Oorlogsverhalen in Bergen op Zoom LJ '"iW w k De Waterschans nr. 1-2005 De Waterschans nr. 1-2005 Ad van Tienen 36 Sinterklaascadeautje Deeg ik liedboekje Canada en Noord-Bra- banC~een band voor altijd van Jan A.FM. Luijten. In de eerste regels las ik dat toen op vrijdag 27 oktober 1944 de eer ste Canadese Stuart-Reconnais- sance pantserwagen op Bolwerk Zuid 50 stond, de schrijver dan dit boekje wist dat Bergen op Zoom bevrijd was. Toen werd voor mij het een en an der duidelijk. Er was n.l. in de zo mer van 1944 een bericht binnen gekomen bij mijn vader (of hij wel of niet bij het verzet was, is mij on bekend), dat er een vliegtuig was neergeschoten bij de Heimolen. De bemanning was er uit gespron gen. Volgens berichten hielden de pilo ten zich schuil in het bos even voorbij de Klavervelden, bij hoeve Kieviet, ongeveer bij het voormalig NATO pompstation. Mijn vader ging er op de fiets naar toe en doorzocht alle brandgangen in die omgeving en zowaar vond hij een Amerikaanse piloot onder de struiken. Hij had bij de landing zijn voet verstuikt. Met handen en voeten en een flesje bier praatten ze met elkaar en mijn vader zei hem dat hij hulp ging halen. In die tijd waren er in de omge ving van Klavervelden en Zoom- land veel Duitsers met gevechts wagens, geschut, e.d. Toen mijn va der thuiskwam, is hij met de over buurman, de bekende Lood de Frel, een politieman in hart en nieren, een plan gaan maken om die piloot uit dat bos te krijgen. De oudste dochter van De Frel, Nel genaamd, en mijn oudste broer Jan gingen als verliefd stelle tje richting Klavervelden en de va ders liepen er een eind achter. Bij het bos aangekomen, werd de Amerikaan verkleed. Samen met Nel de Frel strompelde hij terug en zo gingen ze als nieuw stelletje Ata m ppw m-m: langs de Duitsers richting Balse- baan. De piloot werd in de Balsebaan goed onthaald. Hij kreeg eten en bewassing (groene zeep) en bleef slapen bij De Frel thuis. De an dere dag is hij precies om 12.00 uur samen met een pater van het Juvenaat, ieder op een damesfiets, naar een onderduikadres op het Bolwerk Zuid gebracht. Dat was een hele toer, want hij had een verstuikte voet en kon amper fiet sen. Op 27 oktober 1944 kreeg Majoor McCleod van de South Albertas het bevel om door te stoten via de Huijbergsebaan naar Bergen op Zoom. Op de Huijbergsebaan stond een man die met een brief zwaaide. Het was mijn vader en in die brief stonden gegevens over de piloot die op het adres op het Bol werk zat. McCleod reed samen met een lid van de ondergrondse strijdkrachten naar het opgegeven adres, haalde de piloot op en reed met hem terug naar het hoofd kwartier op de Grote markt. Mijn vader Deeg voor deze hulp een dankbrief van de Embassy of the United States of America. De brief is nog in mijn bezit en is voor mij zeer waardevol. Bij de vijftigste herdenking van de bevrijding van de stad Bergen op Zoom heb ik McCleod gezien en gesproken in de Raayberg. Hij ver telde dat hij de man, die bijna onder de tank kwam en de brief bij zich had over de piloot, zich nog kon herinneren. De radio Toen door de Duitse bezetters de burgerlijke eigendommen, zoals radio's, tin. koperwerk e.d., in de jaren 1943-1944 moesten worden ingeleverd, weigerde mijn vader, J.G. van Tienen, zijn radio in te leveren. Dit had tot gevolg dat mensen die voorbij ons huis wandelden (Balsebaan 116) en door de open ramen de radio hoorden spelen, zeiden: "Hier woont ook een N.S.B-er". Op een zomermorgen werden wij met veel kabaal gewekt door Duit sers met geweer in de aanslag. We waren met acht kinderen. Ikzelf was toen zeven of acht jaar. Dat was me een toestand. Heel hel huis werd doorzocht; ze moesten de radio hebben. Deze zou in be slag worden genomen met alle ge volgen van dien. Mijn vader begon te praten over de Conventie van Genève en over de eigendommen van burgers in oorlogstijd. Ik dacht: "Vadertje, vadertje, daar ga je". De Duitsers gingen weer naar bui ten, liepen naar de overvalwagen en begonnen te praten, te praten en nog eens te praten. Na verloop Personnel during tfle O Jerman occupation. 9/G,( Of/icer G< van tijd werd er op de voordeur geslagen. De radio moest mee en mijn vader ook. Toen gebeurde er iets wat mij nog steeds is bijgeble ven. Mijn vader zei tegen de Hauptman: "Is dit de dank van jul lie Duitsers? Na de oorlog van 1914-1918 heb ik mijn bed, eten en kleding gedeeld met de Duitse jongens die hier in Nederland moesten aansterken en diezelfde Duitse jongens halen hier nu onze spullen weg". De Hauptman kreeg een rode kop van schaamte, de ra dio werd op de auto gegooid en ze reden weg zonder mijn vader aan te kijken. 3 7 i> .G-.vf.ui i'ienuk Balie "Daan 116 Lergen op zoom li i'ÏCK THE M1LPIXÈ V XTTACH t THE NErilaRLANDS Dear EMBASSY OF THE UNITED STATES OF AMERICA The Hague, The Netherlands I July 1946 i.Ckkjislk c '--t. 1 WKBB/m I wish to express to you the gratitude of the people of the United States of America fp£ your aid to cur airmen who fell in the Netherlands during the period of hostile occupation. to men of our country during a nj^tient the cause of freedom, have earnec for y< grateful recognition. *5 OFFICIAL >n in lending a helping hand f crisis, and vour lovaltv to L—^r- i both our respect and our Sincerely, FRANK M. S/JOHNSOX Col. G5C Military Attache Johannes G, va*i TIenen II; 1940—.1945 ajor °'»'nanding

Periodieken

De Waterschans | 2005 | | pagina 19