c
De Waterschans nr. 4 2003
Den wijncaart der sielen
De Waterschans nr. 4 2003
Bergen op Zoom opnieejw beschreven
m
I
Thomas de Rouck en de Bergse geschiedenis
pRiViLECioRirm. cum. C_G
TM
-ft™
N
1 29
Ben Daeter
Je moet er wat voor over hebben
om in Grobbendonk een ruïne
te bezichtigen die ooit een kloos
ter was waarover een Bergenaar de
leiding had. Eerst met de auto naar
Antwerpen, dan richting Herentals,
waar bij het Albertkanaal Grob
bendonk ligt. Het dorp is ontstaan
rond een typische Frankische dries
of dorpsplein. De heren van Grob
bendonk hadden er hun kasteel op
de plaats waar de Kleine Nete sa
menvloeit met de Aa, overigens
nog steeds een toeristische trek
pleister vanwege de nog werkende
13de eeuwse watermolen.
Je bestemming is juist ook de plek
waar de Kleine Nete in de Aa uit
komt. Het smalle weggetje langs de
Kleine Nete is aan de linkerkant
ook nog eens afgebakend met prik
keldraad. Hier bevond zich de
Britse militaire basis met een op
pervlakte van ruim 300 hectare,
aangelegd tijdens de Koude Oor
log in 1950. Zoals de meeste mili
taire domeinen is het tot een na
tuurgebied geëvolueerd. Maar je
bent er nog niet: 500 meter door
lopen en je ziet als een oase, mid
den in het militaire kamp, een en
clave waar de ruïnes van de vroe
gere kloosterkerk van de Onze
Lieve Vrouw Ten Troonpriorij nog
bewaard zijn gebleven. Het kloos
ter werd opgetrokken langs de
oude weg van Grobbendonk naar
Herentals, vlakbij de verwoeste
wolmolen op de 'Kleine Nete'.
Alle moeite wordt beloond. Er gaat
iets door je heen: over dit man
nenklooster had een Bergenaar
ooit de leiding!
De priorij werd in 1414 door ridder
Arnold van Crayenhem, heer van
Grobbendonk, gesticht. In 1572
bezochten voor het eerst de Geu
zen het klooster en lieten het ge
plunderd achter. In 1579 werd het
gebouw totaal verwoest, zoals bijna
elk gebouw in Grobbendonk. Een
brand maakte in 1798 van Ten
Troon de ruïne zoals hij er nu uit
ziet. Zelfs de puinhopen van de ge
wijde plaatsen zouden het moeten
ontgelden toen in 1950 de Britse
militaire basis deze plaats wilde in
nemen. Gelukkig heeft de kanun
nik Floris Prints dit kunnen tegen
houden. Het verval zal nu niet ver
der gaan, want in 1978 is de priorij
en de omgeving een beschermd
monument geworden.
Een Bergse schrijver en prior
Jacob Roecx werd omstreeks 1480
in Bergen op Zoom geboren. Hij
groeide uit tot priester en asceet en
behoorde tot de congregatie van
Windesheim, die een hoogstaande
geestelijke en kunstambachtelijke
vlucht heeft genomen. Vooral de
boekverluchting werd er ijverig be
dreven. Jacob was eerst kanunnik
van deze priorij van Onze Lieve
Vrouw Ten Troon en vanaf 1506
had hij er de leiding over.
Roecx heeft het een en ander ge
schreven en al zijn bekende wer
ken zijn na zijn dood in druk ver
schenen. Het bekendste is zijn Den
wijngaert der sielen (1544), een
breed verspreid passieboekje dat
de lezer door overwegingen, oefe
ningen en gebeden tot in detail
binnenleidt in lijden, dood en op
standing van Christus. De schrijver
A. Ampe heeft gewezen op ontle
ningen aan Jan van Ruusbroec.
Plagiaat, het kwam in die tijd wel
meer voor. Volgens Ampe is de Ex-
cercitia de vita et passione Jesu
Christi, dat in minstens tien druk
ken tussen 1548 en 1706 op naam
van de dominicaan Johann Tauler
verscheen, gewoon een vertaling
van de Den wijngaert der sielen 1
Andere bekende werken van Roecx
zijn: Een seer devoot boeexken om
een yeglielijk hem selven inden mis
sen te oeffenen (1545) en Den
gheesteeliken steen (1556).
Nu zouden we te chauvinistisch
zijn te beweren dat Jacob Roecx de
enige belangrijke ascetische schrij
ver van deze priorij zou zijn ge
weest. Vermeldenswaard zijn de
preken van Jan Storm, omstreeks
1425-1488), 'door een zuster uit
zijn mond' opgetekend. Ook hij
was eens prior van dezelfde priorij
(2), evenals de asceet Cornelis Bel
lens (gestorven in 1573), ook van
deze priorij (3).
Maar ja, een beetje trots zijn we
wel: een Bergenaar van geboorte
die eens over dit belangrijke kloos
ter de scepter zwaaide.
Bronnen
Dr. Willem van Ham
De Beschrij\'inge der Stadt Berghen op den Zoom ver
scheen in 1645 als deel van het onderschrift bij een her
uitgave van het reeds elf jaar eerder door Samuel de Swaef
en Jacobus van den Heede vervaardigde gezicht op Bergen
op Zoom.1 Hoewel de naam van de schrijver ontbreekt is het
duidelijk dat het hier Thomas de Rouck betreft. De be
schrijving bestond immers twaalf jaar eerder en was toen wel
ondertekend. Zij was opgenomen in het voorwoord van een
boekje met een samenvatting van de stedelijke rechten, een
Compendium dat, weliswaar in handschrift, te Bergen op
Zoom goed bekend en verspreid was. Enkele kopers van de
in 2002 verschenen nieuwe herdruk van dat stadsgezicht
vroegen om de tekst in modern Nederlands om te zetten.
Bovendien verlangde men verklaringen van de soms
vreemde woorden die erin voorkomen. Aan deze wens wordt
hieronder voldaan.
Levenswerk
Thomas de Rouck werd gedoopt
op 21 november 1592 als zoon van
Lambrecht (Lambertus de Rouck,
uit Antwerpen) en van Chathe-
reyne (Catharina) van der Borcht
(van der Burcht, uit Brussel). In de
plaatsen van herkomst tekent zich
de emigratie uit het Zuiden naar
Noord-Nederland af. Thomas
huwde in 1623 met Cornelia van
Oosten, dochter van de rentmees
ter David van Oosten en van Sara
Heeren. Hij verwekte bij haar elf
kinderen, allen gedoopt (1624-
1642) te Bergen op Zoom. Hij
overleed aldaar 5 september 1660.2
De Rouck was meer dan een zon
dagsschrijver of -dichter. Hij was
van 1624 tot 1650 onafgebroken
lid van het Bergse stadsbestuur of
vroedschap: van 1624 tot 1627 als
schepen, van 1628-1630 als rent
meester, daarna burgemeester van
1631-1640, vervolgens 1641-1643
en 1645 opnieuw schepen, wees
meester in 1644 en 1646-1647 en
tenslotte opnieuw burgemeester
1648-1650.3
De beschrijving van Bergen op
Zoom komt voor in zijn oudst be
kende pennenvrucht, het Compen
dium. Dit was een handboekje dat
hij voor zijn collega's in het stads
bestuur samenstelde. Om het doel
van het geschrift te begrijpen dient
men te weten dat de stad Bergen
op Zoom tot 1795 een eigen regel
geving voor bestuur en rechtspraak
kende. Die regels waren doorgaans
in de vorm van voorrechten (privi
leges) aan de stad geschonken
door haar eigen heren en soms be
vestigd en aangevuld door de her
togen van Brabant als haar lands
heren. Zij waren oorspronkelijk ge
schreven op perkamenten, van ze
gels (in plaats van handtekenin
gen) voorziene brieven, zoge
naamde charters of oorkonden. De
documenten werden bewaard in
een ijzeren kist die oorspronkelijk
in de kerktoren, later in het stad
huis stond. Om die niet telkens te
hoeven raadplegen waren de stuk-
c
C A
Jacob Roecx
(1).A. Ampe, 'Den wijngaert der sielen' van
Jacob Roecx als diets origineel van Tau-
ler's 'Excercitia' en zijn verhouding tot
Frans Vervoort. In: Ons Geestelijk Erf,
34. 1960.
(2).Jan Storm e.a., Preken, Zuid-Brabant
(klooster Jericho te Brussel), 1466 en
1467.
(3).E Prins, Drie ascetische schrijvers der
Troonpriorij, Jan Storm (gest. 1488), Jacob
Roecx (gest. 1527) en Cornelis Bellens
(gest. 1573), Verslagen en Mededeelin-
gen der Koninklijke Vlaamsche Acade
mie voor Taal- en Letterkunde, 1932, p.
2 65-273.
De ruïne van de priorij van Onze Lieve Vrouw Ten Troon.
Vkoijf SuccvtuUs I
'cbiiwwi
Afb.l. Titelblad van het
Compendium Privilegi-
orum cum Nottijs sus-
cinctis, (handboek van
de stedelijke voorrechten
met toelichtende aante
keningen) uitgegeven
door Thomas de Rouck,
Huius Rei pubjlicael
Consule Primario (eer
ste raadsheer van deze
stad), 1633. Gelijktijdig
afschrift. Regionaal His
torisch Centrum Bergen
op Zoom, Stedelijke ar
chieven, SA inv.nr. 5376.
Jüitlr 'Hetjnié: CtmfuA"
nviariö
W.A. van Ham, 'Het stadsgezicht op Ber
gen op Zoom door Samuel de Swaef
U634) herdrukt'. De Waterschans
31(2001) 101-115.
Fred. Caland. 'Geslacht de Rouck'. De
Nederlandsche Leeuw I (1883) 13-15. ge
corrigeerd met behulp van de doop- en
trouwregisters van de Hervormde Kerk
van Bergen op Zoom.
Regionaal Historisch Centrum Bergen
op Zoom. lijsten van stadsbestuurders.
Er waren twee burgemeester: de binnen-
en de buitenburgemeester. De Rouck
was buitenburgemeester 1631-1634,
1637-1638, 1649 en 1650 en binnenbur-
gemeester 1635-1636, 1639-1640 en
1648. De buitenburgemeester had
vooral een politieke functie, terwijl de
binnenburgemeester voorzitter was van
de schepenbank (voluit: 'burgemeester
binnen de banke').