Nog een vestingbouwkundige kaart
van Bergen op Zoom uit 15 8 8
De Waterschansnr. 1-2004
plaats twee uitgangen te hebben,
waartoe vaak twee naast elkaar lig
gende schuilplaatsen met elkaar
verbonden werden.
Alleen bij De Geest waren in de
eerste linie voor de aldaar opge
stelde mitrailleurs en bemanning
betonnen schuilplaatsen gebouwd.
Deze waren van ongewapend be
ton en hadden een wanddikte van
1,5 meter aan de frontzijde en zij
kanten en van een meter aan de
keelzijde, evenals het dak dat bo
vendien was versterkt met spoor
rails.
Op ca. 200 meter achter de eerste
linie was een tweede linie ge
dacht, met daarin o.a. diverse
'steunpunten'. Dit waren zelfstan
dige rondgaande gevechtsloop
graven voorzien van (gemineerde)
schuilplaatsen en mitrailleurop
stellingen; ze waren geheel omge
ven door een ruim 10 meter diepe
prikkeldraadversperring. Doordat
de tweede linie nooit in uitvoe
ring werd genomen ontbreken
ook deze steunpunten, echter met
uitzondering van het steunpunt
bij De Geest.
Inundaties Zuid
Evenals in het noordelijke deel
van de stelling werden een aantal
polders, samengevoegd in 5 kom
men, voorbereid om geïnundeerd
te kunnen worden.
Kom A: de polder tegen de Bra
bantse oever ten noorden van de
spoordam Noord-Brabant - Zuid-
Beverland, kom B: Nieuw Hinke-
lenoord polder, Vijdt polder, Völ-
ker polder. Caters polder, Dames
polder, van der Duijns polder,
Anna Maria polder en de van der
Eijnde polder, kom C: Prins Karei
polder, kom D: Oud Hinkele-
noord polder, Noordpolder van
Ossendrecht en de Zuid polder,
Kom E: Nieuwe Zuid polder.
Het benodigde water kwam gro
tendeels uit de ten westen van de
polders lopende Kreekrak. Ook
hier lagen de belangrijkste inlaat-
punten aan de vijandelijke zijde
van de inundatie zodat speciale
maatregelen getroffen moesten
worden om te voorkomen dat de
inundatie kon worden afgetapt.
Een van deze maatregelen was
een coupure in de westelijke dijk
van de Völcker polder. Om deze
snel te kunnen maken waren in
deze dijk een aantal mijnputten
gegraven waarin speciale water
dichte springladingen aange
bracht konden worden. Deze wa
ren opgelegd in een schuilplaats
nabij de Kreekrak. De mijnputten
waren afgedekt met houten dek
sels en werden 's winters weer met
aarde gevuld om de dijk niet te
veel te verzwakken.
Wat nu nog resteert
In het noordelijk gedeelte van de
stelling resteren nog vier beton
nen schuilplaatsen van het infan-
teriesteunpunt aan de weg Tholen
- Halsteren. Twee schuilplaatsen
zijn gebouwd op basis van het
eerder genoemde ontwerp van de
Genie. Een van deze schuilplaat
sen heeft twee ingangen, de an
dere één. Van dit type schuilplaat
sen zijn er ook in en rond Wil
lemstad enkele te vinden. De an
dere twee schuilplaatsen zijn van
een kleiner model waarover in de
stukken niets gevonden is. Gezien
de ligging bestaat het vermoeden
dat deze schuilplaatsen bedoeld
geweest zijn voor de bediening
van de mitrailleur. De vier schuil
plaatsen zijn van 18 cm gewapend
beton en vermoedelijk bedekt ge
weest zijn met een puindekking.
In het zuidelijke stellinggedeelte,
bij De Geest, is het restant van
één van de betonnen schuilplaat
sen voor mitrailleur en beman
ning teruggevonden. Daaruit is
niet op te maken of er gepoogd is
de schuilplaats te slopen of dat
hij nooit voltooid is. Er wordt wei
beweerd dat er nog twee onvol
tooide schuilplaatsen moeten
zijn, maar deze zijn tot heden niet
getraceerd.
Tenslotte
In dit artikel heb ik geprobeerd
een zo duidelijk mogelijk beeld te
schetsen van de geschiedenis van
de Stelling West Noord-Brabant
en een verklaring te geven voor de
weinige teruggevonden restanten.
Deze zijn de moeite waard om te
koesteren. Ook al zijn ze niet als
permanente ve rd e d igi ngs we rke n
bedoeld geweest, na bijna 90 jaar
komen ze toch wel in aanmerking
voor een gelijkwaardige status.
Er blijven nog diverse vragen over,
maar omdat de verschillende ar
chieven incompleet zijn is het on
waarschijnlijk dat op alle vragen
een antwoord gevonden zal wor
den.
Ondertussen wordt nog verder ge
zocht naar eventuele restanten
van de stelling. Vooral het zuide
lijk gedeelte bij De Geest biedt
hiervoor nog mogelijkheden.
Bij deze wil ik van de gelegenheid
gebruik maken om u, lezers, om
medewerking te vragen. Weet u
nog niet eerder genoemde restan
ten te vinden, weet u van restanten
die in de loop der tijd gesloopt
zijn, heeft u nog foto's uit deze pe
riode waarop (reeds verdwenen)
delen van de stelling zichtbaar
zijn of heeft u informatie die bij
dit onderwerp aansluit, dan kunt
u altijd bellen (0165-54 5 764) of
e-mailen (davidross@hetnet.nl).
Voor meer foto's en afbeeldingen
kunt u terecht op de website 'For
ten en Vestingen Noord-Brabant'.
(www.forten-brabant.nl).
Met dank aan de heer P.C. van
Kerkum, lid Studiecommissie -
werkgroep tactiek. Stichting Men-
no van Coehoorn.
Bronnen
36
De Waterschans nr. 1-2004
Trans Westra
In een artikel dat in 2002 in De Waterschans werd gepubliceerd over
twee onbekende kaarten van Bergen op Zoom uit 1586/1587, schreef ik
over de door de Engelse kapitein Morgan Wolff gemaakte schetskaart uit
1587 in relatie tot de vestingkaart van 1586 van de Staatse ingenieur
Johan van Rijswijck. (1) Nieuw onderzoek in Londen bracht nog een
kaart aan het licht uit 1588 die vervaardigd is door Morgan Wolff zelf.
De nu in de British Library ge
vonden kaart representeert de
vesting Bergen op Zoom in 1588
en geeft ons inzicht in de stand
van zaken van de verbeteringen
aan de fortificaties uit de periode
1586-1588.
De kaart is gedagtekend op 15 no
vember 1588 en als vervaardiger
wordt genoemd Walter Morgan
Woollphe (Wolff), die zich bij
deze gelegenheid 'professor of
arms' noemt. Het betreft een niet
gekleurde pentekening op perka
ment met een omvang van circa
21 x 47 centimeter. (2)
Het cartouche linksboven geeft de
omschrijving van het getoonde (in
vrije vertaling):
"De fortificatiesituatie en platte
grond van de stad Bergen op Zoom
in Brabant met alle torens, bolwer
ken, ravelijnen, bressen in de zee
wering, inundaties etc en het water
dat er is of mag worden ingezet
voor een betere verdediging van de
grachten, flanken en sluizen die
worden gebruikt voor de beheer
sing van de vestingwallen en het
hinderen van de vijand. Het land
meten is geschied zoals beneden
aangegeven en moet gemeten wor
den op een schaal van passen van
drie voeten. Hierbij moet rekening
worden gehouden met een ernstig
oordeel vanuit de inspectie over
welke effecten de vijand met zijn
macht op dezelve (de stad) zou
hebben kunnen uitrichten".
Het lijkt erop dat deze kaart, die
ongetwijfeld gezonden werd aan
de Engelse secretaris Walsingham,
een weergave was van het (trotse)
Bergen op Zoom dat het Spaanse
beleg onder leiding van de hertog
van Parma, dat midden september
1588 was ingezet, had doorstaan.
Op 13 november brak Parma de
belegering af, waarmee de eerste
grote mislukking in zijn campagne
in de Lage Landen een feit was.
(3) Het is Wolff, die dus onmid
dellijk een plattegrond maakt van
Bergen op Zoom voor zijn En
gelse superieuren zodat die zich
een nader oordeel kunnen vor
men over de wijze waarop de stad
succesvol verdedigd is. De daarbij
ten dienste staande onderdelen
van de fortificatie worden in de
onderste cartouche vermeld op
een manier die Wolff zelf als volgt
omschrijft: "an alphabett too
fynde oute by a.b.c. all placys re-
quisitt in thys platte" (een alfabet
om alle vereiste plekken van deze
plattegrond via een abc te vinden):
A. Ambrosius fort aan het hoofd
B. De bressen in de zeewering ter
overstroming
C. Het wachthuisbolwerk bij de
waterpoort
D. Het ravelijn met de windmolen
E. Steenbergse poort Steen-
bergs ravelijn
F. Het Steenbergse affuit op de
vestingwal
G. Het wachthuis op de Bagijne-
poort
H. Bagijnepoort met afgesloten
ingang
I. De rivier de Zoom stromend
vanaf de helling
K. Poort en bolwerk bekend als
Wouwse poort
L. Antwerps wachthuis
M. Wachthuis op de Bospoort
N. Bospoort met afgesloten in
gang
O. De ronde molenheuvel
P. Sint Jacobspoort
Q. Hoofdpoort
R. De watermolen met bijbeho
rende bassins
S. De kleine schans
T. Het fort van kapitein Powell
In Londen zal men tevreden zijn
geweest. Kapitein Wolff maakte
met zijn rapportages namelijk de
verwachtingen waar die over hem
gewekt waren. De Engelse ambas
sadeur in de Nederlanden Henry
Herbert schreef in november 1587
vanuit Vlissingen aan Sir Francis
Walsingham namelijk een aanbe
veling voor Wolff, waarbij Herbert
hem omschrijft als zijn vriend en
bloedverwant. Kennelijk is Wolff
op dat moment onderweg naar
Londen, want Herbert vraagt aan
Walsingham om Wolff welwillend
te willen ontvangen en gunsten te
verlenen. Wolff wordt omschreven
als iemand die vele goede kanten
heeft en met wie het plezierig om
gaan was. Bovendien wordt van
hem gezegd dat zijn vernuft aan
gewend kan worden om gebruik
van te maken voor de (Engelse)
zaak, te meer daar Wolff kennelijk
zeer graag wil werken voor Sir
Francis Walsingham. (4)
Het is interessant nog enige compa-
ratieve aspecten te bekijken, zodat
het kaartbeeld van Bergen op Zoom
in de eerste periode van de Tachtig
jarige Oorlog nog completer wordt.
3 7
Nationaal Archief, 2.13.16 - Hoofdkwartier
Veldleger: Commandant, (1891) 1907-1942,
inventarisnummer 385.
Nationaal Archief, 2.13.91 - Ministerie van
Defensie: II-IVe Divisie, 11-IVe Legerkorps,
Divisie B-D 1872-1941, inventarisnummers
415 t/m 418.
Anoniem, Tactische en technische wenken
voor de Landmacht, Toegepaste studie be
treflende het inrichten van Stellingen, 's Gra-
venhage 1917.
Klinken, drs. W„ Verdediging van de Zuid
grens 1914-1918, Militaire Spectator 1987,
nrs. 5 en 6.
Klinken, dr. W„ Het Vaderland Verdedigd,
Sectie Militaire Geschiedenis, 's Gravenhage
1992.
1 F. Westra, Twee onbekende kaarten van
Bergen op Zoom uit 1586/1587, in De
Waterschans, 32e jrg. 2(2002) 90-94.
2 British Library, Manuscript Depart
ment, Cotton 20001, Augustus 1. Vol. II,
f. 115.
3 G. Parker, The Dutch revolt, Harmonds-
worth, 1979, p. 221.
4 H. Brugmans (ed.). Correspondentie van
Robert Dudley graaf van Leycester en
andere documenten betreflende zijn
gouvernement-generaal in de Nederlan
den 1585-1588, dl. Ill, Utrecht 1931, pg.
313-314.