De Waterschans nr. 2-2005 De Waterschans nr. 2-2005 Gevangenentoren. van de welvaart, die de toekom stige generaties van het "Rijk" te wachten staat. De Duitse soldaat steekt, conform de opdracht van zijn Führer, de bevolking de hand toe om samen te werken aan de verwezenlijking van onze toe komstplannen, die ook voor deze stad nieuwe uitdagingen, maar daarmee ook nieuwe welvaart zal brengen". Aldus werd het overzicht van de geschiedenis van onze stad (en deels van ons land) afgesloten met een naar Duits inzicht beloftevol perspectief en kon de Duitse sol daat met een duidelijke opdracht van de Führer zelf de stadswande ling gaan maken, zoals die door Dr. Schöndube was uitgestippeld. De route begon op de Markt (Gertrudiskerk, Stadhuis en de Draak) dan door de Fortuinstraat en Lieve Vrouwestraat (Gevangen poort) naar de haven (Spuihuis en Arsenaal). Vervolgens Moeregreb- straat (Markiezenhof) en dan via Korte Meestraat en Vismarkt naar Noordsingel (Raveleijn en Stad spark) en via Wouwsestraat en Zui- velstraat weer terug naar de Markt. De tussen haakjes geplaatste be zienswaardigheden werden soms, bijv. het stadhuis, zeer uitvoerig beschreven en vormen een verder bewijs voor de warme belangstel ling die de schrijver had voor de geschiedenis van onze stad. Dit roept bij mij dan ook de vraag op of die diverse "propaganda passages" wel van begin af aan in zijn tekst hebben gestaan. Het lijkt mij waarschijnlijker dat toen de schrijver verlof en medewerking vroeg om de tekst te publiceren, de Ortskommandatur de eis heeft gesteld dat daarin eerst duidelijke lessen en vermaningen moesten worden opgenomen. Het blijft on duidelijk of de schrijver zelf of de Ortskommandatur deze toevoe gingen heeft aangebracht, gezien de boven aangehaalde slotpassage sluit ik het laatste zeker niet uit. Hoe het ook zij, het is mij wel dui delijk uit welke bron voor deze passages is geput, namelijk de rede van Seys Inquart, gehouden te Amsterdam op 12 maart 1941. In deze rede snijdt de spreker im mers alle thema's aan die in dit boekje zijn terug te vinden. Dit geldt zowel voor onze vrucht bare lotsverbondenheid met het Grote Duitse Rijk vanaf Karei de Grote en onder Karei V, alsmede voor onze "domme pogingen" ons heil steeds bij Engeland te blijven zoeken, ondanks de schade die dit land ons in het verleden steeds had toegebracht. Onze huidige (1941) verbondenheid met Enge land wordt vooral als zeer dom ge hekeld, omdat het toch duidelijk moet zijn dat Nederland alleen toekomst heeft als het zijn lot met het succesrijke Groot Duitsland verbindt. Naast deze punten komen in ge noemde toespraak tal van andere zaken aan de orde. De rede duurde dan ook ruim 2 uur. De in brochurevorm gepubliceerde rede omvat ruim 30(!) dicht bedrukte pagina's. Het is zeker geen toeval dat ik, na ruim zestig jaar, beide publicaties nog samen aantrof. In die tijd heb ik de samenhang tussen beide pu blicaties reeds onderkend en was ik ongetwijfeld van plan om als re dacteur van de illegale "De Stem" hierover een artikel te schrijven. Andere onderwerpen hadden ech ter kennelijk meer prioriteit en zo doende is er nooit iets van geko men. Natuurlijk is het verheugend nu na ruim 60 jaar hierover in alle vrijheid te kunnen schrijven. An derzijds had ik ook toen met veel genoegen de beide boekjes op de korrel willen nemen. Naast de boven reeds behandelde "propaganda passages" had ik on getwijfeld ook aandacht besteed aan de volgende onderwerpen. Op bladzijde 13 en 14 gaat Dr. Schöndube in op de geschiedenis van Nederland onder de Franse overheersing (1793 - 1813). Als Napoleon zijn broer Louis be noemt tot koning van Holland, te kent de schrijver hierbij aan: en begint het kleine volk in verzet te komen tegen de vreemde overheersing!! In zijn beschrijving van de gebeur tenissen in diezelfde periode ver telt hij ook hoe in 1806 Napoleon Omslag boekje Rede. 6 O Vie Belotyetuwq. aon (Behqen cap 2.cmm (1622) van VALERIUS y*-' I V c. grote legermassa's samenbrengt in West Vlaanderen en Zeeland om een invasie van Engeland voor te bereiden, een plan dat echter nooit tot uitvoering kwam. De schrijver stond er duidelijk niet bij stil dat in de zomer van 1940 (amper een jaar voor hij dit schreef) Hitier precies het zelfde had gedaan en op nog veel grotere schaal. Mijn tijdgenoten zullen zich niet alleen de vele transporten met landingsboten herinneren, die onze stad passeerden, maar vooral het vaak met schallende muziek begeleide en luidkeels en vol en thousiasme gezongen soldatenlied "Wir fahren gegen Engeland". Een lied dat na de door de Duit sers verloren luchtslag in Septem ber 1940 (Battle of Britain) plotse ling verstomde en nooit meer is gehoord. In het kader van de verheerlijking van onze grote en economische culturele bloei, als wij onderdeel zijn van het Groot Duitse Rijk, dit maal onder Karei V (van Spanje!), beschrijft hij het bezoek van de beroemde schilder en tekenaar Al- brecht Diirer in 1520 aan onze stad. Naast schetsen van onze stad heeft hij volgens de schrijver ook een prachtige tekening gemaakt van de eigenaresse van de herberg waar hij verbleef, een zekere De Haas, een wat oudere vrouw, met als schril contrast daarnaast een teke ning van de jonge en knappe dienstmaagd. Toch wel wat frivool insinueert hij hierbij dat de toen 49-jarige Dürer wel niet ongevoe lig zal zijn geweest voor de charme van deze jonge dienstmaagd (af beelding op bladzijde 8). Aan de gesuggereerde liefdesaffaire kop pelt hij een aansporing voor de Duitse soldaten om meer oog te hebben voor de Bergse meisjes, die immers nazaten zijn van deze knappe dienstmaagd. Vanuit het standpunt van de Duitse soldaat lijkt mij dit een van de weinige, zoniet enige passage in het boekje, waaivoor hij daad werkelijk belangstelling had, of schoon hij deze aansporing aller minst nodig had. Tot slot nog iets over de uitvoering van het boekje. Voor de uitgave zijn kosten noch moeite gespaard. De buitenkaft is uitgevoerd in okergeel. Aan de voorkant staat het bekende Bergse stadswapen. In het rode schild staan onderin drie groene bergjes en bovenin drie witte kruizen. De twee wilde mannen met hun knotsen heeft men begrijpelijker wijze achter wege gelaten. Voorts is de naam Bergen op Zoom uitgevoerd in grote sierlet ters. Je kunt je tenslotte afvragen wat voor zin de publicatie van een dergelijk boekje heeft gehad. Het zal weinigen voor wie het was be stemd echt hebben geïnteresseerd, terwijl voor wie het niet was be stemd de nodige propaganda pas sages werden ingelast. Niettemin zijn er in een tijd van toenemende papierschaarste 4000 exemplaren van gedrukt. In die tijd was voor de illegale pers reeds list en bedrog nodig om aan pa pier te komen. De enige verdienste is misschien dat we in dit document een dui delijk voorbeeld hebben hoe ge schiedenis niet moet worden ge schreven. Als zodanig verdient het dan ook zijn plaats in de vele pu blicaties, die over de geschiedenis van onze dierbare stad zijn ver schenen. Het was voor mij tevens de aanlei ding om voor dit boekje uw aan dacht te vragen. N.B. Het boekje ligt ter inzage in het Regionaal Historisch Centrum (R.H.C.) 61 Rijksminister Dr. Seyss-inquart gehouden op Woensdag 12 Maart 1941 het Arbeitsbereich der in de Nederlanden IL Allegretto lMerk' 2) Mu - ti - ges, 3.) Der von O ge - gen uns stellt blu - ii - ges, wü - ti ges Schwert ra - nien der Held zog her - bei er, der noch stefs uns - re Klang in dem Schwang dass die mu - tig und blu - tig den Frei - heit Fun - ken da Spa - nier zu ff ten. Scht, wie er stürmt, wie er sto - ben. Be - bend und le - bend er schla - gen Hört - dies Spi - no - la und - ber schüt- tert dach - te uns falJt, um un - ser Gut, un - ser Blut, um uns - re die Erd', don - nernd Ge - tö - se bald un - ten und bald es sei, Zeit aus dem Stau - be sich ei - lends fort zu Hüt - ten. Hört die span' - schen Trom - meln schla'n o - ben. Der Ka - no - ncn Don - ner - hall ma - chen. Cor - du - a schlich auch schnell fort, Hört Ma - raens Trom - pe - tenSeht er kommt ge- Tag für Tag sich mehr - te; bracht' den Spa - nier nichts war zu ge - win - nen, Don Ve - las - co

Periodieken

De Waterschans | 2005 | | pagina 8