Jeugdherinneringen aan de
VERDEDIGINGSLINIE ROND
Bergen op Zoom
De Waterschans nr. 1-2005
1 8
P. Luyks
1 9
De Waterschans nr. 1-2005
tember 1944 werden de restanten
van de Armeense eenheden terug
getrokken op Schouwen-Duiveland
en Goeree-Overflakkee, kennelijk
om direct vuurcontact met en dus
gelegenheid tot massale desertie
naar de oprukkende geallieerden te
voorkomen.
Schouwen-Duiveland: de volgende
dramatische etappeplaats
Op 17 september 1944 werden de
geallieerde vliegtuigen op weg naar
Arnhem door de Armeense kanon
niers op Schouwen niet beschoten.
Ook werd begonnen munitie bij
burgers onder te brengen. Begin
december 1944 hadden Armeense
soldaten de geallieerden ook infor
matie in handen gespeeld, dat er in
de haven van Burghsluis twaalf ge
camoufleerde eenpersoonstorpe
do's waren binnengekomen. Die
werden op 8 december door een
bombardement uitgeschakeld. Via
een in werking gebleven bedrijfste-
lefoonverbinding van de PZEM
tussen Bruinisse en Anna Jacoba-
polder was de geallieerden al eer
der meegedeeld, dat het overgrote
deel van de Armeense soldaten, in
samenswerking met het verzet, tot
een opstand bereid was, indien de
geallieerden op Schouwen-Duive
land zouden landen. Van op 11 no
vember gedeserteerde Armeense
soldaten hadden de geallieerden
hetzelfde vernomen. Het leek hun
een gedetailleerd en doordacht
plan. Maar de geallieerden wan
trouwden de Armeniërs, vooral ook
wegens de tegen de Armeniërs ge
richte Ahwe/zr-activiteiten. Britse
verkenningspatrouilles wekten bij
de Armeniërs ten onrechte de ver
wachting, dat een landing aan
staande was. Elders heet het, dat
begin december vertegenwoordi
gers van de ondergrondse Orde
Dienst met succes hadden weten te
voorkomen, dat de Armeense sol
daten op het eiland een nutteloos,
kansloos en mogelijk rampzalig ge
achte openlijke opstand tegen de
Duitsers zouden beginnen. Dit was
heel wat anders dan de geplande
oproep van het Bergse verzet van
juli 1943 en ook weer anders dan
de situatie op Texel in april 1945,
waar het verzet helemaal geen rol
speelde. De Armeense onderoffi
cier Jork Mikienian wilde het plan
alsnog persoonlijk aan de geallieer
den voorleggen. Hij werd bij een
mislukte overtocht per schip naar
geallieerd gebied met tien plaatse
lijke verzetslieden op 7 december
bij Zierikzee gearresteerd. Bij het
gevangenentransport naar het mili
tair standgerecht te Middelharnis is
hij buiten Brouwershaven van
boord gesprongen en waarschijn
lijk omgekomen. De executie van
de tien ter dood veroordeelde
Zeeuwen vond op 10 december
plaats aan de Slotlaan van Kasteel
Moermond bij Renesse, door op
hanging, een voor Nederlandse be
grippen uitzonderlijk wrede execu
tie. De Duitse vermoedens over
een op handen zijnde Armeense
opstand werden door de ontsnap
ping die hem het leven kostte van
Jork Mikienian bevestigd. Nog in
de nacht van 7 december stuurden
de Armeniërs zelf een delegatie van
acht man sterk onder leiding van
Roeben Melkonian op pad om de
geallieerden voor een "fait accom
pli" van een opstand te stellen.
Deze missie liep vast bij Ooltgens-
plaat. Eén man ontkwam en kon
de Armeniërs waarschuwen. Zeven
anderen zijn gearresteerd, eveneens
in Middelharnis berecht en gefusil
leerd. Op de plaats van de executie
aan het havenhoofd van Middel
harnis is in 1956 een gedenkteken
geplaatst met daarop de namen
van de zeven slachtsoffers. In te
genstelling tot de publieke ophan
ging van de Nederlanders in Re-
nesse werd deze fusillade zoveel
mogelijk geheim gehouden. Na
deze voorvallen werden de Ar
meniërs op Schouwen-Duiveland
en Goeree-Overflakkee ontwapend
en tot Baubataillon gedegradeerd.
Terug naar de Sovjet-Unie
De ontwapende Armeniërs werden
overgebracht naar Rotterdam (Kra
lingen) en Amsterdam (Sloten en
Diemen) en kwamen toen ook in
contact met 4 in Nederland geves
tigde Armeense families. Hagopian
was leider van het verzet in Utrecht
en wilde de Armeniërs in de Bin
nenlandse Strijdkrachten inschake
len. Maart 1945 werden alle Ar
meniërs naar de Veluwe overge
bracht. Er vielen opnieuw slacht
offers bij pogingen om naar de ge
allieerden te ontsnappen. In april
werden de Armeniërs naar de om
geving van Utrecht overgebracht.
Bij de capitulatie is er bij De
Meern en Maarssen gevochten. De
Armeniërs zijn in kasteel De Haar
bij Haarzuilens door de geallieer
den krijgsgevangen gezet. De Ne
derlander W.H. Nagel trachtte de
Armeniërs voor de gevreesde uitle
vering aan de Sovjet-Unie te vrijwa
ren, tevergeefs. De afspraken van
Yalta van febaiari 1945 en later
Potsdam van zomer 1945 voorza
gen in gedwongen repatriëring van
alle Sovjet-onderdanen. Via Oost-
Friesland is in 1945 en 1946 de re
patriëring verlopen. In de literatuur
wordt gesteld, dat de westelijke ge
allieerden bij de gedwongen repa
triëring van alle Sovjet-onderdanen
in strijd hebben gehandeld met de
Conventie van Genève dienaan
gaande. Volgens Artikel 79 had niet
de nationaliteit, maar het gedragen
uniform doorslaggevend moeten
zijn. Alle Sovjet-onderdanen had
den in de eerste plaats als leden van
de Wehrmacht behandeld moeten
worden. De geallieerden hebben de
ongelukkigen niet op hun rechten
gewezen. Pour besoin de la cause
zijn honderdduizenden als wissel
geld gebatikt om Stalin tegemoet te
komen. Veel kozakken, die eind mei
1945 in Oostenrijk aan de Sovjet
autoriteiten werden overgedragen
pleegden zelfmoord. In de kring
van de gerepatrieerde Armeniërs
werd iedereen iedereens getuige a
charge. De Armeniërs hebben uit
eindelijk geen doodstraf gekregen,
wel 10 tot 25 jaar dwangarbeid.
Anders verging het de Georgiërs op
Texel. Op 6 april begonnen zij, ken
nelijk zonder overleg met het plaat
selijke verzet, laat staan met de geal
lieerden, een felle gewapende op
stand tegen de Duitsers, die pas eind
april werd neergeslagen. Daarbij
kwamen 570 Georgiërs om het le
ven. In juni begon de repatriëring
van 236 overlevende Georgiërs. Zij
kregen verklaringen mee van de BS-
leiding op Texel, van de CPN en van
de Canadezen (alle in nogal over
dreven bewoordingen), om hen te
behoeden voor strafmaatregelen van
het Stalinistisch bewind. Dat is, naar
veel later duidelijk is geworden, ef
fectief gebleken!
Pas in 1960 kon Hagopian vanuit Ar
menië contact krijgen met Dr. L. De
Jong. In 1965 kon de eerder ge
noemde criminoloog Nagel naar Ye
revan reizen. Eerst in 1991 is er een
officiële rehabilitatie afgekondigd.
De Armeense soldaten, die ooit in
Duits uniform door de straten van
Bergen op Zoom, Halsteren en Le
pelstraat gemarcheerd hebben, zijn
geen collaborateurs geweest.
Inleiding
Ik ben Piet Luyks, geboren
op 7 februari 1933. Mijn
tegenwoordige adres is
Zandstraat 98 in Bergen op
Zoom. Vanaf 1938 tot eind
1951 heeft het gezin Luyks
gewoond op nr. 26 in het
Ketelwegje, in de volks
mond het Ketelbaantje
genoemd. Het was een zan
derig zijwegje van de
Wouwsestraatweg, dat je
inging naast de speeltuin
van café 'de Bloemkool'.
Vijfentwintig meter dat
baantje in en je kwam bij
de eerste woning. Dat stukje
is er momenteel nog. Hal
verwege, zo'n 300 meter lo
pen, kwam je dan bij nr. 28
en nr. 26, onze woning, sa
men onder één kap, dan
volgden een perceeltje tuin,
weer een woning en even
verder nog twee achter
elkaar staande boerderij-wo
ningen. Hierna kon je door
lopen tot aan de villa van
landgoed Lievenshove, waar
nog een huis aan het baan
tje stond. Met een korte
draai kwam je dan op het
eind in de Balsebaan.
Jaren geleden las ik in de krant,
dat gemeentewerken er maar niet
achter kon komen waarom het wa
terpeil in de parkvijvers van de Vij
verberg niet constant bleef. Ik was
van mening dat gemeentewerken,
die toch wel alles over het graven
en latere dempen van de tank
gracht in hun archief zal hebben,
moest kunnen weten dat water,
wanneer je een diepe kuil graaft
die je daarna weer gewoon dempt,
op zo'n plek direct tot op de bo
dem wegzakt.
Omdat ik in mijn jeugd dagelijks
het graven en werken daar heb ge
zien, wil ik u het verhaal vertellen
van de aanleg van de tankgracht
door de Duitse bezetter, bedoeld
als verdedigingslinie rond Bergen
op Zoom.
Graafwerk tankgracht
We woonden dus 'op d'n buiten',
niet al te ver van de stad maar wel
in de natuur. Wanneer je bij ons
door het open raam van de dakka
pel keek, dan zag je, over de fruit-
bogerden heen, de toren van de
Peperbus en een deel van de St.
Josephkerk. Wat later kwamen
daar de achtertuinen van de hui
zen aan de Parallelweg bij. Er la
gen dus tuinderijen voor ons
baantje. De eigenaren daarvan
kenden we. Electriciteit en water
leiding waren er niet, we waren
aangewezen op welput en petro
leumlamp. Elke dag liepen we
minstens vier keer ons baantje in
en uit, want we moesten naar de
broeders op de Hoogstraat naar
school.
Begin 1943 vertelde mijn vriendje
Kees, die schuin tegenover ons
baantje aan de Wouwsestraatweg
woonde, mij dat ze moesten gaan
verhuizen omdat de Duitsers hun
huis wilden afbreken. Waarom wis
ten we toen niet. Korte tijd later
werd duidelijk dat er een heleboel
woningen ontruimd moesten wor
den om gesloopt te worden. Hoe
dat geregeld werd en of daar
dwang bij werd gebruikt, daar
stond je als kind niet bij stil. Zo
werden, in volgorde, de volgende
panden gesloopt:
- winkeltje en bakkerij van de fa
milie Piet Vos, recht tegenover
het Ketelwegje;
- de huizen, meestal eigendom,
van de families Maas, Uitdewil-
ligen, Hagenaars, Huygens, Van
Tilburg, Gillissen, Nuyten, Hop
penbrouwers, Stoop, Buikmans
en nog een mooi villaatje waar
van de eigenaar me onbekend
is.
Aan onze kant van de Wouws
estraatweg, richting stad, sloopte
men o.a.:
- de villa van majoor Bruyns.
Daarin zaten al een tijdje
Duitse meiden met groene
mantelpakken aan. De majoor
was ondergedoken.
- het huis van de familie Verduit,
het café'tje [met orgel] van de
familie De Koning, de huizen
van de families Wilkes, Snep
vangers, Dekkers, de kolenhan
del en woning van de familie
Maas en verderop de wo
ning/bloemisterij van de fami
lie Dries.
In heel korte tijd waren al deze
woningen leeg en begon de sloop
ervan. In onze ogen gebeurde dat
door het personeel van een 'foute'
firma. Dakbeschot en balken wer
den op grote werkbanken spijker-
vrij gemaakt. Het puin werd afge
voerd, terwijl men overal de fun
dering liet zitten.
Jaren na de oorlog konden wij
thuis nog timmeren omdat ik op
een avond in het weekend wel 25