De Waterschans nr. 3-2005
Daarna behandelt de raad het
mondeling en schriftelijk verweer
van secretaris Van Hoek. De laat
ste wijst beide rapporten af als
geen van beide objectief. Volgens
hem zijn de meeste feiten niet be
hoorlijk onderzocht en zijn er
conclusies getrokken uit niet vast
staande feiten. Als dat wel gedaan
is, dan zijn de rapporten volgens
hem lasterlijk, beledigend en altijd
insinuerend. De raad is echter
unaniem van de schuld van de se
cretaris overtuigd en komt 's
nachts om ongeveer 12 uur in de
weer openbare vergadering tot de
zelfde conclusie als in de geheime
zitting.
Het Raadsbesluit en de houding
van Jan Jaspers
Het opmerkelijke is, dat Jaspers
deze zaterdag niet meer één front
vormt met wethouder Testers, Piet
de Leeuw en Piet Akkermans. De
gepleegde feiten zijn ontzettend
zwaar, maar Jaspers wil een ma
tige straf om de kinderen van de
secretaris niet te treffen. Hij komt
in de besloten vergadering met
een motie, die in strijd is met het
advies van Buriks. Hij wil de secre
taris onder strenge voorwaarden in
zijn functie herstellen.
B. en W. nemen in een eigen mo
tie die van Jaspers aangescherpt
over. Jaspers trekt de zijne dan in.
B. en W. constateren, dat de
meeste feiten onomstotelijk zijn
bewezen, dat termen voor onge
vraagd ontslag aanwezig zijn. Toch
willen B. en W. de secretaris in het
ambt handhaven gezien zijn leef
tijd (bijna 62 jaar). Hij kan dan
ook zijn berouw tonen en alles
doen om zijn ambt eerlijk en on
partijdig te vervullen. De motie
spreekt uit, dat ongevraagd ontslag
geven te hard is. Verder stelt de
motie voor, de schorsing op te
heffen per één februari 1927. De
secretaris dient de schade van de
gemeente te vergoeden tot een be
drag van 1800 gulden. Dat dient
hij te betalen vóór 1 maart in de
gemeentekas. Tevens moet hij
417,05 gulden betalen aan particu
lieren. De motie geeft de heer van
Hoek in overweging zo spoedig
mogelijk ontslag als secretaris en
ambtenaar van de burgerlijke
stand aan te vragen. De motie be
paalt, dat hij ongevraagd ontslag
krijgt, als hij één van de genoemde
verplichtingen niet nakomt. Secre
taris Van Hoek verklaart zich on
voorwaardelijk akkoord met de
motie en de besluiten van de ge
meenteraad in deze. Bij constate
ring van nieuwe dergelijke feiten
zal hij onmiddellijk ontslag nemen
uit al zijn gemeentelijke functies.
In het slot van zijn verklaring zegt
hij alles te betreuren en niets meer
te vorderen te hebben op de ge
meente Halsteren. Hij tekent de
schriftelijke verklaring, waarin dit
alles is vastgelegd.
Daarna gaat de raad weer over tot
openbaar vergaderen om deze
hele gang van zaken te formalise
ren. De motie van B. en W. wordt
aangenomen met zeven tegen twee
stemmen. Tegen stemden wethou
der Testers en raadslid Akkermans.
Zij zijn namelijk voor ontslag. Piet
de Leeuw is dan al (kwaad?) uit de
vergadering weggelopen.21
Verzoeningspolitiek gedoemd te
mislukken
Natuurlijk leidde het aannemen
van de motie tot nog meer verbit
terde strijd, want geen van de par
tijen was verslagen of had gewon
nen. Het aannemen van de motie
was een grote anticlimax. Het be
tekende, dat secretaris Van Hoek
op de woensdag daarop weer ge
woon aan het werk kon gaan, op
papier tenminste. Het laat zich ra
den, dat gezien de verstoorde ver
houdingen daar in werkelijkheid
geen sprake van kon zijn. De bur
gemeester, het secretarie- en ander
gemeentepersoneel hadden name
lijk ook tegen de secretaris getuigd.
De twee wethouders hadden ver
klaard geen vertrouwen meer in
hem te hebben, hoewel wethouder
Jonkers meteen weer de herstelde
macht van de secretaris erkende
en hem hartelijk verwelkomde. Dat
deden ook die raadsleden en die
notabelen, die in hun hart altijd al
de partij van de secretaris gekozen
hadden. Burgemeester Mastboom
trad in het verleden al te weinig te
gen de secretaris op. Ook nu zou
hij weinig actie ondernemen om
de motie uit te voeren. Wethouder
Testers, hoewel een invloedrijk
man, wilde wel, maar was een
minderheid in B. en W. Zo bleef
de motie een papieren motie zon
der enig gevolg.
De heersende dorpselite ging in
het tegenoffensief. Er was voor hen
nog niets verloren, want in mei
kwamen er nieuwe verkiezingen
voor de gemeenteraad.22 Ook de
meerderheid van de bevolking, de
arbeiders, was diep teleurgesteld
en gekrenkt. Arbeiders werden na
melijk wel om elke futiliteit ont
slagen en moesten tot de laatste
cent altijd alles terug betalen. Se
cretaris Van Hoek hoefde niet
eens de helft terug te betalen van
het gunstig geschatte gefraudeerde
bedrag en kon rustig op zijn post
blijven zitten. De arbeiders kregen
niet of maar moeizaam hun door
de secretaris toegezegde geld te
rug. B. en W. wilden hem om deze
reden kennelijk niet voordragen
voor ontslag en andere machts
middelen had de gemeente niet.
De arbeiders hadden gewonnen,
maar trokken uiteindelijk toch aan
het kortste eind.
Ook Jan Jaspers kon zijn stand
punt van christelijke vergevingsge
zindheid blijkbaar niet verkopen.
Allicht, als arbeider was zijn maat
schappelijk prestige niet groot ge
noeg om als verzoener op te kun
nen treden. Met één klap was hij
zijn gegroeide prestige als verte
genwoordiger van de arbeiders
kwijt. Waarom hij niet aan de kant
van wethouder Testers, Piet de
Leeuw en Akkermans bleef, is
moeilijk te verklaren. Konden zij
hem niet genoeg beschermen en
helpen? Als arbeider was hij na
tuurlijk in zoverre niet vrij, dat hij
van werknemers afhankelijk was
om in Halsteren zijn brood te kun
nen verdienen. Is zijn christelijk
standpunt van mededogen beïn
vloed door het clubje rond de
hoofdonderwijzer en - misschien
- de nieuwe pastoor Lodiers van
Halsteren?23 Jaspers liep al vóór
de beslissende raadsvergadering in
ieder geval met zijn motie op zak.
Hoe het ook zij. hij was één van de
eerste slachtoffers van zijn eigen
politiek in de secretariskwestie. Hij
was gemakkelijk te pakken. Hij
drong al in de raadsvergadering
van 19 januari 1927 niet voor niets
aan op spoedige steunverlening en
werkverschaffing. Dat was ook in
zijn eigen belang. Hij zei: 'Ik ga
mezelf maar eens na. Ik ben reeds
zes weken in Halsteren en ik heb
nog geen uur werk gehad'. Hij zou
in Halsteren en West -Brabant zijn
kost niet meer kunnen verdienen.
Bij de stemming voor de groslijst
kwam hij op de laatste plaats met
134
De Waterschans nr. 3-2005
Piet Akkermans, raadslid en landbouwer.
nog maar 54 stemmen.24 In mei
1927 verlaat hij voortijdig de ge
meenteraad en vertrekt met zijn
gezin naar Vlissingen. Zijn plaats
vervanger is geen arbeider. Medio
1928 wordt Jan met zijn gezin uit
het bevolkingsregister van Halste
ren uitgeschreven. Na de verkie
zingen van mei 1927, komt J.M.
van Aert, de colporteur van het
blad Halsteren Vooruit, als enige
arbeider in de nieuwe gemeente
raad.
Kwestie woekert verder tot 1929
De secretaris heeft dan nog steeds
geen ontslag genomen. Dat zal hij
pas op zijn verzoek in 1929 krij
gen. Tot die tijd blijft Buriks advi
seur van de gemeente. Ook Piet de
Leeuw moet boeten voor zijn
strijd. Zijn oudere broer en tegen
stander Joop (Guillaume) laat zich
in 1927 in de gemeenteraad kie
zen. Hoewel Piet ook gekozen is,
mag hij de nieuwe gemeenteraad
in september niet in. De wet ver
biedt, dat twee broers in dezelfde
gemeenteraad komen. In zo'n ge
val gaat volgens de wet de oudste
voor. Piet verliest alle beroepen tot
in hoogste instantie. Het rare is
wel, dat de raad na september
1927 op een gegeven moment in
formatie over de secretariskwestie
van hem nodig heeft. Piet discus
sieert vanaf de tribune wel mee,
maar geeft de schriftelijke infor
matie niet af, omdat de burge
meester geen garantie geeft voor
het behoud ervan. Akkermans is
als grote boer blijkbaar niet te pak
ken, want die komt wel terug in de
nieuwe gemeenteraad. De onvoor
waardelijke medestanders van de
secretaris zitten ondertussen met
zijn vieren in de raad. De nieuwe
raad moet zich eerst inwerken in
de kwestie. Ze maakt de fout zich
niet aan de bestaande rapporten
te houden. Een nieuw raadslid,
een kapitein buiten dienst, doet
zelfs nieuw onderzoek op het mi
nisterie van oorlog in den Haag.
Dit alles leidt uiteindelijk tot prak
tisch niets. Tenslotte blijkt de se
cretaris ook voor de meerderheid
van de nieuwe raad niet accepta
bel met als voornaamste argument
het raadsbesluit van 29 januari
1927. De raad dwingt de secretaris
tenslotte om eervol ontslag aan te
vragen en verleent dat met fl.
1000,- toe per 1 januari 1929. Tot
een strafproces tegen hem is het
nooit gekomen.
Noten
De archivalia komen uit het ar
chiefvan het Regionaal Historisch
Centrum te Bergen op Zoom en
de heemkundekring Halchtert, de
heemkundekring van Halsteren en
Lepelstraat. Het archief van Hal
steren is een onderdeel van het
Regionaal Historisch Centrum te
Bergen op Zoom. Opmerkelijk is,
dat er over de betrokken tijd en de
besproken onderwerpen in het ar
chief van het Regionaal Centrum
weinig bewaard is gebleven met
name over de secretariskwestie. Zo
is bij voorbeeld de map met de
stukken betreffende de secretaris,
inventarisnummer 1168 niet aan
wezig. Zelfs het Rapport Buriks is
in het Bergse archief niet te vin
den. Gelukkig is dat letterlijk in
hoofdzaken in de kranten gepubli
ceerd. De Heemkundekring Hal-
steren-Lepelstraat beschikt wel
over het betreffende rapport als
mede over de weekbladen Halste
ren Vooruit en De Verkiezingsklok.
Noodgedwongen heb ik me wat
de betrouwbaarheid betreft vooral
dus op de kranten en het archief
van de Heemkundekring Halste
ren moeten baseren. Zelfs de offi
ciële raadsverslagen lijken in 1926
niet altijd objectief genoeg. Lo
gisch als ze door de secretaris ge
schreven zijn. Aangezien de versla
gen er nu wel zijn, moeten ze veel
later dan de betreffende raadsver
gaderingen opgeschreven zijn. Zie
de klacht van Jaspers. Overigens
kan ik mij de verbazing van de
burgemeester en de secretaris wel
1 35