BHHP De Waterschans nr. 3-2004 De Waterschans nr. 3-2004 Het oproepen van lotelingen ging de volgende jaren steeds sneller, vooral na de zware nederlaag van Napoleon in 1812. Met een leger van 612.000 ntan was de keizer dat jaar Rusland binnengevallen. Men schat het aantal overlevenden op 50.000. In 1812 moesten de jaar gangen 1789 en 1790 loten, het jaar daarop de jongens die in 1791 en 1792 waren geboren. In 1811 kwamen veertig Bergse jongens in het leger terecht en in 1812 waren dat er 32. Napoleon wilde in 1813 de rijke luiszoontjes niet langer sparen. Ze zouden een apart onderdeel vor men, de gardes d'honneur. Zo wilde de keizer meer kandidaten hebben voor de officiers-oplei ding. Ze moesten zelf de kosten dragen voor een paard, een uni form en de verdere uitrusting. In aanmerking kwamen bijvoorbeeld de zonen wier vader een hoge on derscheiding had gekregen zoals het Legioen van Eer. Verder de jongens van adellijke ouders en van de hoogst aangeslagenen in de belasting. Vrijwilligers kregen voorrang en de prefecten wezen degenen aan, die het contingent van zijn departement moesten aanvullen tot het verplichte aantal was bereikt. Bergen op Zoom moest enkele manschappen leve ren voor het vierde regiment van de eregarde. Twee zonen van bur gemeester Vermeulen en drie jon gens van Pierre Joseph Cuypers hoorden tot de 'uitverkorenen'. Ze ontsprongen evenwel de dans; de Cuypersen omdat ze rechten stu deerden aan de universiteit van Brussel. Van de Vermeulens had Pierre als loteling reeds een rem- placant gevonden. Bovendien was hij luitenant bij de nationale garde. Zijn broer Charles werd af gekeurd wegens bijziendheid. Bo vendien studeerde ook hij rechten in Brussel. Er bleek uiteindelijk maar één Bergenaar beschikbaar voor de eregarde, Antoine Roels. Dat nam Peppe niet; Bergen op Zoom moest er twee leveren. De oprichting van de eregarde leverde Napoleon een goedkoop leger op van in totaal zo'n 10.000 ruiters. Een groot deel daarvan is niet meer in actie gekomen. Lodewijk Napoleon had de schut terij nieuw leven ingeblazen. Zij vormde de zogenaamde burger macht. Deze macht bewaakte de Afb. 10. Willem Frederik van Oranje-Nassau, zoon van stadhouder Willem V, gaat in Scheveningen aan land op 30 november 1813. Hij is bekend geworden als koning Willem I (1815-1840). (Prent van W. van Senus naar een schilderij van C. van Kuylenburg, Gemeentearchief Den Haag). stad als er geen garnizoen was en hielp de bezetting in kritieke tij den zoals tijdens de Engelse inva sie. De regel was dat ze nooit bui ten de stad hoefden te opereren. Napoleon trok zich daar niets van aan. In 1812 moesten gardisten as sisteren bij de kustbewaking en na de mislukte tocht naar Rusland werd een deel van de nationale garde bij het gewone leger inge lijfd. De Bergse gewapende macht was daar evenwel niet bij betrok ken. 8. Het conflict tussen paus en keizer In 1801 had Napoleon het revolu tionaire Frankrijk weer met de ka tholieke kerk verzoend De nieuwe verhouding tussen Rome en Parijs was vastgelegd in een concordaat verdrag tussen kerk en staat). Volgens dat verdrag mocht Napo leon in Frankrijk de bisschoppen benoemen, maar zo'n benoeming zou pas van kracht worden nadat de paus ermee ingestemd had.. Dat ging enkele jaren goed. maar in 1809 kwam de keizer in botsing met paus Pius VII. Dat kwam doordat de paus weigerde het con tinentaal stelsel in zijn Kerkelijke Staat in te voeren. De keizer stuurde troepen naar Rome, lijfde de Kerkelijke Staat in bij Frankrijk en liet de paus als gevangene weg voeren. Daarop sprak de paus de kerkelijke ban uit over allen die hadden meegewerkt aan de bezet ting van zijn staat. Dat bracht de katholieken in een moeilijke situ atie, vooral doordat de keizer doorging met het benoemen van hem welgevallige bisschoppen, maar zonder de goedkeuring van de paus te vragen. Het verzet tegen dit eigenmachtig optreden uitte zich op verschillende manieren. Geestelijken weigerden om na de misviering voor de keizer te bid den. Napoleon hield er ook van om op bepaalde dagen God te be danken door het laten zingen van het Te Deum. Dat moest in alle katholieke kerken gebeuren op 15 augustus, zijn geboortedag, en op 2 december, de dag van zijn kei zerskroning en van de grote over winning in de slag bij Austerlitz (Oostenrijk). Het gebeurde ook bij gelegenheid van zijn huwelijk met Marie Louise en bij de geboorte van hun zoontje Napoleon. Alle notabelen werden geacht daarbij aanwezig te zijn. Veel katholieken keerden zich af van onwettig be noemde bisschoppen. Dat was het geval in het Bossche bisdom waar Napoleon Matthias van Camp tot bisschop aanwees. Bijna alle gees telijken van het bisdom weigerden hem te erkennen. Zij bleven trouw aan Antonius van Alphen die als Apostolisch Vicaris het diocees bleef besturen. Bergen op Zoom hoorde sinds 1561 bij het bisdom Antwerpen, maar het concordaat van 1801 hief dit bisdom op. Zo kwam Bergen bij het aartsbisdom Mechelen. Dit diocees kreeg ook een niet kerke lijk gesanctioneerde bisschop, monseigneur Dufour de Pradt. De Bergse katholieken stonden waar schijnlijk achter de paus, niaar de den niet moeilijk. Hun pastoor Cornelis van Aken bleef bidden voor de keizer en zette het Te Deum in op de voorgeschreven dagen. Zo ook op 20 maart 1811 bij de geboorte van de kroonprins. Anderhalf uur na de bevalling was het nieuws in Bergen op Zoom be kend, dankzij de ingevoerde 'tele graaf. Door middel van vlagsigna- len vanaf torens en andere hoge punten kon bij helder weer een bericht vrij snel worden doorges eind. Ondanks alle trieste ervaringen en het conflict met de paus bleven bestuur en burgers van Bergen op Zoom trouwe onderdanen van de keizer. Magistraat en ambtenaren spanden zich in om alle bevelen en opdrachten uit te voeren en waren blij met een onderschei ding. De Franse Revolutie had de adel afgeschaft, maar Napoleon voerde die weer in en verhief zijn generaals in de adelstand. Ook be loonde hij hem welgevallige amb tenaren met een onderscheiding, een lintje met een goed gevulde envelop. Lodewijk Napoleon volgde het voorbeeld van zijn broer, ofschoon die daar fel op te gen was. Zo stichtte de koning van Holland de Orde van de Unie en de Orde van Verdienste. De eerste had als devies: 'Eendracht maakt magt', de tweede 'Doe wel en zie niet om'. Gerard Vermeulen was zeer vereerd, toen Lodewijk hem op 2 oktober 1809 tot ridder in de Orde van de Unie verhief, maar na de annexatie in 1810 was de on derscheiding niet veel meer waard. Dat verlies werd evenwel in 1812 gecompenseerd. Op 7 maart van dat jaar bevorderde de keizer zijn maire in Bergen op Zoom tot rid der in de Orde van de Reünie. Na dat de burgemeester had bewezen dat hij over een jaarinkomen van minstens 3.000 francs beschikte, mocht hij de titel voeren van Che valier de l'Empire. De prefect d'Ar- genson nodigde hem uit naar Ant werpen te komen om de eed van trouw aan de keizer te vernieuwen en het erekruis met oorkonde in ontvangst te nemen. Wegens ziekte moest Vermeulen het bezoek enige tijd uitstellen. Uit andere ge gevens blijkt dat vader Vermeulen 6.000 francs per jaar verdiende; va der Cuypers stond genoteerd voor 20.000 francs. Hij had heel wat do meingoederen van de markies we ten te verwerven en groeide uit tot een van de rijkste grootgrondbezit ters in West-Brabant. 9. De eerste suikerbieten in het Markiezaat Eeuwenlang was het de rietsuiker uit Nederlands Oost-Indië en uit de West die het leven van onze voorouders verzoette. Talrijke sui kerraffinaderijen veranderden de geïmporteerde ruwe suiker in een zuiver product. Door het conti nentale stelsel en de bezetting van de Hollandse koloniën door de Engelsen kwam rietsuiker op de lijst van verboden invoerartikelen net als koffie en rijst. Ijverig zocht men naar vervangende producten. Koffie bijvoorbeeld werd vervan gen door cichorei. Voor suiker was geen surrogaat nodig, want reeds in 1747 had de Duitse scheikun dige Andreas Marggraf ontdekt dat ook uit bieten zuivere suiker ge wonnen kan worden, geen surro gaat, maar gewoon echte suiker. Napoleon stimuleerde de bieten teelt. In alle streken moest met in gang van 1811 een deel van de ak kers worden gereserveerd voor sui kerbieten, totaal 32.000 ha; het volgend jaar 100.000 ha.. Het handjevol boeren in de Bergse Buitenpoorterije moest vijftig ha voor zijn rekening nemen. In 1814 telde Nederland 14 suikerfabriek jes, waarvan een met 80 arbeiders. Voor die tijd was dat een grote fa briek. Zo kreeg West-Brabant zijn eerste suikerindustrie. Na de val van Napoleon ging de zee weer open en was het snel gedaan met de inheemse bietenteelt en suiker-

Periodieken

De Waterschans | 2004 | | pagina 7