De Geschiedenis van Bergen op Zoom XIX
De Waterschans nr. 4 2003
De Waterschans nr. 4 2003
Tussen Utrecht en Aken 1713-1748
142
143
drs. GA Huijbregts
1. De Verlichting
De achttiende eeuw is de eeuw
van de Verlichting, een tijd vol
nieuwe ideeën. De bedenkers van
die nieuwe opvattingen noemde
men filosofen. In navolging van
hun voorlopers uit de zeventiende
eeuw zoals Descartes, John Locke
en Spinoza waagden ze het om de
bestaande ideeën in twijfel te trek
ken en die opnieuw te beredene
ren zonder zich te laten leiden
door de paus, de staat, de bijbel of
de geschriften van geleerde Grie
ken en Romeinen uit de klassieke
Oudheid. Daar was moed voor no
dig, want vrijheid van meningsui
ting was nog een onbekend goed.
De nieuwe gedachten werden ver
spreid door schrijvers die we de
verlichte filosofen noemen. Er wa
ren vorsten die sympathiseerden
met (sommige) verlichte opvattin
gen en die toepasten in hun be
stuur. Zij staan te boek als de ver
lichte despoten. Despoot heeft in
dit geval niet de ongunstige bete
kenis die wij eraan hechten.
De verlichte filosofen lieten zich
hoofdzakelijk leiden door het
menselijk verstand. Deze richting
in de filosofie heet het rationa
lisme of de Verlichting. Natuurlijk
Ajb.l. De bekendste verlichte filosoof is
Francois Marie Arouet, beter bekend als
Voltaire (1694-1778).
gold ook hier: zoveel hoofden, zo
veel zinnen. In grote lijnen kunnen
we echter enkele meer algemene
opvattingen onderscheiden, die
duidelijk afwijken van de be
staande visies. Zo waren veel acht-
tiende-eeuwse denkers van mening
dat alles wat het menselijk ver
stand niet kon bewijzen of begrij
pen op z'n minst in twijfel moest
worden getrokken. Daardoor kwa
men ze in botsing met bijvoor
beeld de kerk, want ze verwierpen
heel wat geloofsartikelen zoals de
Openbaring, de wonderen, de erf
zonde, de Goddelijke Voorzienig
heid, de opvatting dat het gezag
van God komt en de Bijbel een
door God geïnspireerd boek is.
Een enkeling onder hen was zelfs
atheïst, dat wil zeggen dat hij niet
in God geloofde. De meeste filo
sofen meenden evenwel dat het
menselijk verstand het bestaan van
God kan bewijzen. Deze richting
heet het deïsme. Het woord is af
geleid van het Latijnse woord
Deus, dat God betekent. Maar dat
die God geopenbaard zou hebben
hoe Hij gediend wilde worden, dat
accepteerden zij niet, want dat kan
de mens met zijn verstand niet be
wijzen.
De nieuwe opvattingen leidden tot
praktische consequenties. Als de
mens niet kan weten welke gods
dienst God wil, waar haalt dan de
staat het recht vandaan om een be
paalde godsdienst voor te schrijven
of voor te trekken? Godsdienstige
verdraagzaamheid, tolerantie,
scheiding van kerk en staat, dat
waren dan ook de voor de hand
liggende gevolgtrekkingen. Natuur
lijk verzetten de bevoorrechte ker
ken zich tegen dergelijke ideeën.
In Frankrijk, Spanje en Oostenrijk
(met de Zuidelijke Nederlanden)
was dat de katholieke kerk, in
Skandinavië en in menige Duitse
staat de lutherse kerk, in de Repu
bliek en in Schotland de her
vormde kerk. Dat de achtergestelde
katholieken in de Republiek vóór
afschaffing van de staatskerk wa
ren, ligt voor de hand. Ze zouden
er immers op vooruitgaan.
Een andere praktische consequen-
Afb.2. Een jongensschool op het eind
van de 18"e eeuw. (anoniem. Stedelijk
Museum Gouda).
tie was het bestrijden van de hek
senwaan. Dat heksen contact zou
den hebben met de duivel vond
men in strijd met het gezond ver
stand. Ook het martelen van ver
dachten om een bekentenis af te
dwingen of als straf werd afge
keurd. Dat hing weer samen met
het ontkennen van de erfzonde.
Het geloof leerde dat de mens als
gevolg van de erfzonde geneigd is
tot het kwaad. Menig schrijver ver
wierp de leer van de erfzonde en
ging ervan uit dat de mens van na
ture goed is. Misdadigers zag men
meer als slachtoffers van hun om
geving of van gebrek aan onder
wijs. Wie inziet hoe verkeerd het is
om misdaden te bedrijven, zou
vanzelf op het goede pad blijven.
De leuze werd dan ook: kennis is
deugd; of zoals een ander filosoof
het uitdrukte: Bouw tien scholen
en je kunt weer een gevangenis af
breken. Alle reden dus voor de ver
lichte despoten om het onderwijs
te bevorderen.
De opvatting dat het gezag van de
mensen komt, leidde tot de con
clusie, dat een vorst niet aan God,
maar aan zijn volk verantwoording
moet afleggen over zijn bestuur en
dat het volk het recht heeft om een
vorst desnoods af te zetten. Ande
ren trokken die overweging verder
door en wilden in een grondwet de
rechten en plichten van vorst en
volk vastleggen. Het voorstel om
de rechten die de mens van nature
heeft, schriftelijk vast te leggen, da
teert van deze tijd. Dergelijke op
vattingen gingen de absolute vor
sten te ver, ook de verlichte despo
ten. Die gingen in zoverre met de
Verlichtingsideeën mee, dat zij
hun macht wilden gebruiken tot
heil van hun onderdanen. Hun
leuze was: Alles voor het volk,
maar niets door het volk. Met dat
laatste gaven ze te kennen dat ze
niets voelden voor een beperking
van hun macht of voor een grond
wet. Van een democratie moesten
ze niets hebben.
Hoe dachten de verlichte filosofen
hun idealen te realiseren? Ruwweg
zijn er twee mogelijkheden: de vor
sten overtuigen van de juistheid
van de verlichtingsideeën en de
daaruit voortkomende consequen
ties of met een revolutie de vorst
afzetten en een democratische re
publiek in het leven roepen. Om
dat de meeste schrijvers uit meer
welgestelde kringen kwamen en je
nooit van tevoren weet waar een
revolutie op uitdraait, kozen de
verlichte filosofen voor de vreed
zame weg. Zo was Voltaire een wel
kome gast aan het hof van Frederik
II de Grote van Pruisen en bij Ka-
rel Theodoor.
2. De Republiek en de Verlichting
Heeft Bergen op Zoom iets met de
Verlichting van doen gehad of is
deze stroming ongemerkt aan het
Markiezaat voorbijgegaan? Op
deze vraag willen we hier wat na
der ingaan. De Republiek kende
geen absolute vorst. Er was wel
censuur, maar niet zo streng. Van
daar dat menig schrijver hier zijn
boeken liet drukken. Zo speelde de
Republiek een rol van betekenis in
de verspreiding van de nieuwe
ideeën. Vooral Franse schrijvers
hebben daar gebruik van gemaakt.
Van hieruit gingen de boeken alle
kanten uit. Dat ze in het Frans wa
ren geschreven was geen pro
bleem, want Frans was destijds de
taal van de hogere standen en de
geletterden en de Verlichting
leefde in hoofdzaak bij de rneer
ontwikkelden. De grote massa had
weinig belangstelling voor de theo
retische beschouwingen, wel voor
de uitwerking ervan in de praktijk.
Een echte wantoestand was de
bloedige vervolging van meestal
bejaarde vrouwen die om een of
andere dwaze reden werden be
schuldigd van hekserij. Zij zouden
seksuele contacten hebben met de
duivel en daardoor in staat zijn om
andere mensen rampen te bezor
gen. Door martelingen daartoe ge
dwongen bekenden de ongelukki-
gen dat ze schuldig waren. De
rechter veroordeelde hen vaak tot
de dood op de brandstapel. Het
was de Friese dominee Balthasar
Afb.4. Kaart van Markiezaat van Bergen op Zoom en de Baronie van Breda uit 1739.
Ajb.3. Heks met duivels. Schilderij van
D. Ryckaert de Jonge.
ï'^NtEUWX ICAAK.T VATS" DE B .VUCWIE "VWN ÏIIEDA EN" 'T
rZLTj MAJUvGERAAFS CHAJ? VAN BERGEN Oï Zo om, t» Altist, bj Jsaai. Tn-ion