De Waterschans NR. 4 2003
in 1572 wegens de oorlog ('troube-
len') onderwater gezet. De polders
staan nu nog blank. Verder liggen
rondom de stad hoge landerijen
en bossen. Zij dienen voor de ont
spanning van de inwoners en om
hen van voedsel ('nootdruft') te
voorzien.
Kastelen van de heren
De heren van Bergen op Zoom
hebben mooie, versterkte huizen33
gehad, waarvan de oorlog niets
heeft overgelaten dan de blote mu
ren, behalve dan het kasteel van
Wouw. Dat is vermaard en overal
bekend door de verovering door de
Spanjaarden ("s Coninckx' volk')
en de bevrijding door de Prinsge-
zinden ("s-Princen volck'). Het is
ten dele blijven staan.34
De Grote Kerk en Sint-Gertrudis35
De stad heeft behalve de pa
rochies,36 kapellen en geestelijke
instellingen (kloosters, 'Geestelij-
cke gestichten') een mooie, grote
en overwelfde kerk, gesticht door
de jonkvrouw Sinte Geertruyd.37
Zij was de dochter van Pippijn, de
eerste hertog van Brabant, en de
oudste zuster van Begga, die ge
trouwd was met Angyses, de mark
graaf van het Heilige Rijk [het
Markgraafschap van Antwerpen),
van wie alle hertogen van Brabant
en koningen van Frankrijk afstam
men, zoals het volgende vers zegt:
Begga Ducissa fuit genetrixque ger-
mininis hujus,, quae fuit Angyso fe-
lici foedere iuncta. (Vrij vertaald:
Hertogin Begga was moeder van
deze stam, was door een gelukkig
huwelijk verbonden met Angyses.)
Gertrudis leefde, ongehuwd, als
abdis in het klooster van Nijvel. dat
zij gesticht had.38
Tot haar gedachtenis wordt altijd
op 27 maart, haar sterfdag, het
stadsbestuur (Lde Wet') gekozen. Zij
stierfin haar 33e levensjaar, 664 na
de geboorte van Christus.39
Gertrudis was vrouwe van Berghen.
Daarom staan nu nog in gouden
letters boven de ingang van de
Grote Kerk (die Sint Geertruyds-
kerk heet) deze woorden: Sancta
Geertrudis hujus terrae quondam
domina Sint Gertrudis, vroeger
vrouwe van dit land).40
Buiten de stad bevindt zich een ka
pelletje, Sint Geertruydskapelletje
genoemd, gewijd door bisschop
Amandus.41 Dit kleine bedehuis
heeft gestaan bij een fontein die
nu ondanks het feit dat zij regel
matig onderloopt met zout water,
haar smaak en zoetheid niet ver
liest. Daarom wordt dit water door
zieken en gezonden met goedkeu
ring van de dokters ('Medicijnen')
nog dagelijks gebruikt. De bron is
onlangs, in het jaar 1631, in harde
steen weer opgebouwd, in herinne
ring en op verzoek van de door
luchtige heer, de prins van
Oranje.42 Toen hij hier verbleef
heeft hij herhaaldelijk van dit water
gedronken en hij vond het heel
lekker.
Alle genoemde kerken, kapellen,
geestelijke personen en gestichten
(kloosters) behoren onder het bis
dom van Luik, eertijds Tongeren
en Maasticht, toen het eerste bis
dom in deze streek.43 Zonder toe
stemming van de bisschop mogen
geen geestelijke goederen worden
verkocht of kerkelijke personen
worden benoemd. De kanunniks
plaatsen in de Grote Kerk worden
nu nog aangewezen door de abdis
van Nijvel ('Mevrouwe van Ni-
velle') als opvolgster van Sint Gert
rudis, de stichtster van dat klooster.
Marktpleinen, het Markiezenhof
en andere gebouwen
De stad heeft drie marktpleinen, te
weten: de Grote Markt, de Vis
markt en de Korenmarkt. Boven
dien nog een plein waar de koop
lui gedurende hun handel dage
lijks bijeenkwamen, genaamd De
Beurse. Dit plein is beplant met
lindebomen en staat tegenover het
Princelijk of Markiezenhof. Dit
Hof is gemaakt van witte arduin
steen, zeer gerieflijk ('commodi-
eux') en sierlijk gebouwd. Dan is er
nog het stadhuis dat niet minder
uitblinkt, zowel door de bouwwijze
als door de ligging. De huizen van
de verschillende buitenlandse
koopliedengilden ('Natiën) en ede
len zijn voor het merendeel ver
woest, maar enkele zijn op hun
plaats weer opgebouwd, naar het
vermogen van de eigenaars.
Vestingwerken; belegeringen
Bergen op Zoom is tegenwoordig
een vesting met een onregelmatige
onttrek. Zij heeft aarden wallen en
diepe grachten, met verscheidene
bolwerken, hoornwerken44, halve
manen,45 linies,46 redoutes47 en
andere buitenwerken, naar gelang
het terrein het vereist of nodig
maakt.48 Bovendien vijf grote
('Royale') forten.49
Aan wat voor gevaren de stad ge
durende de tegenwoordige oorlog
onderworpen is geweest, blijkt on
der andere uit de belegering van
het jaar 1588 door de prins van
Parma en die in het jaar 1622 door
de markies (van) Spinola. Door de
kortheid van de tijd, de geweldige
aanvallen en beschietingen, het
opofferen van soldaten en muni
tie50 en de plotselinge en gedwon
gen vlucht van de vijand hebben
zij de belegeringen van Oostende
en alle andere aanvallen overtrof
fen. Dan waren er nog een groot
aantal ('menighte') van beraamde
en bekende aanslagen [op de stad].
Enkele daarvan waren (korte) aan
vallen die met een mannelijke en
onbevreesde vastbeslotenheid ('re
solutie") zijn ondernomen en met
gelijke moed weerstaan. Vooral
moet de aanslag van 1581 worden
genoemd, toen de vijand binnen
kwam door een sluis bij de Grote
Markt51 en door die sluis weer is
teruggedreven. In het jaar 1605 zijn
de poorten tweemaal in één
maand gepetardeerd ("ghevetar-
deert'),52 geopend en aangevallen
('besprongen').53 Om deze aanval
len te herdenken wordt hier nog
jaarlijks een dank- en feestdag ge
houden.54
De heren en markiezen
Wat de eigen ('natuurlijke') heren
en prinsen (markiezen) betreft:
deze stammen af van de hertogen
van Brabant.55 De heren hebben
zich altijd trouw en moedig gedra
gen in de oorlogen ('querellen')
van de hertogen en van het 'Vader-
lant' (de Nederlanden) en die dap
perheid dikwijls met de dood of
hun bloed bevestigd.56 De laatste
markies (Jan IV van Glyrnes) is in
het jaar 1567 wegens de onlusten
('Troubelen') in dienst van het
Land naar Spanje gereisd en daar
gestorven. Hierna is de stad in be
slag genomen, eerst door de Ko
ning, vervolgens door de Staten
van Brabant en daarna door de
Staten-Generaal (de Verenigde Ne
derlanden).57 Die hebben haar ge
geven aan het doorluchtige huis
van de reeds genoemde heer, de
prins van Oranje. Onder wiens
heldhaftige bescherming en loffe
lijke regering is de stad, naar haar
oude gewoonten en voorrechten,
weer wat opgeknapt en bekomen.
134
De Waterschans nr. 4 2003
Commentaar
Thomas de Rouck was niet de eer
ste die Bergen op Zoom beschreef.
Het is duidelijk dat hij al dan niet
rechtstreeks een en ander aan die
beschrijvingen ontleende, bijvoor
beeld over de stadsnaam, over de
belegeringen en over het stads
beeld. Het meest schijnt hij te dan
ken te hebben aan dominee Base-
lius, die op zijn beurt weer zaken
overnam van Guicciardini en
Braun-Hoogenberg.58 Het eigen
aandeel van De Rouck betrof de
Sint-Gertrudislegende en de be
schrijving van de rechtstoestand in
stad en markiezaat. Die uiteenzet
ting is voor de moderne lezer ook
het slechtst verteerbaar.
De door De Rouck genoemde oor
konde, zogenaamd uit '992', is een
vervalsing die vanaf de zestiende
eeuw bekend is. Dit falsum heeft
een latere vervalser geïnspireerd
tot het maken van een andere oor
konde, toegeschreven aan een
'vrouwe van Strijen' en gedateerd
op '1199'.59 De stadsnaam is twin
tig jaar geleden behandeld in een
reeks korte artikelen die dringend
herschrijving behoeven.60
Het gedeelte over stad en markie
zaat is voor de moderne lezer het
moeilijkste stuk. Het gaat over de
rechtspositie van de stad en het
platteland. Deze is door de nieuwe
staatsinrichting na de intocht van
de Fransen in 1795 vernietigd. Alle
genoemde aspecten zijn enkele ja
ren geleden in een proefschrift be
handeld.61
De haven, koopmanshuizen en
jaarmarkten zijn behandeld in het
standaardwerk van Korneel Sloot-
mans over de Bergse jaarmark
ten.62 De rechtspraak wordt in een
paragraaf van het reeds genoemde
proefschrift omschreven.63 De lol
len besprak Slootmans uitvoerig,
terwijl vorig jaar een artikel over
verwikkelingen rond de afkoop
daarvan verscheen.64 Over de pol
ders bestaan meerdere, vrij recente
bijdragen.65
De markies had kastelen te Borg-
vliet, Halsteren, Woensdrecht en
Wouw. Alleen over de laatstge
noemde burcht zijn uitvoerige arti
kelen verschenen. De korte versie
heeft (merkwaardig genoeg) over
het kasteel van Wouw meer gege
vens.
Aan de heilige Gertrudis be
steedde De Rouck opvallend veel
aandacht. Hierover zal een apart
artikel worden geschreven. Over
deze beschermheilige en haar (ver
meende) relatie met Bergen op
Zoom hebben zich meerdere ge
schiedvorsers gebogen, zodat voor
lopig naar hun publicaties verwe
zen dient te worden.66 De Rouck
135
33. De korte versie gebruikt de tenn sclioone
ende plaijsante huijsen ofte slootten'
34. De korte versie heeft hier als aanvulling
(in moderne Nederlands): 'tot dat uit
eindelijk beide partijen, die moe waren
(van de pogingen) om de kastelen te be
zetten. dat van Hoogstraten hebben ver
laten met de wederzijdse belofte deze
kastelen niet meer in te nemen, en ze
niet meer als militaire steunpunten
('stercten') te beschouwen maar neutraal
te verklaren. Wat omslachtig wordt hier
dus verteld dat men van Staatse zijde
het kasteel van Wouw en van Spaanse
zijde dat van Hoogstraten heeft ontman
teld en neutraal verklaard.
35. De geschreven versies eindigen met een
naschrift, dat een inleiding vormt tot de
genealogie van de heren en van het ei
genlijke compendium. Deze passage
sluit in de korte versie af met de aanbie
dingsdatum 24 september (het jaartal
1633 ontbreekt, maar komt wel in de
overige afschriften voor).
36. Het is niet duidelijk hoe De Rouck aan
het meervoud 'Parochies' kwam. Er was
namelijk maar één stadsparochie (die
van Sint-Gertrudis). Wel vormde het Be
gijnhof daarnaast een eigen parochie
met pastoor.
37. In de marge: O. ex Cronica Brabantia et
alijs.
38. Hier volgt een zin over de Gertrudiska-
pel, maar aangezien de rest van het ver
haal een paar regels verderop voorkomt
is deze daarheen verplaatst.
39. In de marge: Q. Uijt oude regist. Van Ne-
dert. en versch. schrijvers.
40. In de marge: R. Per concord. Inter capit.
Et opiduin "de Bergis 1493. 12 Julij. Zie SA
RIOO, 12 juli 1493.
41. In de marge: P. Bij handvesten van vrou
Hilsenit (sic!) in de Abdije van Throon in
de Kempen 992. Zie noot 16.
42. In de marge: Fredr. Henr. soon van Wil
lem den Ie.
43. In de marge: S. Ex ejusdem concor. Zie
noot 40.
44. Doorgaans langwerpig buitenwerk dat
aan de landzijde twee halve bolwerken
(de 'hoorns') heeft.
45. Buitenwerk van die vorm in de hoofd
gracht dat de voorzijde van een bolwerk
of ravelijn beschermde.
46. Vermoedelijk wordt hier de linie van de
Bospoort naar Kijk in de Pot bedoeld.
47. Zware vestingtorens, geplaatst voor de
brug aan de landzijde. Te Bergen op
Zoom stonden er voor de Wouwse en de
Bospoort, op Kijk in de Pot en op
Bleijenburg.
48. In de marge: N.B. De stad is tot versclieij-
de reijsen met nieuwe fortificatiewerken
voorsien, dog besonder in de jaeren 1672.
1698. Tot 1703. waerdoor sij een van de
sterkste vestingen is geworden die in Euro
pa bekent is.
49. Bedoeld zijn de Zuid- of Waterschans,
de Noordschans en de drie forten in de
linie naar Steenbergen: De Roovere,
Pinssen en Moermont.
50. In de marge: 71 Hondius De Fortijicat.
1624.
51. Onnauwkeurig: hel betrof hier de Ko
renmarkt, die aan de Verlorencostpoort
was gelegen.
52. Beschadigd met pelardesmet buskruit
gevuld oorlogstuigen, een soort mortie
ren.
53. De aanvallen vonden in augustus en
september 1605 plaats en richtten zich
vooral op de havenpporten, met name
de Houtpoort.
54. De versie in bibl. 7616 heeft als aanteke
ning: is opgehouden Anno 1691 wanneer
de laeste is gehouden.
55. In de marge: V. ex dipl. Philip ducis 1474.
Dit stuk is onbekend.
56. In de marge: X. Berge op de Schelde
1300. Nansij 1477; IToij 1482. Voor het
eerste jaartal zie noot 15. De andere ver
melding betreft de rol van de heren van
Bergen op Zoom en hun zonen in de
veldslagen bij Nancy en Hoei, ten tijde
van hertog Karei (de Stoute) van Bourg-
ondië.
57. Bedoeld zijn de confiscaties (beslagne
mingen) door Filips II (1567-1577). door
de Staten van Brabant (1584-1609) en
door de Staten-Generaal (1621-1649).
Het Markiezaat was gedurende die lijd
in handen van Prins Willem van Oranje,
diens zoons Maurits en Frederik Hen
drik en zijn kleinzoon Willem II.
58. Over dit onderwerp dient een afzonder
lijke publicatie te verschijnen. Zie voor
lopig: C.P. Iriks, 'Bergen op zoom en
Guicciardini's 'Beschrijvinghe van alle
de Neder-Landen', De Waterschans 32
(2002) 180-186 en 33 (2003) 32-37.
59. AM. Dillo en GAM. van Synghel. 'De
valse schenkingsoorkonde van Beatrix
van Strijen (1199). Een dilpomatisch on
derzoek', in: Van Blauwe Sloep tot Cit
adel: Varia Historica Brabantica Nova Lu-
dovico Pirenne dedicata ('sHertogen-
bosch 1988) 21-32, vooral 22.
60. W. van Ham, 'De stadsnaam Bergen op
Zoom', De Waterschans 13 (1983) 27-
28; 14 (1984) 28-31 en 65-68.
61. W.A. van Ham, Macht en gezag in hel
Markiezaat. Een politiek-institutionele
studie over stad en land van Bergen op
Zoom (1477-1583) (Hilversum 2000).
vooral de delen I. II, hoofdst. 4 en III.
hoofdst. 7 en 8.
62. C. Slootmans, 'Het kasteel van Wouw',
De Ghulden Roos 3 (1943) 99-138; en
WA van Ham, 'Het kasteel' als onder
deel van 'Wouw in de middeleeuwen',
in: A. Delahaye e.a., Woide.... die Wouda
(Wouw 1980) 74-107.
63. Van Ham, Macht en gezag, 281-282.
64. Slootmans, Paas- en Koudemarkten, 185-
230; Van. Ham, Macht en gezag, 334-
335; idem. Bergen op Zoom in het na
deel', 13-20.
65. WA. van Ham, 'Langs Schelde en Een
dracht: het polderlandschap vóór 1584',
De Ghulden Roos 35 (1975 42 8: idem,
'Macht, water en modder. Politieke ge
schiedenis en het West-Brabantse zee
kleilandschap (twaalfde -zestiende
eeuw). Brabants Heem 53 (2001) 45-61.