JAN JASPERS VAN 1 9 2 3 TOT 19 2 8 V EN DE SECRETARISKWESTIE IN HALSTEREN M De Waterschans nr. 3-2005 Jan Buuron De Waterschans nr. 3-2005 Jan Jaspers en de oprichting van arbeidersorganisaties in Halsteren Jan Jaspers werd in 1883 in Halste ren geboren uit een familie van landarbeiders en boerenknechten. De familie was oorspronkelijk af komstig van Hoeven en Rucphen. In 1908 trouwde Jan te Halsteren met Sjo Buuron, een zuster van mijn opa. Mijn opa was een fel aanhanger van zijn zwager. Uit het huwelijk van Jan en Sjo werden elf kinderen geboren. Drie kinderen stieiven jong. De gezinnen en de kindersterfte waren toen groot. Jan was een explosief man met een grote sociale bewogenheid. Hij kon geen onrecht verdragen. In zijn tijd was armoe voor arbeiders normaal. Hun loon was niet voldoende voor een zeer sober bestaan. Jan en zijn vrouw pakten dus van alles aan om van 's morgens vroeg tot 's avonds Iaat de kost te kunnen verdienen.' Jan was eerst dagloner en landar beider, later fabrieksarbeider in Bergen op Zoom en Dortmund in Duitsland. Als ploegbaas van grondwerkers werkte hij in Vlissin- gen, bij de Zuiderzeewerken en aan het Twente- Rijnkanaal. Na 1930 leefde hij met zijn gezin in Amster dam. Daar was zo'n 'modern' man natuurlijk meer op zijn plaats. Hij was daar tot aan zijn dood in 1967 aardappelhandelaar.2 Na de Eerste Wereldoorlog waren zowel de omvang als het prestige van de vakbeweging enorm ge groeid. In de oorlog bleek name lijk hoe noodzakelijk en nuttig ze was.3 Nederland bleef wel buiten de oorlog, maar onze omgeving kreeg toch te maken met sterke nieuwe invloeden zoals de mobili satie, de toevloed van Belgische vluchtelingen en de toenemende ontevredenheid vanwege de voed selschaarste in Nederland. Ook deze nieuwe ervaringen maakten de Halsterse arbeiders rijp om zich te organiseren. Rond 1920 waren zij nog vooral landarbei ders. In augustus 1917 werd een af deling van de neutrale (—socialisti sche) Nederlandse Boerenarbei- dersbond opgericht. Die bestond maar enkele weken. De plaatse lijke geestelijkheid zag een organi satie van arbeiders al niet zitten, laat staan een neutrale. Daarom richtten eind november dezelfde arbeiders de rooms-katholieke landarbeidersbond Sint Joseph op met kapelaan Smeltzer als eerste geestelijke adviseur. De bond was weinig actief, in 1918 werd in Hal steren een afdeling van de fa- brieksarbeidersbond Sint Willi- brord opgericht. Omdat er nog weinig fabrieksarbeiders waren, leidde ook deze afdeling een kwij nend bestaan. Voor zowel boeren als landarbeiders was 1919 in het hele land een onrustig jaar na de mislukte revolutie van de sociaal democraat Troelstra in Nederland. Ook in Halsteren was de spanning voelbaar, maar tot acties kwam het niet. Wel werd in dat jaar de rooms-katholieke landarbeiders- bond Sint Deusdedit Halsteren opgericht. In 1922 volgde de op richting van de rooms-katholieke werkliedenvereniging Sint Quiri- nus. Deze standsorganisatie wilde vooral coöperaties oprichten om gemeenschappelijk de belangen van de leden te behartigen. De coöperatieve winkel was geen suc ces. Wel succes had de gezamen lijke kleinveeverzekering en vooral het kolenfonds. Acties en stakin gen organiseerde deze werklieden vereniging bijna niet.4 Jaspers speelde een actieve rol in de op richting van de Halsterse organisa ties voor arbeiders. Secretaris Van Hoek met gezin rond 1910. 1 28 Het jubileum van veldwachter Van Dijk in 1941. Op het hordes met hoed en brede kraag burgemeester Mastboom. De rol van de katholieke elite Wanneer Jaspers de naam 'Rooie (Jan)' kreeg, is me niet bekend. In het conservatieve Brabant van die tijd kreeg je die naam al gauw na tuurlijk. Dat stempel was echter bijzonder gevaarlijk want ook in Halsteren accepteerde het over heersende katholicisme natuurlijk het socialisme niet. Dat laatste was aanvankelijk ook principieel atheïstisch. In 1894 scheidden de sociaal-democraten zich daarvan af en werden in Nederland de overheersende stroming. Zij wil den het socialisme verwezenlijken via de parlementaire democratie. Toch moesten de leidende katho lieken in die tijd er over het alge meen er nog steeds niets van heb ben. Om niet brodeloos en mond dood gemaakt te worden moesten Jan en de arbeiders dus voorzich tig binnen hun eigen katholieke zuil opereren. Dat betekende on der andere het aanvaarden van een maatschappij met veel stan den met grote onderlinge maat schappelijke verschillen. Vanzelf sprekend moesten de arbeiders 'hun plaats' weten, zoals dat toen heette. In Halsteren maakten toen de bur gemeester en de pastoor samen met een aantal notabelen de dienst uit en dat werd door bijna iedereen als normaal ervaren. Het was de tijd van 'Het Rijke Roomse Leven'. Praktisch iedereen was nog behoudend rooms-katholiek en nog steeds op de paus in Rome gericht, (het Ultramontanisme uit de negentiende eeuw) Men aan vaardde, dat God de standen had gewild. Aan die opvatting hielden geestelijken en notabelen zich over het algemeen maar al te graag. Ook katholieke werkgevers voelden zich vaak op geen enkele wijze gebonden tot het afleggen van verantwoording over de slechte behandeling van hun ar beiders. Van enige organisatie vorm en tegelijk collectief dragen van hun verantwoordelijkheid was onder werkgevers in Breda pas rond 1920 sprake. Het bewustzijn zich verantwoordelijk te voelen voor het welzijn van de arbeiders, ook onder het hoger personeel, uitte zich aanvankelijk slechts in dividueel. Een bekend man in dit opzicht was de suikerfabrikant Vlekke in Stampersgat.5 De rol van de katholieke kerk In de Bergse kranten van die tijd vindt men vooral de angst van de kerk voor het verliezen van de ar beiders aan het communisme en het socialisme terug. Beide werden door de katholieken als goddeloos en fel anti-christelijk beschouwd. Met het ook door paus Leo XIII in zijn encycliek Rerum Novarum veroordeelde liberalisme heeft men duidelijk minder moeite. De revoluties in Duitsland en Rus land dwingen na de Eerste We reldoorlog van de andere kant ook conservatieven ertoe veranderin gen te aanvaarden. In de plaatse lijke pers vindt men aankondigin gen en verslagen van bijeenkom sten, waar meestal paters het ge vaar van het socialisme of com munisme bespreken, bijna zonder nuancering wat betreft de verschil lende stromingen daarin. Ook bij artikelen over het betreffende bui tenland treft men die toon aan. De twee dagbladen De Zoom en De Avondster wedijveren met elkaar in het katholiek zijn. Toch is de Avondster wat liberaler, want die blijft in de loop van 1927 open staan voor ingezonden brieven van de anti-malversatie partij. Dit is de partij die zich daar in de loop van 1926 vormt tegen de Halsterse se cretaris en zijn aanhangers. De invloed van de plaatselijke kerk is overal wel degelijk en meestal beslissend aanwezig. Slechts zelden komt de directe macht van de geestelijkheid in de publiciteit. Toch stuitte ik op een paar voorbeelden. Zo heeft de Halsterse pastoor Van Gastel in 1926 vanaf de preekstoel verboden het plaatselijk blad 'Halsteren Vooruit' te lezen, omdat het een 129

Periodieken

De Waterschans | 2005 | | pagina 18