De Waterschans nr. 4-2004 4/b. 5. Plan van het Fort de Rover en de linie van Bergen op Zoom met daarop de geprojecteerde verbeteringen. veel beter ware, dit te doen aan de fronten ten noorden, of die van Steenbergen. Dan deze kundige Ge neraal merkte op, dat hij alsdan verpligt zoude zijn tot drie op elkaar volgende operatiën, zoo langdurend als moeijelijk: de eerste, die van de liniën te forceren, gedekt door moe rassen, en bovenmate sterk; de tweede, die van het nemen van de drie schansen Moermont, Pinsen en Rooverschans, toen aan de keel ge sloten, met kruidmagazijnen, bom vrije walgangen, en oven'loedig van krijgs- en mondbehoeften voorzien; de derde, die van het aanvallen der fronten van Steenbergen, of ten noorden, welke, zoo zwak zij ook waren en nog zijn, evenwel een ge regelde belegering vorderden, we gens het sterk garnizoendat de stad bezettede. Hij toonde aan, dat hij, terwijl zijn armee, aldus ten noorden geplaatst, hare aanvallen op deze fronten rigtte, de vijande lijke armee tot Steenbergen terugge trokken, in de rug zoude hebben, en dat hij aan dezelve, daarenboven, zijn regterflank, naar den kant van Tholen, zoude bloot geven, ter zelf- der tijd, dat zijne gemeenschap door zijnen linkervleugel met Antwerpen en Frankrijk moeijelijk en onzeker zijn zoude. Hij hield zich dan tevre den met de Hollansche armée, welke de liniën bezettede, te bedreigen: hij nam de houding aan, alsof hij eenen aanval tegen de Rooverschans in den zin had, en liet weldra denzelven va ren, om de vesting aan te vallen op een punt, waar zij van werken over vloedig voorzien was, en greep, gelijk hij zelf zegt, de koe bij de hoornen. Men ziet eindelijk, dat zelfs Beigen- opzoom deelt in het algemeen ge brekvan schier alle Hollandsche ves tingen, dat, namelijk eene enkele vorst, zonder een onnoemelijk getal van behoedmiddelen, over deszelfs lot belissen kan. Uit deze laatste opmerking blijkt duidelijk, dat de herinnering aan de overrompeling van Holland door de Franse legers in 1795, on der Pichegru, Le Grand nog vers in het geheugen ligt. De dicht ge vroren rivieren konden worden overgetrokken. Angst voor bevriezing van het wa ter van de grachten bestond al vanaf de aanleg van de Linie. Men wapende zich daar zo goed mogelijk tegen. De admiraliteit van Zeeland, maakte in het rampjaar 1672 mel ding van een groot aantal ijszagen bij de inventarisatie van de Roovere. Onverwacht blijkt het werkje van Le Grand ook voor onze Linie-ge schiedenis waardevol te zijn. Le Grand ligt me nu na aan het hart. Een door een militair geschreven weergave van de situatie in 1814, slechts 20 jaar na de laatste aan passingen van de vestingwerken door de Nederlandse Genie. Spijtig dat Mr. J. Belonje dit werkje niet gekend heeft. De vak mensen van de Stichting Menno van Coehoorn zullen hier ook van opkijken. What's in a name? Niet alle vondelingetjes dragen een naambordje. - Frederik Hendrik doopte de for ten maar aan een naam voor het geheel kwam hij niet toe. - De Staten van Zeeland spraken alleen over 'wercken omtrent Bergen op Zoom'. - Hoe Von Eggers er over dacht komen we misschien te weten als de vertaling van zijn studie helemaal gereed is. - Le Grand schrijft: over de 'Linie van Steenbergen'. - Dr. Olaf van Nimwegen schrijft over het beleg van Bergen op Zoom in 1747 slechts één keer en dan nog tussen haakjes over 166 De Waterschans nr. 4-2004 Aft. 4. Gedetailleerde plattegrond van het fort De Roovere. de 'linies van Steenbergen'. - Op 17 mei 1996 heeft de Stich ting Menno van Coehoorn bij name van Ir. W.B.J. Polman in zijn reactie ten aanzien van de plannen voor de aanleg van de A4 van Rijkswaterstaat het over 'De linie van Bergen op Zoom en Steenbergen'. Ook op de eerste 'Linie-dag, 1 mei 1997, een door Bureau Mitras uit Delft georganiseerde excursiedag, zijn we nog niet toegekomen aan het denken over een naam. Terwijl we toch bijeen waren in de raads zaal van Steenbergen en ook fort Henricus bezochten. Bij het aanvoeren van bedenkin gen tegen de naamvoering 'de West-Brabantse waterlinie' dient men het voorgaande wel in over weging te nemen. Het zijn vooral de landschapshistorici, die het West - Brabant gevoel hiermee ver sterkt hebben. De logica ervan spreekt duidelijk uit de land- schapskaart van de West-Bra bantse Waterlinie 1747 (Alterra Wageningen 2003). De linie was totaal vergeten, ze kwam weer tot leven door de pro motie van de Roovere. De historisch gebruikte benamin gen geven niet de totaliteit weer. Het ziet er gelukkig naar uit, dat deze linie beeldbepalend gaat worden voor West-Brabant. Een monument dat de toekomst aan kan. Na de omarming van de vondeling is er zorgvuldig nagedacht zowel over het verleden als over de toe komst ten aanzien van de naamge ving. We hebben hem gedoopt met de naam West-Brabantse Wa terlinie en we zullen de naam- keuze blijven verdedigen. 16 7 Vz<4 Jr?j7 0-n 'data /Jt_ V 9>r*f> rDV-r/- JL IV/J ae/teqz*> c/t "VrtW 6p J&V777. i '/ct~ elft-W e^jj&r/jrAtrèc. 0£pr*jtc~/tt7&. J/rrit/ti i/fSyA*. 'PS-fA /7 }/u;/yy;j 7>~Zi 7 '7,7. r "i'/r /.V7 777j 7' t/*i -Z't/7' •-/-1 7/7-77 7117' tilt' P/t /Af 7!71'.7/7 7 f iJ7 t t/T, /f7 .,7 77 ,/ll/777/. F' V"! fn 77/1 i" 7J7t£._. 7/7^/7 /i^7..///. /j'f 7"~ 717 7' CU ftiy/fit 'hj/T!.. -ftVlU/F ■fmW ftt-HE

Periodieken

De Waterschans | 2004 | | pagina 11