De Waterschans nr. 4-2004
De Waterschans nr. 4-2004
beiders concentreerden zich in
nieuwe steden, vooral in Noord-
west-Engeland. Maar het verarmde
Europa kon de Engelse producten
niet kopen. Zo was Engeland ook
't eerste land dat geconfronteerd
werd met massale werkloosheid.
Willem I stond in de startblokken
om het tij te keren. De "koopman
koning" verbeterde het geldverkeer
door het oprichten van de Neder
landse Bank en van de Rijksmunt
(1814), stimuleerde de handel
door de Nederlandse Handel
Maatschappij in het leven te roe
pen (1824), liet kanalen graven
(o.a. De Zuid-Willemsvaart) en we
gen aanleggen, stimuleerde en
steunde fabrikanten (metaal in
Luik en Seraing; textiel in Gent en
Twente; scheepsbouw in Rotter
dam) en liet voor de agrarische
sector woeste gronden ontginnen
en plassen droogleggen. Om ar
men aan werk en grond te helpen
stichtte hij de Maatschappij van
Weldadigheid met dorpen als Fre-
deriksoord, Willemsoord en Wil-
helminaoord. Zwervers en paupers
kregen werk en onderdak in Veen-
huizen en Ommerschans. De vorst
nam vaak zelf het initiatief en
durfde eigen kapitaal te riskeren.
Ook de koloniën betrok hij in zijn
welvaartspolitiek, maar dan wel
meer ten bate van het moederland
dan van de inheemse bevolking..
Het door hem op Java ingevoerde
cultuurstelsel heeft veel kwaad ge
sticht.
Ondanks zijn grote inzet nam
Zijne Majesteit veel onderdanen
tegen zich in. Zo slaagde hij er niet
in de Belgen voor zich te winnen.
De katholieken vonden dat hij
zich teveel in godsdienstige zaken
mengde, terwijl de liberalen zijn
autoritaire bewind afkeurden.
Toen in 1828 deze twee groeperin
gen elkaar vonden in het zoge
naamde "Monsterverbond" liepen
de spanningen snel op. In 1830
brak de Belgische Revolutie uit. In
hetzelfde jaar maakte Griekenland
zich los van Turkije.
4. De afscheiding van België
1830-1839
Willem I had het moeilijk met de
afscheiding. Hij deed een beroep
op Engeland, Rusland, Oostenrijk
en Pruisen. Die landen hadden in
Wenen de samenvoeging doorge
drukt. Vijftien jaar later waren ze
van mening veranderd, uitgezon-
van Antwerpen. Na 14 dagen capi
tuleerde Chassé. De Nederlandse
marine vervoerde de meer dan
300 zieken en gewonden naar het
Markiezenhof. Chassé zelf werd
door de Fransen als krijgsgevan
gene weggevoerd. Na zijn vrijlating
in 1833 trok hij naar Bergen op
Zoom. Daar werd hij door de bur
gerij toegejuicht als een held. Hij
bleef in de stad tot Zijne Majesteit
hem het jaar daarop benoemde
tot commandant van Breda.
In 1833 kwam de Conventie van
Londen tot stand. Het was geen
vrede, maar een wapenstilstand
met als belangrijkste bepaling: ie
der houdt wat hij thans heeft tot
de definitieve vrede is getekend.
Zo'n bepaling heet een Status-
quo. In de praktijk kwam dat erop
neer dat België in bezit bleef van
een groot deel van Nederlands
Limburg. Verder hoefde België tot
de vrede geen rente over haar deel
van de staatsschuld te betalen en
kreeg het land vrije vaart op de
Schelde. Nederland ontruimde
Lillo en Liefkenshoek en België
liet de krijgsgevangen soldaten van
de Antwerpse citadel vrij.
Waarom geen definitieve vrede?
Willem I wilde wachten op meer
gunstige omstandigheden. Hij
dacht dat de grote vijf nog wel van
mening zouden veranderen. De
Status-quotijd heeft de Neder
landse staat veel geld gekost door
dat het leger gemobiliseerd bleef.
De staatsschuld groeide snel. Pas
in 1839 begreep de koning dat hij
vergeefs wachtte. Toen kwam te
Londen het eindverdrag met Bel
gië tot stand. Nederland erkende
daarin de onafhankelijkheid van
België. De Belgen ontruimden Ne
derlands Limburg en beloofden
jaarlijks vijf miljoen gulden te be
talen als hun aandeel in de rente
van de Nederlandse staatsschuld
(in 1873 afgekocht met een bedrag
ineens van negen miljoen). Waals
Luxemburg kwam voor goed bij
België en Willem I werd groother
tog van het overige, zelfstandige
Luxemburg.
5. Bergen op Zoom tussen 1815
en 1840
Door de eenheid Nederland-Bel-
gië was Bergen op Zoom niet lan
ger een grensvesting, maar nog al
tijd wel een versterkte stad met
een garnizoen en een militair hos
pitaal. Het late vertrek van de
Franse bezetting bracht met zich
mee dat de invoering van de Ne
derlandse regelgeving achterop
was geraakt. Na het aftreden van
burgemeester Vermeulen begon er
voor Bergen op Zoom een naar
het schijnt vrij rustige tijd. De tijd
na Napoleon is voor Bergse histo
rici blijkbaar niet zo interessant.
Politiek speelde het vaderland een
bescheiden rol en economisch
leek de bevolking ietwat murw ge
slagen. Dat gold blijkbaar voor
heel Nederland. Men sprak van
een Jan-Saliegeest, hoewel dat
beeld later heel wat is bijgesteld.
Wie geld had, belegde dat liever in
buitenlandse staatsobligaties dan
in Nederlandse ondernemingen.
De werkloosheid bleef groot en
daarmee ook de armoede. Het
aantal bedeelden groeide en de
criminaliteit nam toe. Het bende
wezen maakte vooral het platte
land onveilig. Er waren klopjach
ten nodig om het rondzwervend
gespuis te verjagen. Misoogsten
(1816), veepest, besmettelijke ziek
ten en overstromingen (1820) ver
ergerden nog de malaise. De jaren
1815-1830 staan ook voor de agra
rische sector te boek als een cri
sistijd. Maar wie niet bij de pakken
wilde neerzitten, dat was koning
Willem I. De trieste situatie daag
de hem juist uit tot het bestrijden
van de crisis zowel in Nederland
als in België.
Had de economische politiek van
de 'koopman-koning' ook voor
Bergen op Zoom gunstige gevol
gen? Niet zo direct aanwijsbaar,
maar de stad moet voordeel heb
ben gehad van de infrastructurele
verbeteringen. Zo waren ervóór de
Franse tijd bijna geen verharde
wegen tussen de steden en dor
pen. Koning Lodewijk Napoleon
en keizer Napoleon hadden meer
oog voor dit aspect. Laatstge
noemde liet een begin maken met
de aanleg van de weg Antwerpen-
Amsterdam via Breda. Onder Wil
lem I kwam die in 1815 klaar tot
Sleeswijk (Keizersveer!). Bergen op
Zoom kreeg daarop aansluiting
door een nieuwe verharde straat
weg naar Breda. Het kanaliseren
van de Roosendaalse Vliet en van
de Mark en Dintel bevorderde de
handel en het scheepsverkeer in
het Markiezaat. Roosendaal, Leur
en Oudenbosch werden over het
water beter bereikbaar. Napoleon
had de vele tollen langs de wegen
Afb. 4. Negentiende-eeuwse romantische weergave van de zelfmoord van Van Speyk.
Uit: Wantje Fritschy en Joop Toebes (red.) Het ontstaan van het moderne Nederland.
Nijmegen z.j. p. 30.
Scheldeleger bij Leuven. Op 3 au
gustus had koning Leopold direct
een beroep gedaan op Frankrijk
en dat stuurde 40.000 soldaten
onder bevel van generaal Gérard.
Op aandringen van Engeland riep
Willem zijn leger terug naar
Noord-Brabant. Alleen de citadel
van Antwerpen (met Lillo en Lief
kenshoek) en Maastricht bleven
bezet. Het was in deze periode dat
Jan van Speyk, commandant van
een kanonneerboot die bij de Ant
werpse citadel lag, zijn schip in de
lucht liet vliegen, nadat een storm
zijn boot had losgeslagen en Van
Speyk met zijn bemanning in han
den dreigde te vallen van een op
standige menigte.Van Speyk werd
als een nationale held begraven in
de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
De 'Grote Vijf (Engeland, Frank
rijk, Oostenrijk, Rusland en Prui
sen) kwamen in Londen bijeen,
stelden 24 artikelen op voor de
definitieve scheiding en legden
die Nederland en België op. Leo
pold I gaf toe. maar Willem I wei
gerde, ook al waren de voorwaar
den gunstiger voor hem dan de
vorige. De grote heren hadden er
toen genoeg van en ze legden Ne
derland een embargo op. Dat be
tekende dat ze onze schepen in
beslag namen en zo de handel stil
legden. Een economische ramp
en dat in een crisistijd. Bovendien
beschoten de Fransen de citadel
derd dan Oostenrijk en Rusland.
Het eerstgenoemde land had er
evenwel geen oorlog voor over en
Rusland lag ver weg. De afschei
ding ging dus door. De grote vraag
was toen; "Op welke voorwaar
den?". België eiste Antwerpen op,
maar in de citadel lagen nog Hol
landse troepen onder leiding van
generaal David Chassé, de grote
man van de Hollandse brigade in
Spanje (1808-1813).Verder maakte
de Belgische regering aanspraak
op heel Limburg en heel Luxem
burg en wilde het maar een klein
deel van de staatsschuld overne
men. De grote mogendheden be
moeiden er zich mee en bereikten
een compromis dat Willem I aan
vaardde, maar dat Leopold I van
Saksen-Coburg, de nieuwe koning
van België, van de hand wees.
Toen de grote mogendheden in
1831 aan Leopolds eisen tegemoet
wilden komen, liepen de spannin
gen zo hoog op dat de Neder
landse vorst naar de wapens greep.
Zo begon de Tiendaagse Veld
tocht (2-12 augustus 1831). Neder
land had een veldleger van 36.000
man: de 4.000 in de Antwerpse cit
adel en de 6.000 in Maastricht
niet meegeteld. De kroonprins, de
latere koning Willem II, voerde het
leger aan. België had in korte tijd
ook een leger op de been ge
bracht. Een deel ervan, 17.000
Afb. 5. De ontploffing van het
kruitmagazijn in Bergen op Zoom bij
de Stoelemat op 29 maart 1831.
Herkomst: Regionaal Historisch Archief
Bergen op Zoom.
man, stond aan de Schelde; een
ander deel, 14.500 man, aan de
Maas. Op 3 augustus nam het Ne
derlandse leger Turnhout in en
twee dagen later Diest. Vervolgens
versloeg de kroonprins het Belgi
sche Maasleger bij Hasselt (8 au
gustus) en op 11 augustus het
154
155