4
rr
PU
i
De Waterschansnr. 2-2004
van de 19de eeuw volgestroomd is
met grond. De kazemat ligt nu on
bereikbaar diep onder de achter
tuinen van Zuidsingel 6 en 8.
In het beleg van 1747 werden de
tegenmijngangen intensief ge
bruikt, niet zozeer om loopgraven
uit te schakelen, maar om lunetten
en ravelijnen die in handen van de
vijand waren gevallen, op te bla
zen. Van de verwoesting is in 1750
een overzichtskaart gemaakt: "plan
van de mijnen en casematten die
in de belegering tot Bergen op
Zoom gesprongen zijn in den jare
anno 1747"4 (afbeelding 6). Deze
laat zien dat vrijwel alle gangen
werden vernield, op een paar na,
waaronder die in de Zuidsingel.
Ook de contrescarpgalerij tussen
de bastions Pucelle en Coehoorn
was grotendeels verwoest.
In de loop van de 18de eeuw wer
den de vestingwerken hersteld.
Ook de galerijen en de tegenmijn
gangen werden gerepareerd of ver
vangen. In tegenstelling tot de ver
woesting in 1747, bestaat over de
mate van afbraak van de onde
raardse werken bij de slechting
van de vesting in 1869 veel minder
duidelijkheid. Overal waar tegen
woordig resten van de vesting aan
het licht komen, zijn grote ver
schillen in de gaafheid te zien. Het
ruimen van de bakstenen con
structies lijkt met enige willekeur
Afb. 4. Plan van d'onderaardse werken (detail).
Zoom" van 18313. Afbeelding 5
toont een detail hiervan. De totale
lengte van de gang bedroeg ruim
50 meter. De teruggevonden noor
delijke helft aan de kant van de
gracht had een steile helling; de
andere helft liep tot onder het gla
cis en was veel vlakker. De plaats
waar de gang aan het licht kwam
was precies op de aansluiting van
de beide helften. Het zuidelijke ge
deelte is er niet meer, wellicht is
het verwijderd bij het afgraven van
het glacis en de bouw van de hui
zen aan de Zuidsingel. De kaart
laat zien hoeveel er van het glacis
tijdens de slechting van de vesting
is verdwenen: het glacis lag maar
liefst 4 meter hoger dan het tegen
woordige straatpeil. Het maaiveld
van 1747 kwam dus tot aan de
dakgoot van de huizen.
Het door zand geblokkeerde uit-
pjiojvi., />im MPEjivjew
-- -
ïMiprif ,ió/> J
AJb. 5. Plan der mijngalerijen (detail) met links de gevonden gang.
einde van de gang (eigenlijk het
begin ervan) was verbonden met
de contrescarpgalerij tegenover
bastion Coehoorn. Die galerij had
een doorlopende rij geschutsope-
ningcn, zodat hij tijdens de dem
ping van de gracht op het einde
gebeurd te zijn. Van de vele gan
gen die Zuidoostsingel kruisen, is
er onlangs bij het rioolwerk
slechts één teruggevonden, echter
zonder gewelf en vol puin (afbeel
ding 7). De wanden waren 80 cen
timeter dik. De kenmerkende nis-
86
De Waterschans nr. 2-2004
sen ontbraken en de gang lag bij
zonder ondiep, hetgeen betekent
dat hier vele meters grond van het
glacis moeten zijn afgegraven5. De
nog toegankelijke tegenmijngang
die op het einde van de jaren '80
tevoorschijn kwam bij de bouw
van het GGD-kantoor, werd niet
meer aangetroffen in de rioolsleuf
onder de straat, slechts enkele
meters verder naar het zuiden. Er
was alleen nog baksteenpuin van
over. Van twee andere tegenmijn
gangen die in de Zuidsingel gele
gen moeten hebben, ontbrak elk
spoor.
Ook de keermuren van lunetten,
ravelijnen en bastions zijn in wis
selende vorm bewaard. Andere
resten zitten eenvoudig te diep.
Recent proefonderzoek op het
voonnalige terrein van Argo-tours
in de Zuidsingel liet wel de loop
van de gracht van ravelijn Antwer
pen zien, maar van muurwerk ont
brak elk spoor. Dat is niet zo
vreemd, want het onderzoek be
perkte zich "slechts" tot de boven
ste drie meter van het terrein. De
meer dan een kilometer lange
contrescarpgalerij en de aanslui
tende diepste gedeelten van de te
genmijngangen liggen 6 tot 10
meter onder het huidige maaiveld
Afb. 7. Restant van een tegenmijngang onder de Zuidoostsingel (foto H. Franken).
en dus ver buiten het bereik van
de gemiddelde bouwput. Onbe
reikbaar, maar ook veilig voor ver
nieling.
De gang onder de Zuidsingel is
dichtgemetseld en zo voor het na
geslacht bewaard.
3. NAG, OPV BI37.
4. NAG, OPV B90.
5. Met dank aan Hans Franken voor de fo
to's.
Afb. 6. Plan van de
gesprongen mijnen en
casematten. De gevonden
gang staat geheel
rechtsboven.
op t/o .fa/mul nirj .1 vJ op da duim.
AT'X^C/f.
vu» L/^r.n. y> e/s