De Waterschans nr. 2-2004 tinwerk. Daarna is sprake van een 'nieuw kamerken', dat wellicht aan de St. Annastraat stond. Op de eerste verdieping van het hoofd huis op de 'boven voorkamer' was er 'goutleerbehangsel' aanwezig, op de studeerkamer daarachter 'groen behangsel'. Daarna wordt de zolder beschreven. De conclu sie mag daar uit getrokken wor den, dat de andere gebouwen geen vertrekken op de verdieping hadden, althans met vermeldens waardige inventaris. Het huis gaat in eigendom over naar haar zoon Cornelis van Lemmert. Die sterft in 1735. Bij de verkoop aan notaris Alemans is het huis verhuurd aan majoor Brouw. Ook bij de verkoop aan notaris Van Overstraten in 1774 is het verhuurd, nu aan kolo nel Van Sonsbeek. Midden in de 19de eeuw woonde kantonrechter Van de Heyden er. In 1889 komt het pand in bezit van Marinus Grimminck, eerst so- ciëteits- en later hotelhouder. Hij laat in 1893 het pand ingrijpend verbouwen. Van 1911 tot 1936 is het eigendom van de fam. Teitsma. Die breidden het hotel in 1914 aan de achterzijde uit, waarna in 1917 de tussenliggende binnenplaats overkapt wordt. Van het toenma lige interieur van de achterkamer in het hoofdgebouw is een afbeel ding bewaard gebleven waarop de toen nog aanwezige 18de-eeuwse schouw zichtbaar is. De volgende eigenaar, Prenger, moderniseerde in 1964 de pui, waarna in 1965- 1967 de bovenverdiepingen ver bouwd werden. In 1978 heeft hij aan de St.Annastraat een nieuwe woning laten bouwen. Tenslotte is in 1999 het pand door aankoop door Frans Hazen weer met De Draak verenigd, waarbij inmiddels ook al langere tijd de panden St. Joris en De Beurze, Grote markt 37 en 36 behoren. Door een uit gebreide restauratie en verbou wing is het hotel met bovenverdie pingen van De Fortuijn uitgebreid, terwijl op de begane grond de keu kens en een restaurant ingericht zijn. Bouwhistorie en restauratie Het huis Henegouwen is bouwhis torisch boeiend. Het is een van de grotere huizen in een hoofdstraat van Bergen op Zoom. Bijzonder is, dat alle bouwmuren, m.u.v. de voorgevel, tot de muurplaathoogte nog dateren uit de 14de-eeuw (afb.2 en 3). Zij hebben de stads brand van 1397 doorstaan. Ook de vrijstaande delen van de zij- en achtergevels van het achterhuis zijn zo oud. Zij behoren daarmee tot de in de stad zeldzame 14de- eeuwse bakstenen gevels. De mu ren zijn ca 50 centimeter dik en gemetseld van rode bakstenen 25 x 12 x 6 centimeter. Het huidige pand bestaat uit een middeleeuws voor- en achterhuis met aan de zuidzijde daarvan een deels overbouwde open gang. Achter het achterhuis ligt een overbouwde binnenplaats en een vroeg-20ste-eeuws hotelgebouw, doorlopend tot de St. Annastraat. Een ouder huis aan de straatzijde zijn hierin een gevelgedeelte, bouwmuren en de overwelfde kel der opgenomen. Bezuiden dat ho telgebouw ligt er een tuin, aan de westzijde begrensd door een bijge bouw dat tegen het erf van het be lendende pand nr. 12 aan ligt, aan de oostzijde door een uit 1978 da terend bij het complex behorend huis aan de St. Annastraat en ver der aan de zuidzijde door de pan den De Draak en St. Joris, Grote Markt 38 en 37. Al in de oudste toestand bestond het pand uit voor- en achterhuis. De deels ontpleisterde gedeelten van de bouwmuur tussen beide vertoonde nergens schoon metsel werk. De hoogteopbouw zal ook met de bestaande situatie verge lijkbaar geweest zijn, zij het, dat het voorhuis aanvankelijk niet on- derkelderd was.6 Bij de herbouw na de stadsbrand zal dit nog steeds zo geweest zijn. De gerin gere hoogte van de ruimten op de begane grond ten opzichte van die op de verdieping wijst erop, dat de beganegrondvloer oorspronkelijk aanzienlijk lager gelegen moet hebben, lager dan de bovenzijde van de keldergewelven in het voor- huis. Tot de oudste bouwfase be horen ook nog lampnissen in de keldermuren van het achterhuis en twee ruime opbergnissen aan weerszijden van een schoorsteen kanaal tegen de noordmuur van het achterhuis op de begane grond (afb.8). Na de brand zijn in het voorhuis de nu nog bestaande moer- en kinderbalklagen aangebracht, evenals de dendrochronologisch in 1404 gedateerde kapconstruc tie.7 De muurstijlen en korbelen, die zowel op de begane grond als op de eerste verdieping stonden, zijn wellicht in de 19de-eeuw ver dwenen. Op de verdieping is nog één oorspronkelijk geprofileerd sleutelstuk aanwezig (afb.4), terwijl een ander, secundair als latei ge bruikt, in de zuidmuur zichtbaar is geweest. Bijzonder in dit voorhuis is, dat de derde travee veel dieper is dan de twee voorste. Het kan verband houden met een tegen de oostmuur geplaatste schouw, doch zeker is dit niet. Bij het in bouw tijd overeenkomstige huis Fortuin straat 10 is de derde travee even eens zeer groot, (tussen moerbalk - strijkbalk 3,3 meter), terwijl er ook daar geen sporen van een schouw tegen de achtergevel zijn. Bij twee analoge doch minder ex treme gevallen in Lievevrouwe straat 34 en 42 heeft er in elk ge val in oorsprong zeker ook geen schouw tegen de eindmuur ge staan. Een ander uitzonderlijk de tail is, dat de spantjukken van de tweede zolder- of vlieringvloer op de onderliggende flieringen staan terwijl gebruikelijk is, dat zij er aan de binnenzijde tegenaan staan. Op de eerste verdieping zijn nog twee fragmenten van wellicht ook van rond 1400 daterende openingen aangetroffen. De ene betreft een doorgang tussen voor- en achter huis, benoorden een jongere stookplaats tegen de tussenmuur. De andere betreft een eiken ko zijndorpel met waterslaglijst, aan wezig in het enige bewaarde inge bouwde deel van de zuidgevel van het voorhuis. Thans is het nog traceerbaar in een overkraging in de toiletruimte, aan de zuidzijde daarvan gelegen. Van een verder verdwenen laatgotische voorgevel is bij de restauratie onder maai veld een geprofileerde kalkstenen negge van een toegangspoort tot de kelder teruggevonden (afb.5). De bijbehorende stenen kelder trap is vrijwel geheel verdwenen. Ook in het achterhuis zal al het houtwerk wel na 1397 geheel nieuw aangebracht zijn. Het enige van die herbouw overblijvende deel is de grotendeels zeer gaaf 77 Hotel „De Gouden Leeuw" Tel. Int. no. 26 A. TEITSMA Fortuinstraat, Bergen-op-Zoom 8. Schouw in het achterhuis op de begane grond. 9. Interieur van het achterhuis op de begane grond rond 1900. Links de 18de- eeuwse schouw. 6. Het steenformaat van de kledermuren is 25x12x6 centimeter, dat van het tonge welf 19x9x4,5 centimeter. 7. Dit onderzoek is verricht door IBID, thans BAAC, bureau voor bouwhistorie te 's Hertogenbosch.

Periodieken

De Waterschans | 2004 | | pagina 10