De Waterschans nr. 2-2004 bepaalde dat het bestuur van het huis voortaan zou bestaan uit twee gereformeerde regenten en twee katholieke, te benoemen door het stadsbestuur. 4. Onder koning Lodewijk Napoleon 1806-1810 Toen Lodewijk in 1806 in Den Haag arriveerde, was er van de de mocratie niet veel meer over. In 1795 begon het zo veelbelovend met algemeen kiesrecht voor man nen. Al gauw werd het aantal kie zers echter beperkt. Het land volgde de lijn van Frankrijk, waar Napoleon I als eerste consul (1799-1804) en daarna als kei- zer( 1804-1814/15) het alleen voor het zeggen kreeg. Het was zijn wil dat de Constitutie van 1806 ook de koning van Holland veel macht gaf. Lodewijk benoemde zelf zijn ministers, hoge ambternaren, rechters en officieren. Het volk had geen invloed meer op de re gering. De volksvertegenwoordi ging, toen het 'Wetgevend LigchaanT genoemd, bestond uit één kamer van 39 leden, waarvan vier uit het departement Braband (met een d). Ze werden gekozen voor vijfjaar en mochten de wets ontwerpen van de koning goed- Lodewijk Napoleon, koning van Holland 1806-1810, niet zijn zoon Lodewijk Napoleon, de latere keizer Napoleon III. 6 6 keuren of afkeuren. Den Bosch was de hoofdstad van het departement Braband. Daar resideerde de landdrost als plaats bekleder van de koning. Aan het hoofd van de gemeente stond één burgemeester die net als de land drost benoemd werd door de ko ning. Het stadsbestuur bestond verder uit vier wethouders en een gemeenteraad. Die raad verga derde zelden en dan in hoofdzaak over de financiën. De leden mochten alleen vergaderen met toestemming van de koning. In 1808 benoemde de vorst Ge rard Vermeulen tot burgemeester. Hij bleef in functie tot 1814 en is de bekendste Bergse burgervader uit de Franse Tijd. We maakten reeds eerder kennis met hem. Zijn wieg stond in Oudenbosch waar hij op 1 juli 1760 ter wereld kwam. Hij was nog jong toen mar kies Karei Theodoor hem aan stelde als rentmeester. Zo was hij een van de weinige katholieken die ervaring opdeed als ambte naar. Hij mocht tot 1795 in het Markiezenhof wonen, maar toen moest hij emit van de Franse 'be vrijders'. Als beambte van de mar kies was hij aanvankelijk uit de gratie, maar na 1800 verbeterde dat. Markies Karei Theodoor was in 1799 overleden. De Bataafse Re publiek had de door de Fransen in beslag genomen goederen inmid dels van hen overgenomen en aan de erfgenaam van Karei Theodoor een schadevergoeding betaald. In 1803 zat Vermeulen in de ge meenteraad. Vijf jaar later kwam mr. Paulus de la Court, landdrost van Braband, op 4 februari naar Bergen op Zoom om Vermeulen officieel als burgemeester te instal leren tegelijk met de vier wethou ders. 5. Lodewijk en de Bergse economie Het is in de Franse Tijd dat Ne derland kennis maakte met de ambtenarenstaat. Ambtenaren houden van formulieren en dat hebben de gemeentebesturen ge weten. De koning wilde over van alles en nog wat worden geïnfor meerd. Via de landdrost ontving de burgemeester het ene verzoek na het andere om nadere gege vens. Zo weten we uit een opgave van 30 juni 1808 dat Bergen op Zoom in dat jaar 10 ansjovisse- rijen telde en dat die samen met de bot- en mosselvangerijen aan 80 mensen werk verschaften. Ver der waren er 4 brouwerijen met ongeveer 20 werkers, 3 leerlooie rijen met 12 man en nog 11 pot tenbakkerijen. waaronder die van Augustijn een uitschieter was. Deze firma maakte zwart aarde werk 'in de manier en vorm van het Engelsch'. Daar was blijkbaar veel vraag naar, want het bedrijf had 15 mensen in vaste dienst en die hadden een dagloon dat va rieerde van 10 tot 30 stuivers. De tien andere bedrijfjes maakten grof aardewerk. Samen hadden die 37 krachten tegen een dagloon van 5 tot 18 stuivers. De 'potte- riekes' verschaften verder indirect werk aan potaardedelvers, schip pers, houthakkers en kooplieden. Maar het ging niet goed met de potnering' door de concurrentie van het buitenland. In heel 1807 was er maar 29 weken gewerkt in de branche. De burgemeester vroeg de regering dan ook om hoge invoerrechten op aardewerk te heffen of liever nog de import ervan te verbieden. Het wegvallen van de export naar de koloniën werkte eveneens nadelig. De leer looierijen hadden het evenzeer moeilijk. Daarom verzocht Ver meulen de regering om de export van eikenschors en de import van leer (vanuit België) te verbieden. Het haalde allemaal weinig uit. De oorlog met Engeland was de grote boosdoener. Napoleon zegevierde op het continent, maar de Britten heersten op zee en legden de han del stil. Lodewijk liet veel smokkelhandel met Engeland toe. Dat nam Na poleon hem zeer kwalijk Ook er gerde de keizer zich aan de weige ring van zijn broer om de militaire dienstplicht in te voeren en de tiërcering door te drukken. Dat laatste was volgens de keizer hard nodig om de last van de enorme staatsschuld van Holland te ver lichten. Net als in Frankrijk wilde hij ook in Holland de rente op de staatsleningen met tweederde kor ten. Dat zou een ramp zijn voor allen die hun spaargeld in staats leningen hadden belegd. Hij trof daarmee niet alleen particulieren maar ook charitatieve instellingen zoals het Bergse weeshuis. De koning probeerde op talrijke manieren de welvaart te bevorde- De Waterschans nr. 2-2004 Stadsplattegrond, uitgegeven door Jac. Keizer in 1790. Uit: Bergen op Zoom in kaart gebracht, Bergen op Zoom 1981. Gids bij de tentoonstelling in het Markiezenhof 12 december 1981-31 januari 1982, p. 62. ren. Een typisch voorbeeld daar van is de oprichting van een tijde lijk rijkshengstendepot in Bergen op Zoom met als doel een beter paardenras te fokken. Het stadsbe stuur ging ermee akkoord als het de stad maar niets kostte. Dat deed het niet. Uit zijn eigen stoe terij in Borculo stelde de koning drie hengsten beschikbaar, te we ten Overton, Coriander en Guil- fort. In april 1808 arriveerde Hendrik Boonsays, de palfrenier, met het drietal in Bergen. Een dekking kostte drie gulden, één gulden voor de palfrenier en twee voor de kas van waaruit de dieren werden onderhouden. Normaal betaalden de boeren zes gulden, dus de prijs mocht geen beletsel zijn. Toch mislukte het plan voor een deel, want de boeren ver trouwden de zaak niet. Het ge rucht ging dat de door Overton, Coriander en Guilfort verwekte veulens in beslag zouden worden genomen. Zelfs vanaf de kansel klonken in deze geruststellende woorden, maar het mocht niet ba ten. Een door de burgemeester in gesteld onderzoek wees verder uit, dat de boeren alleen respect had den voor Overton. Zijn twee colle ga's vonden ze te licht. 'Alleen ge schikt voor liefhebbers van een klein en licht rijpaard', luidde hun oordeel. Op 1 augustus 1808 wan delde Boonsays met zijn drie ge zellen terug naar Borculo. 6. Koninklijk bezoek In het voorjaar van 1809 maakte Lodewijk een reis door Brabant en hij deed daarbij ook Bergen op Zoom aan. De stad deed haar best om er een groot feest van te ma ken. De koning was gevoelig voor populariteit en eerbetoon. De bur gemeester had de koning graag gastvrijheid verleend in zijn eigen woning in de Rijkebuurtstraat (thans nr. 21), maar het pand was te bescheiden. Vermeulen over woog om Zijne Majesteit bij wet houder G.F. Mirou in de Lieve vrouwestraat onder te brengen, maar Simon Petnis LeBot, wijn handelaar en ontvanger van de ge meentelijke belastingen, vroeg of hij de gastheer mocht zijn en zo geschiedde. LeBot woonde op de Grote Markt in huize De Valk, thans nr. 26. De stad bereidde zich ijverig voor op het hoge bezoek. Niet minder dan negen erebogen met borden vol vleiende teksten sierden de straten. Op zondag 30 april kwam de koninklijke stoet in Bergen op Zoom aan. Meteen ontving hij van de burge meester de sleutels van de stad. Lodewijk bleef tot 4 mei. Natuur lijk inspecteerde hij de vestingwer ken, maar hij had ook aandacht voor de kinderen in het weeshuis. Het ontging hem niet dat de ver zorging van de wezen te wensen overliet. Het stadsbestuur kreeg een aanmaning om beter voor de wezen te zorgen en daarbij vooral op het eten te letten. Zijne Majes teit beloofde daarvoor de stad elk jaar duizend gulden te geven. Dat 6 7 C^éy*. AfHrt 5 ry j lnrix'lk 4 Jjutfïe A-iwi ÏLiTkbu fJLadlX J ryrS-i .irxan*je\ i.' .V tr m.' ff A fc* tShL Tirt 14 f'ff

Periodieken

De Waterschans | 2004 | | pagina 5