oorlog clan
destien verschenen werkjes (als
'...Enigen uwer worden doodgeschoten.'
Het juist getal verzwijgt de vaksadist.
Met wat ik in mijn hersens altijd wist
Wordt heel mijn inborst plotseling overgoten.
Zij zullen schieten, 't Is hun levenslust
En daartoe hielden zij ons opgesloten.
Maar kan een moord hun zegepraal vergoten?
Menen zij, dat ons volk hierbij berust?
Zij zullen schieten! - Doch wanneer? en op wien?
Zal ik erbij zijn en de kracht erlangen
Te sterven voor de waarheid, die ik dien?
En als ik sterven moet - (menig soldaat
Moet sterven en de dood loert op de bangen)
Zal ik dan kunnen sterven zonder haat?
Waaiend pluis) is opgenomen. Veel
van de, laten we zeggen, politieke
gedichten hierin komen vandaag de
dag wel erg gedateerd over. Zo vlak
na de oorlog zullen ze een ruim be
meten niche hebben gevonden. Hier
en daar generaliseert Van Duinker
ken naar mijn smaak echter te veel.
In Balladen van de Duitsche trouw is
de slotzin van elk van de vijf strofen
boeken
BIJ
broese
utrecht
'Want er bestaat geen Duitsche
trouw'. Natuurlijk bestaat die wel, al
leen was het in die tijd moeilijk om
dingen in de juiste verhoudingen te
zien. Van een beschaafd man als
Van Duinkerken had ik ook niet ver
wacht dat hij van 'de Moffen' zou
reppen. Een knap beeld (in het vers
V Victorie) is dan weer wel 'Er zijn
op de wereld geen Duitschers ge
noeg Om leugens tot waarheid te
maken'. Oprechte politieke veront
waardiging, blijkt hier maar weer
eens, levert niet dikwijls beklijvende
gedichten op.
Constanten in het oeuvre van de
dichter Anton van Duinkerken zijn
de zucht naar zee, 'roomse' gedich
ten, politiek bewustzijn en gelegen
heidsgedichten. In Tobias met den
Engel zijn van deze constanten vele
voorbeelden te vinden. Een greep:
van de eerste constante Afscheid van
de haven, van de tweede Sint Anto-
nius-lied en van de derde Na den
Anschlusz. Van de laatste soort zijn
Afscheid van pater Molenaar, Op de
geboortedag van Richard Minne, het
nooit in boekvorm verschenen In
memoriam Frederik van Eeden5 en,
in Tobias met den Engel, In memo
riam Amici Joseph Roth goede voor
beelden. Roth en Van Duinkerken
konden het prima met elkaar vin
den, en dronken regelmatig samen
een stevig glas. Hij was er fier op de
Oostenrijkse schrijver6 te hebben ge
kend:
108
o m te,
at oCc' hsc' i4 oLjL-%
McLaAs 'tn y cX«U Cs ptA, (scut
£jl4 CV» w* S «9 TAAJUUi tx. JtJLo <rv6
109
PATROKLOS
Van wederanj omtwist, maar onbewogen
m Eijru'a schone» dood, ligt op de baar
Patroklo*. Koele wind beweegt zijn haar
en zon weerkaatst in zijn gestorven ogen.
Wanhoopt zijn schim en doolt op 't oevergras
der eeuwigheid vergeefs, zolang niet Goden
of vrienden hem de obool «Ier doorvaart boden'-'
of deert dcez rust hem. die zoo rustloos was?
Wat t
Wat weten hieromtrent, die grimmig strijden
bij t lijk/ij kennen slechts elkanders nijd.
echter in doods diepe eenzelvigheid
xd - doet bun gf-riug krakeel niet lijden.
H<
geki
5 In memoriam Frederik van Eeden ver
scheen in De Gemeenschap, juli 1933.
6 Joseph Roth (1894-1939) werd in de
Eerste Wereldoorlog als Duits oorlogsvrij
williger krijgsgevangen gemaakt in Rus
land, en werd na de oorlog journalist. Na
Hitiers machtsovername vluchtte hij in
1933 naar Wenen en in 1936 naar Parijs.
BRUIDJE V\N' TARENTE
„r niet om liaür. ,!i,- op de I.niidavM.
ie golven iu Kl>u UH vfarm pn
wieie» haar niet zachter clan ut
einde rijk. waarheen zij overzwk
«•Ink is haar liet leed gespaard,
relden werd zij stil ontvangen
en paleis, waar de eeuwige
•ld ontstaan. Ademen zee en aai
de pang van haren ademtocht
voorbij- wees trouw, want el!
•ren is de bezinning van haar w
n. hoe haar dood uw droom uk
NACHTEGAALSTE 20
80 WOU -TEl. 1OM0
GIRO 7607
U.'cti <y^' 'f otc"' S /-Vv. t g 4 kf?
o^LtsK cvCv.-e lx* i
fo C Z.X-
e/ta Jvitvi s -i.r okt oCcc\. oi Tiv
4 Xy X £4Ao*~*m/ 4 -m. ambXj£ l rmo 4
Jf tss -<-£'<*> oc ZViuef r4.Z>v«
XjLi (foe? i j adv, joCttttA
ft
POamsi O* o '6 -i.ljt.oi (Si*.. Cl £t\^.Xi: f t
i/Qrl-oi<xA oLx sft'éXi. tfce-£é j i n Lfoo <4_
s
Aj*o to <r>Lt>e otv
Af<- £^s t trve-S 'tX. XcXskOJkAf
KtCvCj t kA XjeJk CtUA. ttOm J-eXt» o6tw
4/6.2. In memoriam Frederik van Eeden, verscheen in De Gemeenschap, maar nooit in boekvorm