D' HISTORIE
VAN CtEr PLAATS
MAG BERGEN LEREN:
LAAT EIGEN VRURElft
NOOIT
IN 'T TÏGENWEl
VERKEREN.
HUI "'a®
De Waterschans nr. 1-2004
TAFELRONDE
Afb.5. Prins Karei Theodoor en zijn
echtgenote prinses Elisabeth Augusta op
latere leeftijd. Zij waren het laatste
markiezenpaar van Stad en Land van
Bergen op Zoom. In 1795 namen de
Fransen al hun bezittingen ten westen
van de Rijn in beslag. Karei Theodoor
was intussen opgeklommen tot
keurvorst van de Rijnpalts en van
Beieren.
ontruimen, al was het maar voor
korte tijd. In januari 1795 kwamen
ze terug, nu aangevoerd door ge
neraal Charles Pichegru (1761-
1804) en ook nu net als in 1793
vergezeld door het Bataafse Le
gioen onder aanvoering van mr.
Herman Willem Daendels. Dit le
gertje bestond uit patriotten die
in 1787 naar Frankrijk waren ge
vlucht. Deze keer vormden de
grote rivieren geen hindernis,
want het vroor zo hard dat gene
raal Pichegru over de rivieren
Maas, Waal en Rijn verder kon
trekken. Er was weinig tegenstand
en op 19 januari namen de Fran
sen Amsterdam in, waar ze als be
vrijders werden ingehaald. Stad
houder Willem V vluchtte naar
Engeland. In steden en dorpen
richtte men net als in 1793 de vrij
heidsboom op; in menige plaats
dus voor de tweede keer. Nu zou
er een betere tijd aanbreken. Het
volk zelf mocht beslissen door
wie en hoe het bestuurd wilde
worden. Eerlijke verkiezingen
Afb.6. Vóór het stadhuis op de Grote Markt is in het plaveisel een gedenksteen
aangebracht ter herinnering aan de vrijheidsboom. Op de steen lezen we:
"D'historie van deez'plciats mag Bergen leren: laat eigen vrijheid nooit in 't
tegendeel verkeren". De vrijheidsboom en de phrygische muts zijn symbolen voor de
vrijheid, de Tudorroos en koning Arthur doen denken aan het gezelschap van de
Tafelronde, de vereniging die de steen, gemaakt door de beeldhouwer Hein Vree,
aan de gemeente in 1981 aanbood.
zouden ervoor zorgen dat de re
gering in handen kwam van be
kwame en moreel hoogstaande
personen. De armoede zou afne
men, de katholieken hoefden niet
langer tweederangsburgers te zijn
en Brabant zou volwaardig mee
tellen. Natuurlijk moesten heel
wat prinsgezinde regenten plaats
maken voor patriottische bestuur
ders. Het land kreeg ook een an
dere naam, de Bataafse Republiek
(1795-1806).
De omwenteling van 1795 kende
weinig slachtoffers; geen straatge
vechten, geen bijltjesdag en geen
guillotine of fusillade. Men spreekt
daarom van de Fluwelen Revolu
tie.
Bergen op Zoom naar de stembus
We wezen er reeds op dat Bergen
op Zoom tussen 1747 en 1795 een
vrij rustige stad was. In 1787 en
daarvoor waren de inwoners net
als het garnizoen in meerderheid
oranjegezind, dit in tegenstelling
tot plaatsen als Den Bosch,
Breda, Oosterhout en Roosen
daal, waar de patriotten flink aan
de weg timmerden. Wel beweer
den Bergse patrotten in 1795 dat
ze al in 1785 de Burgersociëteit
De Eendracht hadden opgericht.
De vereniging kreeg er in het
voorjaar van 1790 wel twee leden
van buiten bij die voor meer acti
viteit zorgden. Het waren Steven
van Bronkhorst (1763-1826) en
diens zwager Willem van Riems
dijk (1760-?), twee Arnhemmers.
De vrouw van Van Bronkhorst
was een zus van Van Riemsdijk.
Als bekende patriotten waren ze
in 1787 uit Arnhem weggevlucht
naar Antwerpen. Daar zullen ze
wel gehoord hebben dat er in
Bergen op Zoom geen jacht werd
gemaakt op patriotten. Zonder
veel moeite vestigden ze zich daar
in 1790 als boekdrukkers en boek
verkopers en na enkele maanden
stonden beiden ingeschreven als
poorter. Op 16 juli 1791 richtte
dominee Bernardus Bosch in Ber
gen op Zoom een departement
(afdeling) op van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen en al
gauw waren de beide nieuwko
mers daarbij betrokken als be
stuurslid. Ook in de Burgersocië
teit De Eendracht speelden ze
een belangrijke rol.
In 1794 hadden de Fransen zich
voldoende hersteld van de neder
laag bij Neerwinden en gingen ze
De Waterschans nr. 1-2004
weer over tot de aanval. Gestaag
rukten ze op naar Staats-Brabant
en opnieuw bereidde Bergen op
Zoom zich voor op een belege
ring. Zes boeren in de Buiten-
poorterij moesten huis, schuur en
stallen afbreken en de boomgaard
rooien zodat de aanvallers min
der gemakkelijk dekking konden
vinden. Het stadsbestuur zamelde
voor vier weken voer en voedsel
in, maar de Raad van State vond
dat te weinig en eiste een voor
raad voor acht weken. Daarvoor
had de magistraat geen geld en
toen schoot de Raad van State te
hulp met een voorschot van
28.000 gulden. Bovendien eisten
de Staten-Generaal van de boeren
in de omliggende dorpen dat ze
hun voorraden in de stad zouden
opslaan. Ook de gouverneur van
de stad werkte mee door op ver
zoek van het stadsbestuur de boe
ren zo veel mogelijk te ontzien als
er voor het leger gereden moest
worden met paard en kar. Een an
der probleem was het onderbren
gen van zo'n zesduizend soldaten.
Eerst moesten alle vreemdelingen
de stad uit zodat er bedden vrij
kwamen. Daarna kondigde het
stadsbestuur af dat niemand van
inkwartiering zou worden vrijge
steld, ook niet de leden van het
stadsbestuur. De magistraat eiste
de kerkgebouwen als hospitaal of
als onderkomen voor soldaten.
Alleen de Grote Kerk en de ka
tholieke kerk bleven gespaard, de
laatste doordat het stadsbestuur
daar geen zeggensmacht over had.
Er was gebrek aan matrassen en
beddegoed en weer moest de stad
daarin voorzien. Natuurlijk ont
stonden er spanningen tussen sol
daten en burgers. Vooral de En
gelsen waren berucht. Die eisten
veel en weigerden om ook maar
iets te betalen. Een andere ge
vreesde troep vormden de Hessen.
De Hollandse huurlingen betaal
den normaal in de winkels en
vormden daardoor een gunstige
uitzondering. Er deden zich bot
singen voor tussen soldaten en
burgers, maar ook tussen de ver
schillende nationaliteiten. Twee
burgers verloren daarbij het leven,
doodgeschoten door Britten.
De 'bevrijders' lieten langer op
zich wachten dan gedacht. Op 24
juli 1794 trokken ze Antwerpen
binnen en werd Putte door hen
bezet. Daarna trok Pichegru naar
Oost-Brabant om beter contact te
kunnen houden met zijn collega
Jourdan die in Oost-België tegen
de Oostenrijkers vocht.. Op 9 ok
tober gaf Den Bosch zich over en
met Kerstmis waren in Staats-Bra
bant alleen Bergen op Zoom en
Willemstad nog in handen van De
Republiek.
Op het platteland roerden zich de
patriotten steeds meer en menig
een zag verlangend uit naar de
komst van de Fransen. Bergen
Ajb. 7. Franse en Bataafse soldaten trekken onder bevel van generaal Daendels in
januari 1795 over de dichtgevroren Waal bij Nijmegen.
bleef rustig, zelfs als de prinsge-
zinden uitdagend optraden zoals
op die maandagavond van 5 janu
ari 1795. Vier officieren van het
garnizoen deden toen een inval in
het huis 'De Wilde Zee' op de
Vismarkt (thans Sint Catharina-
plein), waar vijf leden van de pa-
triotse sociëteit De Eendracht op
de eerste verdieping bijeen waren.
Twee van hen werden de trap af
gegooid, twee anderen gewoon
weggejaagd, maar de vijfde, een
bierbrouwer, moest blijven. Hij
bleek namelijk een van de officie
ren te kennen en moest beloven
om niets verder te vertellen. Blijk
baar handelden de heren op ei
gen houtje. Ze zochten naar de le
denlijst, maar vonden alleen en
kele patriotse kranten. Die zou
den ze wel eens aan de gouver
neur laten zien! Ze dreigden terug
te komen met 40 a 50 man en
dan zouden ze "het Volk niet van
de trappen gooien, maar door de
glasen neuken". Zo staat het ge
noteerd in het protocol van 17 ja
nuari 1795. Tekenend is wel dat
toen de slachtoffers zich gingen
beklagen bij de stadswacht, zij te
horen kregen dat men eigenlijk
alle patriotten de stad uit moest
jagen. Na twaalf dagen vonden ze
toch gehoor bij de plaatsvervan
gende drossaard en enkele sche
penen.
4. Bergen op Zoom capituleert
Wat was het koud die winter van
1794/95. Het vroor dat het
kraakte. Een dikke ijsvloer bedekte
de grote rivieren en nodigde gene
raal Pichegru uit om verder de Re
publiek in te trekken, vooral om
dat in Brabant niet veel voedsel
meer te halen viel. Ernstige tegen
stand verwachtten de Fransen
niet. Pichegru voelde er weinig
voor om Bergen op Zoom te gaan
belegeren. Hij liet het liever links
liggen, zeker met dat gure weer.
Misschien speelde de herinnering
aan het moeizame beleg van 1747
ook nog mee. In Bergen op Zoom
voelde men de kou natuurlijk
ook. Bovendien was het brood
duur en het kostte het stadsbe
stuur veel moeite om de armen
rustig te houden. Winkelvoorra
den kwamen onder controle en er
werden maximumprijzen voor le
vensmiddelen vastgesteld.
Op 22 januari vertelde baron Van
der Duin, commandant van de
1 1