r De Waterschans nr. 4-2004 gonnen. Wat overbleef waren de woeste gronden met bossen, hei en duinen. De heidevelden bewe zen de boeren goede diensten als vroonte of vroente, dat wil zeggen dat de dorpsbewoners uit de om geving de hei met verlof van de ei genaar (heer of klooster) gemeen schappelijk mochten gebruiken om er schapen te laten grazen en heide af te plaggen voor in de schaapskooi. Zo kreeg de boer meer mest om er zijn akker vruchtbaar mee te maken. Dit al les moest zorgvuldig gebeuren om de heide op peil te houden en te voorkomen dat die veranderde in een grote zandverstuiving. In de 18de en 19de eeuw wordt er druk ontgonnen en na 1850 begint ook de zandhonger van Antwerpen, dat sterk uitbreidt en zand nodig heeft voor het dempen van de grachten (de 'leien') en de wo ningbouw. Als de bewoners uit de streek en het nabije Antwerpen meer gevoel en tijd krijgen om van de natuur te genieten, wordt er met andere ogen naar het landschap gekeken. Het besef groeit, dat we zuinig moeten zijn met de zogenaamde woeste gronden, want de animo om alles te ontginnen vormde een steeds grotere bedreiging. Wat dat betreft mogen we blij zijn dat er rijke lieden waren, vaak Belgische lieden van adel, die in Noord-Bra bant en in Noord-Vlaanderen uit gestrekte jachtgebieden hadden die ze koesterden. Aan hen dan ken we het behoud van heel wat natuurschoon in onze omgeving. Interessant zijn verder de bladzij den die de samenstellers aan de flora en de fauna wijden, aange vuld met een natuurkalender. Die vermeldt een aantal in het Grens- park voorkomende planten (32 verschillende) met de maand(en) waarin ze bloeien, 17 soorten in secten, vijf soorten amfibieën en reptielen en veertig voorkomende vogels met vermelding van hun broedtijd en de maanden waarin ze in het park aanwezig zijn. Voor de natuurliefhebber is dit boek een 'must', echt een ge schenk om van elk bezoek aan het Grenspark drie keer te genieten, vooraf, tijdens en daarna. En dat alles voor een vriendenprijs. Er zijn in het Grenspark meerdere duidelijk gemarkeerde wandelin gen uitgezet. Het boek noemt die wel, maar geeft er geen nadere be schrijving van. Wel treft men vijf adressen aan waar wandelkaarten e.d. verkrijgbaar zijn, o.a. bij de Toeristische Dienst Woensdrecht, Huijbergseweg 3, 4631 GC Hoo- gerheide. Telefoon: (0164) 604429. Geschiedenis van de Broeders van Huijbergen We werden nog met een tweede boek verrast, namelijk een ge schiedenis van de broeders van Huijbergen, uitgegeven bij gele genheid van het 150-jarig bestaan van de congregatie. Het is geschreven door Rob Wolf en heeft als titel: Huijbergen en de uiteinden der aarde. De broeders van Huijbergen 1854-2004. Huijbergen 2004. 223 blz. Prijs 25 euro. ISBN 90 76791 05 8 Verkrijgbaar bij het Wilhelmieten- museum, Staartsestraat 2, 4635 BB Huijbergen. Telefoon: (0164) 642568; of bij het Generaal Bestuur, Boomstraat 28, 4635 CX Huijbergen. Telefoon: (0164) 642582. Eerst iets over de titel. Die veiwijst naar het missiewerk van de broe ders. In 1921 stuurde het hoofdbe stuur van de congregatie vijf leden als missionaris uit naar het toen malige Nederlands Oost-Indië om daar op Borneo (thans Kaliman- tan) scholen te stichten voor de inheemse bevolking. Singkawang was de eerste statie, Pontianak de tweede. Die stad werd al gauw de zetel van de missie-overste. Kali- mantan geldt voor de titel van het boek als het ene 'uiterste' der aarde; Brazilië is het andere 'uiter ste' geworden. In 1958 trokken de eerste drie broeders naar het zeer arme gebied van Mato Grosso, ver het binnenland van Brazilië in. Zij openden daar een school voor de armen van Caceres, een stadje met veel werkloosheid en analfabe tisme. Zo'n project beantwoordde ten volle aan het bijzondere doel van de congregatie, hier was volop werk en niet alleen voor onderwij zers. De broeders breidden dan ook al gauw hun activiteiten uit. Ze openden een opvangtehuis voor melaatsen, zetten zich in voor huisvesting van arme, alleen staande vrouwen, richtten een am bachtsschool op om de jeugd aan werk te helpen enz. Eén van de broeders ontving de priesterwij ding om het tekort aan parochie herders te verminderen. Later stichtten de broeders ook een te huis in Formosa en in Goiania. Daar waren ze actief als leraar, maar raakten ze tegelijk betrokken bij het jeugdwerk, de opvang van daklozen en andere sociale noden. In een jubileumboek als het hier boven genoemde komt zo gemak kelijk het accent te liggen op het werk van de orde of congregatie, op het aantal kloosters, scholen, instituten, de behaalde successen en geleverde prestaties. Het echte religieuze leven binnen de kloos termuren dreigt dan wat in de ver drukking te komen. Het is een ver dienste van Rob Wolf dat hij ook voor dit facet de nodige aandacht heeft gehad. De invloed van de diep ingrijpende ontwikkelingen in de twintigste eeuw, met name op godsdienstig gebied, drong in alle geledingen van de kerk door. In 1962 opende paus Johannes XXIII het tweede Vaticaans Conci lie met als hoofdtaak: de kerk aan te passen aan de moderne tijd. Ook de orden en congregaties werden uitgenodigd om hun regel, constituties, devoties en activitei ten kritisch te herzien en waar no dig aan te passen aan de eigen tijdse waarden. Dit laatste bete kende onder meer dat men demo cratisch te werk wilde gaan met in spraak van de leden. Dus niet Vol goede moed herbegint het pensionaat van Ste.Marie in september 1945. 1 90 De Waterschans nr. 4-2004 meer van boven opgelegd. Dat leidde tot conventsgesprekken, za- kenkapittels, groepsbijeenkom sten, contacten met religieuzen, ook met die van zusters. Dat laat ste vooral in het kader van de Franciscaanse Beweging. Het was voor heel wat kloosterlingen een complete cultuuromslag. Wolf beschrijft met veel invoe lingsvermogen de vernieuwingspe rikelen en de gevolgen ervan, zo wel in de kloosters als daarbuiten. Heel wat kloostergebruiken wer den afgeschaft, de samenwerking met andere congregaties bevor derde wel het onderlinge begrip. Het gemeenschappelijk zoeken naar moderne noden leidde zelfs tot het opzetten van intercongre- gationele broederhuizen. In de missie kwam de nadruk meer te liggen op het ontwikkelingswerk en niet meer zo op het bekeren van andersdenkenden tot het ka tholieke geloof. Niet alle broeders konden die veranderingen aan en dat leidde bij meerderen tot uittre den. Tegelijkertijd daalde bij de jeugd de animo om priester, broe der of zuster te worden, zodat het aantal leden snel verminderde. Dit hele proces had en heeft zijn in vloed op het interne kloosterleven. Het ene huis na het andere wordt te koop aangeboden. Het missie werk is evenwel voor menige orde/congregatie een redding. De broeders van Huijbergen ervaren dat in Indonesië. Daar groeit de congregatie en kan ze nieuwe con venten en scholen stichten, andere noden aanpakken tot vele kilome ters ver het oerwoud van Kaliman- tan in. In Brazilië is dat anders. Net als in Nederland meldt zich ook daar geen enkele jongeman als gegadigde voor het religieuze leven. Het ligt voor de hand dat het zwaartepunt van de broeders van Huijbergen in Indonesië komt te liggen en dat van daaruit het werk in Brazilië kan worden voort gezet. Dit alles heeft monseigneur Van Hooydonk in 1854 onmogelijk kunnen voorzien. Hij zocht als bis schop van Breda helpers voor het jongensweeshuis dat hij in de leegstaande gebouwen van het Huijbergse wilhelmietenklooster wilde beginnen. Een eerste poging met broeders van Oudenbosch mislukte. De bisschop besloot toen om een eigen congregatie op te richten Hij vond drie mannen die bereid waren om in te treden. Zij waren de eerste leden van een nieuwe congregatie die bij haar stichting op 25 september de naam kreeg "Congregatie van Christelijke broeders van de On bevlekte Ontvangenis der Allerhei ligste Maagd en Moeder Gods Maria". Kort na de Tweede We reldoorlog kon het 300ste lid wor den ingeschreven, maar in de ja ren zestig begon de neergang. Rob Wolf is er wonderwel in ge slaagd om het leven van de con gregatie en haar leden op een pak kende, licht verteerbare en mo derne wijze te verwoorden. Heel wat foto's verhelderen nog de tekst. Van 1901 tot 2001 beheerden de broeders van Huijbergen ook in Bergen op Zoom meerdere scholen. Zie de nummers 2, 3 en 4 van De Waterschans van 2001 met het artikel Honderd Jaar Broeders in Bergen op Zoom 1901-1902. Bij een afscheid. Geschiedenis van Brabant Graag vestig ik verder de aandacht op een derde publicatie die ook voor Bergen op Zoom van belang is. Het betreft hier een nieuwe Ge schiedenis van Brabant, van het her togdom tot heden, geschreven door meer dan dertig historici onder leiding van prof. em. dr. R van Uyt- ven en een staf van vier medere dacteuren. Het is een uitgave van Waanders Uitgevers, Zwolle 2004, met als ISBN-nummer 90 8526 1015. Zie ook www.waanders.nl Prijs: 49,95 euro. Het boek telt 720 blz., weegt ca. 3 kilo en er is acht jaar aan gewerkt. Het is rijk geïllustreerd, zowel in kleur als zwart-wit en gedrukt op papier van hoge kwaliteit. Wat wil je nog meer? Dat ontdekte ik al heel gauw. Het eerste wat ik bij een dergelijk boek doe, is het plaatsnamenregister opslaan en tellen, hoe vaak Bergen op Zoom ter sprake komt. Helaas, helaas, helaas, hoe is het mogelijk? Dit standaardwerk - want dat is het - heeft geen enkel register, noch van personen, noch van plaatsnamen. noch van thema's. Hoe kan dat nou? Dat wordt grasduinen Ik neem zonder meer aan, dat Ber gen op Zoom dikwijls ter sprake komt. Het hertogdom Brabant telde op den duur vier grote ste den: Leuven, Brussel, Antwerpen en Den Bosch, en daarnaast tien kleine waaronder Bergen op Zoom en Breda. De heer/markies van Bergen was een leenman van de hertog van Brabant en de fami lie Van Glyrnes maakte deel uit van de hoge Brabantse adel en speelde een belangrijke rol aan het hof van de Bourgondisch- Habsburgse vorsten. Het boek biedt wel een zeer uitgebreid lite ratuuroverzicht (blz. 702-719). Een boek schrijven met een team van meer dan dertig auteurs, elk deskundig op zijn eigen terrein, stelt hoge eisen aan de redactie. De gevaren zijn bekend: overlappin gen, hiaten, botsende visies en me ningen, kwaliteitsverschillen enz. Welke hoofdredacteur(s) ziet/zien kans om de touwtjes zo strak in handen te houden dat er een har monisch geheel uit voortkomt? Het onderwerp zelf ligt al dwars, want na de Tachtigjarige Oorlog is er van één staatkundig Brabant geen sprake meer. Noord en Zuid gaan gescheiden wegen: Noord- Brabant als generaliteitsland van de Republiek der Verenigde Ne derlanden; het overige Brabant als deel van Spanje en na 1714 tot 1794 als deel van Oostenrijk In 1794 annexeert Frankrijk heel Bel gië. Van 1815 tot 1830 horen de beide Brabantse provincies tot het koninkrijk der Nederlanden, maar dat duurt maar kort. Het is te be grijpen dat elk deel zijn eigen ont wikkeling heeft gekend en bijge volg behandeld wordt door ver schillende historici. Benieuwd in hoeverre het de redactie gelukt is, al die klippen te omzeilen. Het werk van Uw recensent ligt nu voor de hand: zoeken naar Bergen op Zoom. De tijd is te kort geweest om al met resultaten te kunnen komen. In een volgend nummer wellicht. 1 91

Periodieken

De Waterschans | 2004 | | pagina 23