De Waterschans nr. 4-2004
De Waterschans nr. 4-2004
mm
Afb. 2. De slag bij Quatre Bras bij het begin van de driedaagse veldslag bij Waterloo.
Het was bij het kruispunt van wegen bij Quatre Bras dat Engelse en Nederlandse
militairen de Fransen op 16 juni 1815 tegenhielden. Kroonprins Willem werd daarbij
gewond. Atlas van Stolk. Rotterdam.
van Pelt (1757-1838) bleef tot 1832
in Antwerpen wonen, maar keerde
in dat jaar met haar dochter Maria
Anna Elisabeth terug naar Bergen
op Zoom. Jean Baptiste Vermeu
len, een broer van Gerardus, was
een van de laatste wilhelmieten in
Huijbergen.
Tot 9 september 1814 fungeerde
J.H. Drabbe als plaatsvervangend
burgemeester. Daarna kreeg de
stad weer een volwaardige burger
vader in de persoon van C.H. van
Hoek. J. Augustijn volgde Ulens
op als gemeentesecretaris.
2. Wenen en Waterloo
Zou er nu eindelijk een tijd van
vrede aanbreken? Na bijna twintig
jaar oorlog snakte Europa naar
rust. In Wenen kwam een groot
congres van vorsten en ministers
bijeen om een nieuwe kaart van
Europa te tekenen, want Napo
leon was flink aan het schuiven
geweest met de grenzen. Ook
Frankrijk, de grote verliezer,
mocht meevergaderen nadat het
de Eerste Vrede van Parijs had ge
tekend. Natuurlijk moest Frankrijk
bij die vrede alle gebieden afstaan,
die het tussen 1792 en 1814 had
ingelijfd. Nederland werd weer
een zelfstandige staat. En België?
Dat was vóór de Franse Revolutie
van Oostenrijk, maar de keizer van
Oostenrijk had liever een groot
deel van Noord-Italië, Lombar-
dije-Venetië om precies te zijn.
Willem I wilde België graag bij
Nederland voegen. Het waren
152
vooral Engeland, Oostenrijk, Rus
land en Pruisen die in Wenen de
dienst uitmaakten. Wat de bevol
king ervan vond, interesseerde de
vorsten minder. Zagen Belgen en
Nederlanders verlangend uit naar
vereniging? Nee, dat deden ze
niet. Toch had een samengaan van
de beide staten aantrekkelijke
voordelen. Eén groot land kon
meer tegenwicht bieden aan de
veroveringszucht van bijvoorbeeld
Frankrijk. Ook economisch was
het gunstig. De beide staten vul
den elkaar goed aan. België was
hard op weg het eerste moderne
industrieland van het continent te
worden, terwijl Nederland als han
delsnatie de producten kon verko
pen en exporteren. Engeland gaf
edelmoedig bijna alle veroverde
koloniën terug aan Nederland, be
halve dan de Kaapkolonie en en
kele delen van Guyana. De kolo
niën waren leveranciers van goed
kope grondstoffen voor de indus
trieproducten en afnemers van de
eindproducten. Het verschil in
godsdienst bleek echter nog altijd
een barrière. In de Zuidelijke Ne
derlanden had de katholieke kerk
als staatsgodsdienst steeds een be
voorrechte positie ingenomen.
AJb. 3. Koning Willem I in gesprek met
de wapenfabrikant John Cockerill te
Seraing (bij Luik) in 1829. De koning
stimuleerde ook de Belgische industrie.
De prent is van Van Hemelrvck.
Daar hadden de Fransen een eind
aan gemaakt. De Belgische katho
lieken wilden de oude situatie her
stellen; de Nederlandse katholie
ken natuurlijk niet. Een ander pro
bleem was de staatsschuld: in Bel
gië was die klein, 27 miljoen in
1815, in Nederland echter 1.800
miljoen. Een samenvoeging lag
voor de hand, maar vormde een
schrikbeeld voor de zuiderburen.
Een protestantse vorst zinde de
Belgen ook niet zo. Vooruitstre
vende Belgen zetten zich in voor
meer invloed op het regeringsbe
leid, met name voor de gegoede,
ontwikkelde burgerij. Zij gaan de
geschiedenis in als liberalen.
De hoge heren in Wenen inventa
riseerden intussen de wensen van
de betrokken regeringen en pro
beerden daarna tot een akkoord te
komen. Dat kostte veel tijd, maar
het was gezellig in de Habsburgse
hoofdstad en waarom je dan haas
ten. Op de vraag: "Hoe gaat het
met het Congres" luidde het ant
woord: "Het Congres gaat niet, het
danst". Maar plotseling kwam er
een kink in de kabel, het bericht
dat Napoleon terug was in Frank
rijk en de Fransen hem juichend
naar Parijs voerden. Koning Lode-
wijk XVIII week tijdig uit naar
Gent. De keizer bood het Congres
vrede aan, maar niemand geloofde
hem. De geallieerden van weleer
vernieuwden hun verbond en
maakten zich op voor de oorlog.
Napoleon koos toen maar weer
voor de aanval en viel België bin
nen. Bij Waterloo viel de beslis
sing. Pruisen, Engelsen en Neder
landers zegevierden, zij het zeer
moeizaam. Russen en Oostenrij
kers waren nog onderweg. Het pas
uit de grond gestampte Neder
landse leger onder leiding van
kroonprins Willem weerde zich
geducht. De prins werd gewond
van het slagveld gedragen, maar
bleef in leven. De keizer deed op
nieuw afstand van de troon en gaf
zich over aan de Engelsen. Die
verbanden hem naar het eiland St.
Helena, waar hij nog zes jaar
leefde, net lang genoeg om zijn
memoires te dicteren en zo de Na
poleonlegende te creëren. Alle
successen tijdens zijn bewind
schreef hij aan zichzelf toe, alle
blunders en nederlagen - denk
ÜfP®'
i-
lil
BlWit if üïii
IMflJfM'.
aan Rusland, Leipzig, Waterloo -
aan zijn medewerkers. Lodewijk
XVIII nam weer zijn intrek in het
paleis van de Tuilerieën. De soeve
reine vorst Willem I had inmid
dels maar gauw de titel van koning
der Nederlanden (dus met België)
aangenomen. Met Frankrijk sloten
de geallieerden de tweede Vrede
van Parijs. Deze keer kwam de ver
liezer er minder goed af. Frankrijk
kreeg een flinke boete en moest
alle geroofde kunstschatten terug
geven aan de eigenaars. Zo kreeg
België de Aanbidding van het Lam
Gods, het beroemde schilderij van
Jan en Hubert van Eyck, weer te
rug.
Het Congres van Wenen maakte
wat meer haast en nog in 1815 was
de nieuwe kaart van Europa klaar.
Nederland en België vormden
voortaan één land onder het huis
van Oranje-Nassau met Willem I
als eerste koning. Hij werd tegelijk
groothertog van Luxemburg, maar
dat land bleef apart en hoorde dus
niet tot het Koninkrijk der Neder
landen. Willem had er zin in en
was vast van plan om als een goed
huisvader te regeren en met name
de welvaart te doen herleven, he
lemaal volgens de opvattingen van
de verlichte despoten van de acht
tiende eeuw. De democratische
ideeën van de Verlichting spraken
hem niet aan. Had de Franse Re
volutie niet bewezen, tot welke uit
wassen die leidden?
3. 'Alles voor het volk, niets door
het volk'
Het is wel een goede typering van
koning Willem I, al doet de leuze
meer denken aan de achttiende
eeuw. Een grondwet mocht wel
van hem evenals een parlement,
als die zijn macht maar niet te veel
aan banden legden. De grondwet
van 1814 regelde de staatkundige
verhoudingen aardig naar zijn zin.
maar die moest in 1815 al worden
vervangen vanwege de aansluiting
van België. De koning kreeg de
uitvoerende macht, de Eerste en
de Tweede Kamer de wetgevende
macht en onafhankelijke rechters
zouden de rechtspraak verzorgen.
Zij straften overtredingen en mis
drijven en beslisten bij conflicten
tussen de burgers onderling, alles
keurig volgens de hoofdlijnen van
de Code Napoléon. Die zou nog
menig jaartje meegaan. Het aantal
mensen dat mocht kiezen of geko
zen kon worden was echter maar
klein en hun invloed op de rege
ring gering. Alleen mannen die
een behoorlijk bedrag aan belas
ting betaalden, mochten kiezen.
De kiesgerechtigde burgers in de
steden kozen de leden van een
kiescollege, die leden kozen op
hun beurt de gemeenteraad en zij
die daarin zaten, kozen de leden
van de Provinciale Staten. Die
mochten tenslotte de afgevaardig
den voor de Tweede Kamer kie
zen. De koning benoemde de le
den voor de Eerste Kamer en wel
voor het leven. De Eerste Kamer
werd al gauw gekwalificeerd als
"college van applaus". De Belgen
hadden er nog een andere bena
ming voor: "La ménagerie du roi".
De vorst benoemde ook de minis
ters, de gouverneurs van de pro
vincies en de burgemeesters van
de gemeenten. Veel invloed had
de bevolking dus niet.
De eerste zorg van Willem I toen
hij eind november 1813 in Neder
land was teruggekeerd, was het op
de been brengen van een leger.
Vooral de bondgenoten drongen
daar sterk op aan. Zo moest hij
wel de gehate loting handhaven.
Toen de Fransen op 3 mei 1814
Bergen op Zoom verlieten, had
den in Brabant de eerste lotingen
al plaatsgevonden. Dat was niet
zonder incidenten verlopen. Hier
en daar waren opstootjes geweest
en hadden lotelingen hun onge
noegen geuit met kreten als "Vive
fempereur!". Een andere maatre
gel die slecht viel was de invoering
van de belasting op het gemaal,
met name op het platteland. De
regering had geldgebrek, want de
staatsschuld was zeer hoog. Tot
overmaat van ramp brak al in
maart 1815 de oorlog opnieuw uit.
Die duurde gelukkig maar tot juni
van dat jaar. Eindelijk kon Willem
I toen zijn zorg gaan wijden aan
het herstel van de welvaart. Hij
had echter de tijd tegen. Na de
oorlogen van Napoleon bleef er
een verarmd Europa achter en
daardoor duurde de crisis nog ja
ren. Engeland had intussen kennis
gemaakt met een heel andere om
wenteling, de zogenaamde Indus
triële Revolutie (ca. 1760-18 20).
De ene uitvinding volgde op de
andere. Het leek wel een surprise
avond zonder einde. Stoomkracht
bracht machines, treinen en sche
pen in beweging. Fabrieken en ar-
153
TG- TA
Aw fe - j-r
raspas