De Waterschans nr. 3-2004
De Waterschans nr. 3-2004
jy
Afb.12. Thomas Graham, de
opperbevelhebber van de Engelse
troepen die in 1813 in Zeeland
landden. (Schilderij van sir Thomas
Lawrence).
waren. In dat geval zou een steun
punt als Bergen op Zoom de En
gelsen goed van pas kunnen ko
men. Hun opperbevelhebber, sir
Thomas Graham, vroeg de Neder
landse generaal-majoor Jan Eg-
bert van Gorkum om een aanvals
plan te maken. In verband met het
getij werd de nacht van 8-9 maart
als de gunstigste tijd beoordeeld.
Men wilde de stad in de voor
nacht op vier plaatsen aanvallen,
te beginnen met een schijnaanval
op de Steenbergse poort om de
Fransen op een dwaalspoor te zet
ten. Die taak was weggelegd voor
de derde colonne, met 250 man
de kleinste. De eerste colonne ver
trok uit Borgvliet en probeerde via
Kijk in de Pot en het bastion
Oranje in de stad te komen. Gene
raal Cooke voerde de colonne
aan. De tweede colonne, 1.200
man onder bevel van luitenant-ko
lonel Maurice, richtte zich op de
Wouwse Poort en het bastion Op
den Zoom. De vierde colonne
rukte met 1.100 man op langs de
Thoolse havendijk met de op
dracht zich van de haveningang
meester te maken. Van Gorkum
vond 3.500 man veel te weinig en
achtte minimaal 6.000 man nood
zakelijk. Zijn argumenten leverden
hem twee regimenten extra op,
maar die arriveerden net te laat.
Om kwart voor tien 's avonds ver
scheurden Engelse kanonnen de
winterse stilte. Luitenant-kolonel
Honey was begonnen met zijn
schijnaanval op de Steenbergse
Poort. Het lukte hem om op de
hoofdwal te komen, maar wel ten
koste van veel manschappen. Het
succes steeg de commandant naar
het hoofd, zodat de schijnaanval
een echte aanval werd. Zelf raakte
hij zwaar gewond en het uitvallen
van de leider bleek funest voor de
groep. De opzet slaagde in zoverre
dat, toen de andere colonnes aan
vielen, de Fransen hun voornaam
ste officieren en een aanmerkelijk
deel van de troepen bij de Steen
bergse Poort hadden samengetrok-
ken.Toch lukte het Maurice niet
om een opening te forceren in het
Zoomfront. Ook hier hoorden de
leiders tot de eerste gewonden,
waaronder Maurice zelf en de Ne
derlandse kapitein De Bère. Mut-
tleburg verving Maurice en leidde
de terugtocht. Later is hij langs de
havenmond alsnog de stad inge
gaan. Die opening daar was het
succes van de eerste colonne. Van
Gorkum gidste die zelf en vocht
ook mee. De sappeurs lieten lange
stonnladders neer in de droge
gracht aan de oostzijde van de
Oranjeheer. Van Gorkum daalde
met de voorhoede af in de gracht,
liet de ladders daarna aan de over
zijde tegen de steile vestingmuur
zetten en klauterde zo het Oranje
bastion op. De verraste Fransen
sloegen op de vlucht. Van Gor
kum wachtte daar op de rest van
de colonne. Ladders af, ladders op
en dat met duizend man, dat kost
tijd. Het was elf uur toen Cooke
binnen de veste was.
De vierde colonne begon succes
vol. Met een zekere Visser als gids
kwam ze via de Thoolsedijk bij de
haveningang aan de kant van het
bastion Van Duin en het hoorn
werk Bek-af (terrein van de Ne-
dalco). De Fransen ruimden het
veld, waarna de Engelsen onge
hinderd het havenkwartier binnen
trokken. Ze bezetten het Groot-Ar
senaal en maakten contact met de
eerste colonne. Ook de Bospoort
viel hun in handen evenals de bas
tions Coehoorn en La Pucelle.
Daarmee hadden de Engelsen het
zuidelijk en het westelijk deel van
de vestingwerken in handen. In
tussen bereidden de Fransen zich
voor op een tegenoffensief, terwijl
de Engelsen verzuimden om hun
gunstige positie verder uit te bou
wen. Van Gorkum, die de stad
goed kende, wilde oprukken naar
de Grote Markt, maar kreeg daar
voor onvoldoende steun, terwijl er
meer dan duizend soldaten werke
loos in reserve lagen in het Oran
jebastion en het werk Bek-af. Biza-
net zag kans de Bospoort te her
overen voordat het bezit van die
poort door de Engelsen was uitge
buit om snel versterkingen aan te
voeren. Ze verloren zo ook een
veilige terugweg voor het geval dat
alles mislukte. De Engelsen pro
beerden tenslotte toch nog om
langs de Hoogstraat en de Bos
straat de Markt te bereiken, maar
raakten voor een deel ingesloten
in het Beulstraatje (thans Keizer
straat), waar volgens ooggetuigen
een verschrikkelijk bloedbad
plaatshad dat eindigde met de ca
pitulatie van luitenant-kolonel Jo
nes en de zijnen. De valide solda
ten probeerden daarna om weer
uit de stad te komen, maar velen
vielen in handen van de Fransen.
Na het debacle kwam de schuld
vraag. Wie was de zondebok? De
Engelsen hadden toch te weinig
initiatief ontplooid. Hun kansen
lieten ze schieten doordat ze zich
strikt wilden houden aan het bevel
van Graham om niet meteen de
stad in te trekken, maar op de wal
len te blijven. Van Gorkum liep
met zijn adviezen steeds stuk op
de houding van: 'Mijnheer, wij
hebben onze orders'. Ontgoocheld
verliet hij ernstig gewond de stad.
Verder deed het gerucht de ronde,
dat Engelse soldaten zich in de
vele cafeetjes van het havenkwar
tier te buiten waren gegaan aan je
never. Anderen legden de schuld
bij de Bergse bevolking die geen
hand had uitgestoken om hun be
vrijders te helpen. Daar hebben ze
echter amper kans voor gehad. Bi-
zanet verbood de burgers al me
teen om op straat te komen. Wie
1 2 O
het toch deed, riskeerde de dood
straf.
's Avonds kon de rekening worden
opgemaakt. Volgens de Franse ko
lonel der genie Le Grand hadden
de Fransen 2077 krijgsgevangenen
en begroeven ze ongeveer 800 ge
sneuvelde Engelsen in de droge
gracht. Zelf telden ze circa 160 do
den en ruim 300 gewonden. De
gevangen soldaten werden opge
sloten in de Grote Kerk, maar de
volgende dag mochten ze al terug
naar hun eigen gelederen. Ze mar
cheerden weg door de Steen
bergse poort en droegen hun ge
sneuvelde officieren mee. Kort
daarna mochten ze zich insche
pen voor de thuisreis. Fransen en
Engelsen sloten een wapenstil
stand voor vijf dagen. In die tijd
mochten Engelse officieren vrij
rondlopen in de stad om hun ge
wonde manschappen op te halen.
De Engelsen hielden het verder
voor gezien in West-Brabant. De
ene legerafdeling na de andere
trok naar België. Hollandse troe
pen namen hun plaats in. De
Fransen waren trots op hun zege.
k -
£3»»
AJb.13. Kapitein, later generaal-majoor
J.E. van Gorkum. (Steendruk van J.P.
Berghaus).
De naam van de stad is later ver
eeuwigd in het marmer van de Are
de Triomphe temidden van de
plaatsnamen die herinneren aan
de grote veldslagen waarin Napo
leon zegevierde.
Eindelijk bevrijd
Burgemeester Gerard Vermeulen
hield aan de onrustige nacht van
8-9 maart 1814 een zeer trieste
herinnering over. Een van de ge
sneuvelden was zijn 24-jarige
zoon Petrus Franciscus. Vader had
kans gezien om hem uit het leger
te houden door een remplagant
voor hem te kopen. Ook aan de
Gardes d'honneur wist hij te ont
snappen. Hij maakte in 1809 als
eerste luitenant wel deel uit van
de Gewapende Burgermacht en
tijdens de Inlijving van de Natio
nale Garde. Mogelijk is hij in de
bewuste nacht als zodanig in actie
gekomen. Peppe stelde de burge
meester op non-actief en wees
wethouder Drabbe aan als waar
nemend burgemeester. De zieken
en gewonden in het Markiezenhof
en in het haastig tot tweede hospi
taal ingerichte gouvernementsge
bouw eisten veel zorg.
Wanneer zou de stad zich overge
ven? Napoleon, hoe knap hij ook
zijn terugtocht leidde, verloor toch
steeds meer terrein. In de namid
dag van 30 maart bereikten de ge
allieerden Parijs en 's nachts om
2.00 uur capituleerde de Franse
hoofdstad. Tsaar Alexander I trok
zijn mooiste uniform aan en ge
noot volop van zijn intocht. Het
was een zoete wraak op Napoleon
die zich ongeveer anderhalf jaar
eerder in Moskou als triomfator
had laten inhalen.
Op 13 april zag de keizer in dat de
oorlog niet meer te winnen was. In
Fontainebleau trad hij af. Tien da
gen later tekende de nieuwe rege
ring van koning Lodewijk XVIII
een verdrag met de geallieerden.
Daarin stond onder meer dat de
Fransen alle nog bezette steden
buiten het eigenlijke Frankrijk van
vóór Napoleon zouden ontrui
men. De volgende dag zagen de
Bergenaren hoe de tricolore van
de Peperbus werd vervangen door
de witte vlag van de Bourbons. Op
3 mei was het dan eindelijk zover;
de Fransen marcheerden door de
Bospoort de stad uit. Bizanet gaf
de sleutels van de stad over aan
kolonel Kruse die met zijn Nede-
landse soldaten onder gejuich de
stad binnentrok. Op de Gertrudis-
toren wapperde de nationale drie
kleur.
Geraadpleegde literatuur
Naast de reeds na hoofdstuk
XXI reeds genoemde boeken
vermeld ik hier nog speciaal
het vierdelig werk dat in 1913
werd uitgegeven bij gelegen
heid van het eerste eeuwfeest
van de bevrijding van 1813. Tal
rijke schrijvers werkten aan dit
jubileumwerk mee. Het geheel
stond onder leiding van de ge
pensioneerde luitenant-generaal
G.J.W. Koolemans Beijnen en
verscheen onder de titel; Histo
risch Gedenkboek der herstelling
van Neêrlands onafhankelijkheid
in 1813, Haarlem 1912. Koole
mans Beijnen schreef zelf het
hoofdstuk: De militaire geschie
denis van de omwenteling (deel
I, p.33-69). De bijdrage over
Bergen op Zoom, getiteld De
bestorming van Bergen-op-Zoom
8-9 maart 1814 is van de hand
van de historici G.L. Breedvelt
en H.FM. Huijbers, beiden do
cent respectievelijk aan de HBS
(=Hogere Burger School) te
Bergen op Zoom en aan het
gymnasium te Tiel. (Deel IV,
p.523-562).
Eerder schreef ik over burge
meester Vermeulen en over de
tijd van de Inlijving iets uitge
breider in de volgende num
mers van De Waterschans: 2-'92
p.23-33; 2-'95 p. 40-43; l-'97 p.
31-38; 2-91 p. 48-53 en 4- '97
p. 144-149. Over het hospitaal
in het Markiezenhof vindt de
lezer meer in het artikel van
A.H.M. Kerkhof: Het Franse
Hospitaal te Bergen op Zoom
1810-1814, deel I in l-'Ol p.35-
45 en deel II in 2-'02 p.70-78.
1 21