De Waterschans nr. 4-2005
Moller (1869-1940), de driejarige
'R.K. Middelbare Handelsschool'
van Bergen op Zoom met een
feestrede voor geopend verklaren.
Voorzitter van het plaatselijk
schoolbestuur werd Willem Assel-
bergs, kleinzoon en opvolger van
Arnoldus Asselbergs, de befaamde
fabrikant en ondernemer. A. Juten
was de eerste secretaris. Hij kon
slecht overweg met dr. Moller. De
eer van eerste directeur viel Theo
den Jager ten deel. docent Neder
lands en oud-leerling van dr. Mol
ler. Hoewel er twee Bergenaren, ir.
A. Juten en de heer Bevin, hadden
gesolliciteerd. benoemde het
OHO-bestuur toch de buiten
staander De Jager. Wat de huis
vesting betreft, was het voorlopig
behelpen. Het eerste jaar hadden
de 20 leerlingen onderdak in de
'Vetpan', het gebouw van de St-
Josephgezellen in de Burgemees
ter Van Hasseltstraat. Het tweede
jaar konden ze terecht in de Fran-
ciscusschool bij de broeders in de
Hoogstraat. Weer later vond de
katholieke MHS onderdak in de
Engelsestraat, in het gebouw van
de school van Brogtrop. Natuur
lijk dacht het schoolbestuur al
meteen aan nieuwbouw. Snel
werd er een bouwcommissie in
het leven geroepen, maar de
nieuwbouw liet nog wel even op
zich wachten. In 1922 verbreedde
OHO zijn werkterrein, want het
wilde zich ook inzetten voor ka
tholieke HBS-scholen en Gymna
sia. De naam werd daarom veran
derd in OMO (Ons Middelbaar
Onderwijs). Het is nog altijd een
van de grootste schoolbesturen
van Nederland. Weer was dr. Mol
ler de grote stuwer, hoewel hij wat
Bergen op Zoom betreft meer op
de rem trapte dan Asselbergs en
Juten lief was. De spanning tussen
het hoofdbestuur in Den Bosch
(later in Tilburg) en de Bergse
OMO-afdeling, genaamd de Geer-
testichting, liep soms hoog op,
vooral toen Bergen zich inzette
voor de invoering van een vijfja
rige Hogere Handelsschool en
van een driejarige, maar liever nog
vijfjarige HBS. Een driejarige HBS
voor meisjes mocht in 1920 star
ten. Een jaar later kwam er een
driejarige afdeling voor jongens
bij. De meisjesafdeling heeft maar
kort bestaan en die van de jon
gens groeide aanvankelijk moei
zaam. Toen de HBS vijfjarig werd
met een A-afdeling (handel) en
een B-afdeling (wis-, natuur- en
scheikunde), kwamen er meer
leerlingen. Wat menige ouder af
schrikte, waren de hoge kosten.
Velen stuurden hun kinderen lie
ver naar de beide katholieke ulo
scholen of toch maar naar de
Rijks-HBS, want die drie scholen
waren gratis. Financieel had de
Geertestichting het in de jaren
twintig moeilijk. De financiële ge
lijkstelling voor het lager onder
wijs was sinds 1917 rond, maar de
middelbare scholen hebben daar
nog lang op moeten wachten. Ze
ontvingen wel subsidie, maar veel
te weinig en aanvankelijk jaren te
laat. Al gauw raakte het schoolbe
stuur dan ook in de rode cijfers
en meer dan eens overwoog OMO
om de school te sluiten. Het
plaatselijk bestuur bleef echter in
zijn school geloven en kreeg daar
bij steun, ook financieel, van
monseigneur Hopmans, de bis
schop van Breda. Het duurde tot
1956 voordat de bijzondere mid
delbare scholen net als de open
bare volledig werden gefinancierd.
13. Moller, van hbs naar lyceum
Op 21 mei 1928 was het dan zover
dat het nieuwe schoolgebouw aan
het Bolwerk officieel geopend
kon worden. Dat ging met veel ce
remoniën gepaard en talrijke hoge
gasten woonden de plechtigheid
bij. De bisschop van Breda ze
gende de school in. Als eerste
spreker trad J. Asselbergs op, de
voorzitter van de Geertestichting.
Hij dankte in het bijzonder de
voorzitter van OMO, dr. W. Mol
ler, alsmede de heer W. Assel
bergs, de plaatselijke voorzitter
van het eerste uur. Hun toewijding
en inzet hadden veel bijgedragen
tot de realisering van de school.
Lof was er ook voor de architec
ten Wielders uit Sittard en Hor
sten uit Bergen op Zoom, voor
aannemer Weyts en directeur J.
Smits. Na de korte perioden van
Theo de Jager en W. Sprangers
was Smits reeds in 1924 opge
volgd als derde directeur. Deze
sollicitant uit de eigen gelederen
ontpopte zich als een geboren
schoolleider. Hij bracht het insti
tuut tot bloei en het was onder
zijn bewind dat de school in 1946
een lyceum werd, het Moller-
lyceum. Smits mocht zich toen
rector gaan noemen en het
schoolbestuur heette voortaan cu
ratorium. De school groeide, elk
jaar ongeveer vijftig leerlingen
voor de eerste klas. Toch brak er
nog een soort schoolstrijd uit om
meisjes. Wat was het geval? De ge
mengde Rijks-HBS niet haar gratis
onderwijs bleef zeker voor de
minder bemiddelde ouders een
aantrekkelijk alternatief, ondanks
de bezwaren van bisschop Hop
mans. Hij was niet alleen tegen
openbaar onderwijs, maar ook te
gen coëducatie. Jongens en meis
jes in één lokaal was in de visie
van vele katholieke geestelijken
en leken een gevaar voor de
goede zeden. Het felste verzet bo
den echter de OMO-scholen in
De voorgevel van liet Mollerlyceum met op de voorgrond de woning van de
conciërge op een ansichtkaart van 1930. Het gebouw, een ontwerp van architect Jos
Wielders, is een voorbeeld van de bouwstijl van de Amsterdamse School.
(Uit: Mieke de Moor e.a.: Een kind van zijn tijd, p. 70)
156
De Waterschans nr. 4-2005
Roosendaal, het Gertrudislyceum
voor meisjes en het Norbertus-
lyceurn voor jongens. Vooral het
Gertrudis probeerde uit alle
macht te beletten dat de Bergse
OMO-school gemengd zou wor
den. Die had de meisjes nodig om
tot een volwaardig lyceum te kun
nen uitgroeien. Tijdens de bezet
ting (1940-1944) werd de treinreis
naar Roosendaal steeds bezwaar
lijker en 't laatste jaar reed er zelfs
helemaal geen trein meer. Dan
maar met de fiets? Ook dat was
op den duur een moeilijk en ris
kant avontuur.
Een bombardement op Moerdijk
bracht wat uitkomst. De zusters
aldaar verloren hun klooster en
hun MMS met internaat. De MMS
Middelbare Meisjesschool) was
vijfjarig en het examenprogramma
bestond uit zes vakken: Neder
lands, Frans, Duits, Engels, ge
schiedenis en aardrijkskunde). De
zusters vonden voor hun leerlin
gen onderdak bij hun medezus
ters in de Bernadettestraat. Daar
werden ze ondergebracht in de
Bernadetteschool tot ze een nieuwe
huisvesting vonden in de villa
Ruytershove aan de Wouwsestraat-
weg. Daar konden Bergse meisjes
toen ook als externen terecht.
Maar dat was van korte duur, want
in 1952 verplaatsten de zusters
hun MMS en internaat naar Veld
hoven bij Eindhoven.
Een jaar eerder startte het Moller
lyceum zijn MMS-afdeling. De
bezwaren tegen coëducatie ver
dwenen stilaan bij de katholieken.
Het gymnasium was al gauw ge
mengd en van lieverlee gebeurde
dat ook met de HBS. De MMS
ontwikkelde zich tot een aparte
OMO-school (1957).
De snelle groei van het leerlin
gental vereiste uitbreiding. Het
was een hele opgave om daarbij
de bouwstijl van het hoofdge
bouw in ere te houden. Als voor
beeld van de Amsterdamse School
zijn het Mollerlyceum, de Ont-
moetingskerk (1928) en het hoofd
gebouw van Vrederust in de ge
meente uniek. De tekeningen
voor de eerste grote verbouwing
zijn nog van Wielders, maar de
uitvoering ervan gebeurde onder
leiding van de Bergse archirect F.J.
Rampart. De tweede grote uitbrei
ding (1956) staat helemaal op zijn
naam.
14. Het Juvenaat
Bergen op Zoom kreeg in 1900 al
een gymnasium, het Juvenaat. In
dat jaar namen enkele paters van
de 'Congregatie van de Priesters
van het Heilig Hart', hun intrek in
een pand in de Wouwsestraat nr.
20. De congregatie bestond toen
pas 22 jaar. Het was pater Leo De-
hon (1843-1925) die in 1878 in
Saint Quentin, een industriestad
in Noord-Frankrijk, de basis legde
van de 'Congregatie van de Pries
ters van het Heilig Hart", afgekort
scj. Hij wilde de arbeiders helpen
door het oprichten van scholen
voor voortgezet onderwijs met de
bedoeling sociaal denkende en
voelende geestelijken, werkgevers,
vakbondsleiders en andere lei
dinggevenden te vormen. Hij vond
jongeren die zijn idealen deelden.
Reeds in 1888 openden enkele
paters in Sittard een seminarie,
maar doordat ze Frans als voer
taal gebruikten, kregen ze weinig
leerlingen. Enkele jaren later
kwam er in Frankrijk een zeer anti
klerikale regering. Minister Combes
verdreef de religieuzen uit de
school en verbood het stichten
van nieuwe kloosters. Meerdere or
den en congregaties verlieten
Frankrijk. Zo maakte Bergen op
Zoon kennis met de zusters karme
lietessen. Zij bouwden een klooster
aan de Halsterseweg. De Bergena
ren noemden hen de Franse zus
ters. Ook de paters benedictijnen
en de zusters benedictinessen van
Oosterhout vonden een onderko
men in Nederland.
Pater Dehon kwam in Bergen op
Zoom terecht en zocht daar een
gebouw om er een klooster met
internaat en school voor het op
leiden van priesters voor zijn con
gregatie in te beginnen, een klein
seminarie dus. Pater Dehon
noemde het liever een juvenaat.
Op 6 december 1900 namen de
Nederlandse paters K. Hermans
en H. Luijten hun intrek in het
huis Wouwsestraat 20. Met de
hulp van de industrieel Willem
Asselbergs hadden ze deze wo
ning kunnen huren. Ze begonnen
aanstonds het pand in te richten
voor de eerste rector van de
school, pater M. Kusters, en de
eerste zes leerlingen. Op 15 april
1901 startten de lessen op het 'Ju
venaat Heilig Hart'. Het volgend
schooljaar huisden docenten en
leerlingen in een pand aan de
Kaai (nr. 19), dat ruimer was, maar
toch te klein voor 20 juvenisten
met enkele paters en een broeder.
In 1903 werd aan de Antwerpse
straatweg de eerste steen gelegd
voor een definitief seminarie met
klooster. Voor de kosten moest de
congregatie grote sommen verga
ren. Daaivoor beschikte ze over
een legertje zelateurs en zelatri-
cen die ijverig collecteerden en
abonnees wierven voor het tijd
schrift van de paters, het rode
Heilig-Hartboekje. Ook de ge
broeders Jan en Willem Assel
bergs steunden op royale wijze de
nieuwe stichting. Het Juvenaat
was geen door de staat erkend
gymnasium. Het kreeg daarom
Het klooster van de zusters karmelietessen aan de Halsterseweg met op de
voorgrond de tramrails van de ABT. De zusters woonden er van 1903 tot 1970. Op
de plaats van het klooster verrees het appartementencomplex De Karmel. (HCM)
157