De Waterschans nr. 4 2003
AJb.8. Interieur van de katholieke schuilkerk aan de Korenmarkt, zoals die kerk er circa 1800 kan hebben uitgezien. De tekening
is gemaakt door K Warmoeskerken naar een ontwerp door Charles de Mooij.
(Overgenomen uit:Charles de Mooij: Om de vruchten van Gods Berg. De Bergse kerkgenootschappen en hun conflicten 1795-1814)
Bergen op Zoom 1983.
zinden of orangisten en de staats-
gezinden. De prinsgezinden wilden
een machtige stadhouder; de
staatsgezinden hadden er liever
geen. Door de omwenteling van
1747 kregen de prinsgezinden het
voor het zeggen. Zij steunden de
stadhouder, maakten zijn functie
erfelijk en kenden hem veel be
voegdheden toe. Het volk ver
wachtte van hem dat hij de Fransen
zou verdrijven en een einde zou
maken aan de ingeslopen misbrui
ken. Het eerste was niet moeilijk,
want dankzij de vrede van Aken
verlieten de Fransen het land vrij
willig. Van het tweede kwam vrijwel
niets terecht. Willem IV (1747-1751)
en ook zijn zoon Willem V (1751-
1795) misten het politieke inzicht
en de energie om met succes in te
grijpen. Ze omringden zich met
trouwe vrienden die vooral uit wa
ren op vette baantjes. Onderling
verdeelden die de lucratieve amb
ten zonder te letten op bekwaam
heid. Zo ontaardde de Republiek in
een oligarchie (Letterlijk: een rege
ring van weinigen) of familierege
ring. Dat misbruik besmette ook
menig stadsbestuur. Buitenstaan
ders kwamen er moeilijk tussen.
Zelfs kinderen kregen invloedrijke
posten. Het zoontje hoefde alleen
maar de inkomsten op te strijken
en de familie zorgde wel dat het ei
genlijke werk door een goedkope
kracht werd uitgevoerd.
De staatsgezinden waren gevoelig
voor de ideeën van de Verlichting.
Zij beloofden herstel van de wel
vaart en een bestuur met meer in
vloed voor het volk. Dat de prins
zou kunnen uitgroeien tot een ver
licht despoot, geloofden ze niet en
dus ijverden ze voor afschaffing
van het stadhouderschap. Ze
noemden zich patriotten, hoewel
die benaming aanvankelijk door
de prinsgezinden werd gebruikt.
Terwijl de prinsgezinden veel aan
hang hadden onder het gewone
volk, treffen we de ontwikkelde
middenlaag meer bij de patriotten
aan. Bij de patriotten kun je een
aristocratische richting onder
scheiden en een democratische.
De aristocraten wilden eigenlijk
niet verder gaan dan de plaatsen
innemen van de prinsgezinde re
genten; de democraten wilden in
vloed op het bestuur. Alle richtin
gen maakten ijverig gebruik van de
daikpers om elkaar te bestrijden.
Ook koffiehuizen, sociëteiten en
leesgezelschappen waren trefpun
ten voor geestverwanten. Kranten
en bladen deden mee aan de ver
spreiding van de Verlichting. Het
zou echter tot 1794 duren eer Ber
gen op Zoom een eigen weekblad
had. Het kwam uit onder de naam:
Nuttig en Vermaaklijk Weekblad
voor burgers en landlieden.
8. Bergen op Zoom en de
patriotten
Hoe was de situatie in Bergen op
Zoom? Waren daar ook prinsgezin
den en patriotten? De stad was in
zoverre uniek dat er twee verschil
lende groepen van ambtenaren
waren: zij die in dienst waren van
de overheid zoals de Staten-Gene-
raal, de Raad van State, de Raad
van Brabant of van het stadsbe
stuur en daarnaast zij die in dienst
waren van de markies. Terwijl de
eerste groep uit gereformeerde
prinsgezinden bestond, telde de
andere groep ook katholieken. Die
voelden meer voor de patriotten,
maar ze hielden zich rustig. Ze
148
De Waterschans nr. 4 2003
hadden ook geen eigen legertje.
Een interessante vraag is: Welke fa
milies maakten in Bergen op
Zoom in de achttiende eeuw de
dienst uit en maakten die ook on
derlinge afspraken, de zoge
naamde "contracten van corre
spondentie"? We maakten reeds
kennis met de familie De Groot,
nazaten van de grote geleerde
Hugo de Groot. Deze familie ves
tigde zich in Bergen op Zoom in
1680. Hugo Cornets de Groot was
vijf jaar toen hij drossaard van Ber
gen op Zoom werd. Zijn zoon mr.
Pieter Comets de Groot (1684-
1747) volgde hem in 1707 op. An
dere bekende regentenfamilies
zijn: Van Overstraten, Faure, Turcq,
Van Mattemburgh, Adan, Van der
Creke, Brouwers en Noydens. Het
valt op dat Bergen op Zoom in
1787 geen rellen kende zoals Den
Bosch en Tholen. Het Bergse gar
nizoen bleef gedisciplineerd. Het
was wel even schrikken toen het
bataljon dat in 's-Hertogenbosch
zo tekeer was gegaan tegen de pa
triotten - of beter gezegd tegen de
rijke burgers, want een plunderaar
heeft meer oog voor bezit dan voor
politieke richting - naar Bergen op
Zoom kwam. De gouverneur van
de stad baron van Hardenbroek tot
Hardenbroek liet echter het batal
jon op 6 december 1787 ontwape
nen. Hij nam alle geroofde voor
werpen in beslag en sloot de plun
deraars op. De buit bestond uit ju
welen, gouden en zilveren sie
raden, kleren, gebruiksvoorwerpen
enz., alles bijeen een enorme buit.
Er waren zelfs kostbaarheden bij
die van Tholen kwamen. Alles ging
zoveel mogelijk terug naar de eige
naars. Ook in Bergen op Zoom wa
ren de burgers bang voor plunde
ringen, niet zozeer door het garni
zoen als wel door het gepeupel. Er
gebeurde evenwel niets verontrus
tends. Dat de magistraat geen pa
triotten vervolgde, droeg daar zeker
toe bij. Het grootste deel van de in
woners was prinsgezind. Omdat
Willem V in al zijn rechten en
waardigheden was hersteld, be
sloot het stadsbestuur de verjaar
dag van prins Willem V, 8 maart
1788, uitbundig te vieren. Op voor
stel van de buitenburgemeester S.
van Henneveld organiseerde de
magistraat voor rekening van de
stad een "Vreugde Maaltijd" met
bal na voor de gouverneur, zijn of
ficieren en alle "fatsoenlijke bur
gers". De onder-officieren en ge
wone soldaten van het garnizoen
kregen bier, brood, kaas en pijpen
met tabak. Voor de kinderen in het
weeshuis was er twintig gulden be
schikbaar. 's Avonds waren de hui
zen geïllumineerd en vond het tra
ditionele vuurwerk plaats. De gou
verneur liet zich evenmin onbe
tuigd en gaf op zijn beurt een sou
per met bal voor officieren en le
den van het stadsbestuur met hun
dames. Er was muziek en de stem
ming was zo goed dat het festijn
uitliep tot de volgende ochtend
acht uur. Eventuele tegenstanders
waren uitdrukkelijk gewaarschuwd
om niets te ondernemen dat aan
leiding zou kunnen geven tot on
geregeldheden, maar alles verliep
in pais en vree. Waren er dan geen
patriotten in Bergen op Zoom?
Die zijn er zeker geweest, maar te
weinig blijkbaar om een vuist te
kunnen maken. Dat blijkt ook uit
Afb.9. Spotprent op de Patriotten. "Kee-
zeif'was een scheldnaam voor de Patri
otten, vooral voor de leden van hun
vrijcorpsen.
het feit, dat er bij de komst van de
Pruisen slechts een enkele patriot,
namelijk Jan Anthony van Cleeff,
de stad verliet, maar hij mocht in
1789 al terugkomen. Zelfs vanuit
andere plaatsen uitgeweken patri
otten liet men in de stad toe. Zij
zouden meer leven in de brouwerij
brengen.
In april 1788 ontving de Bergse
magistraat een verzoek van het
stadsbestuur van Amsterdam om
de patriotse krant "Le Courier de
L'Escaut" te verbieden. Het blad
stond vol beledigingen aan het
adres van de prins, zette aan tot
verzet en zou in Bergen op Zoom
worden gedrukt. De Bergse stads
bestuurders waren verontwaardigd,
want het blad kwam niet uit hun
stad. Bergen had niet eens een
drukkerij. Ze haastten zich om in
de grote orangistische dagbladen
een advertentie te laten zetten met
als strekking, dat het gerucht over
Bergen op Zoom absoluut vals was
en dat de goede naam van de bur
gerij ten onrechte werd bezoedeld.
Om de trouw aan Oranje te onder
strepen, was er ook op de verjaar
dag van prinses Wilhelmina vuur
werk en hingen er nieuwe vlaggen
uit bij het stadhuis en andere
openbare gebouwen.
9. De laatste markies van Bergen
op Zoom
Dat was hij inderdaad. Karei Theo-
door van Palts-Sulzbach. De
Theodorushaven en de Woens-
drechtse Prins Karelpolder (1728)
zijn naar hem genoemd, terwijl de
Augustapolder de naam van zijn
echtgenote in herinnering houdt.
Karei Theodoor heeft al zijn voor
gangers overtroffen in macht en
aanzien. Op 7 september 1729
hadden de Staten-Generaal hem
officiëel met het Markiezaat be
leend, maar omdat hij veel te jong
was bestuurde zijn overgrootmoe
der, de hertogin-weduwe van Aren-
berg en Aerschot, als regentes Stad
en Land van Bergen op Zoom tot
1742. Dan laat Karei het bestuur
over aan zijn Raad- en Rekenka
mer. Zijn onderdanen hier zouden
hem niet meer zien.
Karei Theodoor is een goed voor
beeld van een verlicht despoot. Hij
deed veel voor zijn onderdanen,
maar die in het Markiezaat merk
ten daar weinig van, ook niet na de
ramp van 1747. Op 16 februari 1799
overleed Karei Theodoor, niet be-
149
V, /-' /.r'./i/i' /utcvr. .■['oc/tfr cA.v/ rOoji&Ji*
'/cc t-rcü/ -iraai* cli-71
■j, />-</ etrou Ocfi&jf'rn
Ju: A om; - ('zy/ai />a/c "iet vraiycZ >tu/e yuan-