Sumptuous Memories
De Waterschans nr. 1-2004
zit van de goederen van Berges.40
Het volgende stuk, van zes jaar
nadien, noemt de villa de Bergis et
appendiciis (de villa Bergen en wat
er bij hoort) die een eigen bezit
allodiumzouden zijn van de hei
lige Gertrudis.41 De ingelaste ver
melding in de zogenaamde oor
konde uit 966 en de valse vermel
ding uit 967 betitelen de goede
ren als het erfdeel hereditas resp.
patrimonium) van Sint Gertrudis
in de gouw Texandrië.42 Zij komt
daarin dus naar voren als bezitster
van goederen, niet als heerseres of
vrouwe van het land.
Op de grens van twee culturen
De Rouck bevond zich met zijn
Gertrudisvers op de grens van
twee culturen. De ene, de prote
stante, zegevierde in het vrijge
vochten noorden van de Neder
landen. Hier aanvaardde een
vooral sinds 1585 groeiende
meerderheid de Reformatie. Zij
maakte er de godsdienst van de
staat van. Ook te Bergen op Zoom
waren de protestanten gedurende
lange tijd in de meerderheid.43
Het contrareformatorische katho
licisme, gerestaureerd in het on
der Spaanse heerschappij terug
gebrachte Zuiden, herwon daar
hart en ziel van het volk. Dit pro
ces van verschuivende geloofsver-
houdingen was in de tijd van De
Rouck in volle gang.
Door zijn herkomst en persoon
lijke belangstelling voelde de
schrijver zich verbonden met het
middeleeuws verleden. Dat was
voor hem aantrekkelijk wegens de
kleurrijke cultus van kerk en adel,
de ridderlijke idealen en de le
gendarische vorsten. De Rouck
liet zich in een ledighe uyre (een
vrij uurtje) daarom gemakkelijk
verleiden tot dichterlijke mijme
ringen over een heilige uit die
tijd. Alleen de vermelding dat het
Bergsche volck 'anders' is verlicht
(ingelicht, voorgelicht) laat zien
dat hij toch de voorkeur gaf aan
hervormde opvattingen. Er was
dan ook een aanmerkelijk verschil
van mening tussen rooms en on
rooms over de verering van heili
gen. Volgens de rooms-katholieke
leer is het brengen van eerbewij
zen aan heiligen niet alleen ge
oorloofd: het wordt zelfs zeer aan
bevolen, want het brengt mensen
dichter bij God. Men verwacht op
voorspraak van de heiligen verho
ring van gebeden die men tot hen
richt. Zij kunnen in de hemel bij
zondere gunsten bewerken. Van
ouds bestaan allerlei vormen van
verering: het invoeren van spe
ciale misformulieren, het uitspre
ken van aparte gebeden en lita
nieën, het oprichten van altaren
en beelden, het organiseren van
processies en bedevaarten, de cul
tus van relieken enzovoort.
Het protestantisme verwerpt dit
alles, vooral op bijbelse gronden.
Dit soort heiligheid komt immers
in de bijbel niet voor. God is de
heilige bij uitstek en de term 'ge
meenschap der heiligen' gaat uit
sluitend over de gemeenschap
van de gelovigen hier op aarde.
Contact door gebed met hemel
bewoners om vergeving van zon
den of gunsten te krijgen wordt
uitgesloten.44
Dominee Jacob Baselius, een van
de eerste predikanten van Bergen
op Zoom, ging fel tekeer tegen de
heiligenverering en het verdienen
van aflaten (kwijtschelding van tij
delijke straffen). Gertrudis, zo
schreef hij, wordt door bijgelovige
mensen vereerd tegen de ratten
en de muizen.45 Waarschijnlijk is
het op zijn initiatief geweest dat
men het opschrift ter ere van de
heilige boven de kerkdeur on
zichtbaar maakte door er een bij
beltekst overheen aan te brengen.
Uitdagend koos de hervormde ge
meente voor een spreuk uit het
boek van de profeet Jesaia (Isaias)
56, vers 7: Domus mea, domus
orationis vocabitur (mijn huis zal
een huis van gebed genoemd
worden). Het was tevens het citaat
waarmee Jezus kooplieden uit de
tempel te Jeruzalem verdreef.46
Een hatelijker diskwalificatie van
de heiligenverering kan men nau
welijks bedenken. Baselius juichte
de verbranding toe van het 'Zwar
te Kruis' dat eertijds te Bergen op
Zoom vereerd werd. Daarbij wees
hij schamper op het vernielen van
de beelden in de kapellen van
Sint Gertrudis bij Borgvliet, van
Sint Quirinus te Halsteren en van
Sint Ontcommer te Steenber
gen.47
Naschrift
Het werkelijke leven van Gertru
dis speelde zich af binnen de
marges van Austrasië, een op de
kaart vaag te onderscheiden ge
bied in het westen van huidige
België en aangrenzende streken.
Bergen op Zoom en omgeving
maakten deel uit van de buiten
rand van dat gebied. Haar afstam
ming en levensgeschiedenis kon
De Rouck nog niet helemaal los
maken van legenden en verdicht
sels. Een verbinding tussen dit
heiligenleven en zijn stad en
streek vond hij door middel van
interpretatie van gegevens die
door de moderne bronnenkritiek
op zijn minst twijfelachtig zo niet
vals genoemd worden. In een bij
behorend vers stelde de Rouck
zich open als minnaar van de ge
schiedenis en bewonderaar van
het Bergse kerkgebouw. Hij was ge
voelig voor de fascinatie van het
verleden. Dat hij door zijn dichter
lijke geest nog wat extra's aan de
legende rond de heilige toevoegde,
zij hem vergeven.
Een hedendaagse visie op de
Gertrudistraditie dient nog te
worden geschreven. Het ligt in
mijn voornemen een poging daar
toe binnen afzienbare tijd in dit
tijdschrift te publiceren.
2 4
De Waterschans nr. 1-2004
Jan Peeters
Frits Scholten, Sumptuous Memories, studies in seventeenth-century
Dutch tomb sculpture, Zwolle 2003, (Waanders), ISBN 90-400-9475-6;
272 pagina's, illustraties alleen in zwart-wit, 65 euro.
Nederlandse kunst uit de Gou
den Eeuw zal niet door iedereen
worden geassocieerd met sculp
tuur, en al helemaal niet met
grafsculptuur in kerken. Als het
om de zeventiende eeuw gaat
denken we aan kunstenaars als
Rembrandt en Venneer, dus in de
eerste plaats aan schilderijen en
tekeningen. Toch is er in die pe
riode in de Republiek een aantal
zeer fraaie driedimensionale graf
monumenten tot stand gekomen,
rijkelijk voorzien van sculptuur
en van het hoogste artistieke ni
veau. Over dit bij het grote pu
bliek praktisch geheel onbekende
fenomeen is afgelopen herfst een
monografie verschenen van de
hand van Frits Scholten, hoofd
conservator sculptuur bij het
Rijksmuseum.
De relatieve onbekendheid van
dit specifieke aspect van onze ze-
ventiende-eeuwse cultuur valt
niet goed te verklaren. Terwijl
honderden tekeningen, prenten
en schilderijen uit die periode op
ons netvlies zijn ingebrand door
een eindeloos herhaalde repro
ductie in boeken en tijdschriften,
in films en documentaires, geniet
eigenlijk alleen het grafmonu
ment voor Willem de Zwijger in
de Nieuwe Kerk te Delft enige
bekendheid. Er zijn weinig publi
caties op dit gebied; het laatste
algemeen overzichtswerk dateert
van 1948. Opmerkelijk is dat de
beste beeldhouwers die in de ze
ventiende eeuw in de Republiek
werkzaam waren alle Zuidneder-
landers waren of inwijkelingen
van de tweede of de derde gene
ratie. (Hendrick en Pieter de Key-
ser, Frangois Dieussart, Artus
Quellinus, Rombout Verhulst.)
Het aantal driedimensionale graf
monumenten dat in de zeven
tiende eeuw is vervaardigd, is ook
opmerkelijk: nog geen honderd.
In vergelijking met het ons om
ringende buitenland is dat heel
weinig. Was of is Nederland geen
land voor beeldhouwers en voor
sculptuur? De verklaring moet
waarschijnlijk gezocht worden in
het specifieke karakter van de
Nederlandse Republiek. Het weg
vallen van de katholieke Kerk als
opdrachtgever, de afwezigheid
van een absolutistische vorst met
bijbehorend hof en het ontbre
ken van een machtige en rijke
adel, eveneens belangrijke op
drachtgevers als het om sculptuur
gaat, zullen hierbij van invloed
zijn geweest. Maar de allerbelang
rijkste factor was ongetwijfeld (en
is nog steeds?) het door het calvi
nisme bepaalde geestelijk kli
maat. Het calvinisme stond in
zijn strenge varianten vijandig te
genover sculptuur. Sculptuur, ze
ker in kerken, werd geassocieerd
met (Paapse) afgodendienst, en
was daarom in het tweede van de
tien geboden niet uitdrukkelijk
verboden om 'gesneden beelden'
te maken? Rijkversierde grafmo
numenten werden ook bekriti
seerd als uitingen van protserig-
25
40 Ditto en Van Synghel, Oorkondenboek II.
223-226, nr. 977.
41 Dillo en Van Synghel, ibidem, 248-253,
nr. 990.
42 Dillo en Van Synghel. ibidem, 5-16, nrs.
890 en 891. Dc ligging van Texandrië zal
in een volgende bijdrage worden be
sproken.
43 De Mooij, Geloof, passim, vooral 23-25,
257-273 en 569-570.
44 Vergelijk de lemma's over heiligenvere
ring in Encyclopedie van het Christendom
(Amsterdam/Brussel 1950, 1956) Prote
stants deel, 400 en in het Katholiek deel,
426.
45 Baselius, Historisch Verhael, 47.
46 Dit is beschreven in het Nieuwe Testa
ment, Evangelie van Lukas, hs. 19, vrs.
45-46. De tekst van vrs. 46 is samenge
steld uit het Oude Testament, de boeken
Jesaja (Isaias) hs. 56, slot van vrs. 7 en
Jeremia(s) hs. 7, vrs. 11.
47 Jac. Baselius, Grondisch bericht aenga-
ende de Bulk van Clemens den viii. Paus
(Bergen op zoom, bij Jacob Jans-
zoon Canin, 1603) 281-282.
Afb.l. Grafmonument voor Charles Morgan, foto vóór restauratie, detail,
toegeschreven aan Francois Dieussart ca.1645, Grote Kerk Bergen op Zoom.