De Waterschans nr. 4-2005
van de seminaries. Externe leer
lingen gingen de plaats innemen
van de seminaristen, eerst jon
gens, maar al gauw ook meisjes.
Inmiddels was het Juvenaat een
door de staat erkend gymnasium
geworden met eigen eindexamens
en met rijkssubsidie.
De Tweede Wereldoorlog liet het
Juvenaat evenmin ongemoeid. In
1942 legde de bezetter beslag op
het hele gebouw met uitzondering
van de kapel. Een deel van de be
woners vond onderdak in de bier
brouwerij in de Brouwerijbaan ach
ter de school. De overigen raakten
verspreid over andere tehuizen in
het land. Na de zomervakantie van
1944 bleven de leerlingen thuis
vanwege de spoorwegstaking en de
onzekere situatie. Na de oorlog
groeide nog het aantal leerlingen,
maar in de jaren zestig vonden er
in kerk en maatschappij verande
ringen plaats die het einde inluid
den van het rijke roomse leven en
15. Op kerkenpad in zuilenland
We vestigden er al de aandacht op
dat de eerste helft van de vorige
eeuw Nederland als zuilenland ge
typeerd kan worden. Vier hoofd
zuilen sprongen eruit: de prote
stants-christelijke, de liberale, de
katholieke en de socialistische.
Elke groepering had haar eigen
politieke partij(en), sportvereni
gingen, jeugdverenigingen, vak
bond, kranten, bejaardenbonden,
omroepverenigingen enzovoort.
Elk katholiek bestuur had wel een
priester in zijn midden als geeste
lijk adviseur. Voor wat de scholen
betreft, bleef de keuze beperkt tot
openbare, katholieke, protestants-
christelijke en bijzonder neutrale.
Liberalen en socialisten gaven de
voorkeur aan de openbare school.
Wat het tertiaire onderwijs betreft,
hadden de gereformeerden sinds
1879 hun eigen universiteit in Am
sterdam. De katholieken stichtten
in 1923 de Keizer Karei Universi
teit in Nijmegen, thans Radboud
Universiteit genaamd, en een eco
nomische hogeschool te Tilburg,
de huidige UvT (=Universiteit van
Tilburg).
In Noord-Brabant en Limburg
Interieur van de kerk toegewijd aan de Heilige Martelaren van Gorkum, de
negentien priesters en broeders die door de Watergeuzen in 1572 in Brielle zijn
opgehangen omdat ze weigerden hun geloof te verloochenen. Onder de ramen van
het priesterkoor de negentien beelden van deze martelaren. De kerkgebouwd in
1907, stond aan het Bolwerk-Zuid en moest met de St.-Aloysiusschool in 1987
wijken voor woningbouw, (prentbriejkaart uit de verzameling van de heer F. Dons)
Juvenaat aan de Antwerpsestraatweg, gebouwd in de jaren 1903-1905 en afgebroken
in 1993 om plaats te maken voor een nieuwe wijk met daarin het nieuwe
schoolgebouw. (HCM).
geen subsidie en miste het recht
om een erkend einddiploma uit te
reiken. Juvenisten die zo'n diploma
toch wilden hebben om aan een
universiteit hun studie voort te zet
ten, moesten een staatsexamen af
leggen.
Er was voldoende animo voor de
school. Er moest zelfs worden uit
gebreid. Heel wat jongens droom
den ervan om als missionaris te
worden uitgezonden. Het gebou
wencomplex werd enkele keren
uitgebreid, onder meer met een
nieuwe kapel. Weldra stuurde de
congregatie paters en broeders uit
naar de missielanden.
Het oorlogsjaar 1914 was een
moeilijke tijd voor klooster en
school. Eerst moest het gebouw
korte tijd onderdak bieden aan
800 militairen. Die lieten het
complex flink beschadigd achter.
Kort daarop kwamen de Belgische
vluchtelingen. Ongeveer 600 men
sen vonden onderdak bij de pa
ters. Gelukkig gedroegen die zich
heel wat beschaafder. In novem
ber konden de lessen worden her
vat. In de jaren twintig was er een
constante groei van het aantal
leerlingen en daarom moest het
gebouw worden uitgebreid. De con
gregatie opende zelfs een tweede
klein-seminarie in Helmond, ge
naamd 'Missiehuis Christus Ko
ning'. Daar was plaats voor ruim
honderd leerlingen. Na drie jaar
Helmond verhuisden de jongens
naar Bergen op Zoom om daar de
klassen vier tot en met zes te
doorlopen.
158
De Waterschans nr. 4-2005
Het exterieur van de kerk van de Martelaren van Gorkum aan het Bolwerk-Zuid, gezien vanaf de verkeersrotonde (nog zonder de
fontein van de Bergse kunstsmid J. Dingemans) aan de Burgemeester Stulemeijerlaan. De toren, voltooid in 1913, werd door de
Duitsers opgeblazen in 1944. Bij de wederopbouw kreeg de ingang van de kerk een geheel ander aanzien.
(Uit: Willem van Ham-Cees Vanwesenbeeck: Bergen op Zoom verleden tijd, p. 80).
vormden de katholieken de meer
derheid. Na hun emancipatie in
de negentiende eeuw wilden ze
van zich doen spreken in de twin
tigste. Een zeker triomfalisme was
hun niet vreemd. Er verrezen
kruisbeelden, beelden van het
Heilig Hart en Mariakapellen
langs de openbare wegen. Het Ka
tholiek Brabants Studentengilde
heeft menig Mariabeeld opge
richt, onder meer bij de nieuwe
verkeersbrug bij Moerdijk. 'Die-
van-boven-de-rivieren' werden er
zo op attent gemaakt, dat Brabant
katholiek was. Ook in Bergen op
Zoom zijn er tekenen van een
godsdienstig réveil. In de wijken
die na het slechten van de verde
digingswerken werden gebouwd,
kwamen nieuwe parochies zoals
de St.-Jozefkerk op het Pastoor
Joorenplein (1913), de kerk van de
Martelaren van Gorkum (1907) op
het Bolwerk en de Kerk van Onze
Lieve Vrouw van Lourdes op 't
Fort (1918). Die kerken zaten op
de zon- en feestdagen vol. Meer
dere diensten waren er dan nodig
om alle parochianen de gelegen
heid te geven hun zondagsplicht
te vervullen. Er waren voldoende
priesters om de zielzorg waar te
nemen. Elke wat grotere parochie
had naast een pastoor één of
meer kapelaans. Zij gaven tevens
godsdienstles op school. Veel
leerlingen gingen ook door de
week naar de schoolmis. Bij de
voorbereiding tot de eerste Hei
lige Communie met de eerste
biecht - door paus Pius X (1903-
1914) vervroegd van twaalf jaar
naar zes jaar - was de lagere
school nauw betrokken.
Wat bij veel katholieken erg leefde
in die jaren was de missiege
dachte. Die leefde trouwens ook
bij de protestanten. Zij spreken
liever over zendingswerk. Dat bij
het uitzenden van missionarissen
en zendelingen de Nederlandse
koloniën in Oost en West de
meeste aandacht kregen, lag voor
de hand. Het waren de orden,
congregaties en zendingsgenoot
schappen die paters, zusters,
broeders of dominees naar den
vreemde stuurden om die landen
te kerstenen, ijverig gesteund door
het thuisfront. Dat zorgde onder
meer voor de nodige financiën.
Voor de volwassen katholieken
was er het 'Genootschap tot
Voortplanting des Geloofs' en
voor de kinderen de 'Heilige
Kindsheid'. Een grote aantrek
kingskracht ging uit van de jaar
lijkse kindheidsoptocht waarin de
kinderen als missionaris, chinees,
neger of indiaan meeliepen. Ook
werden ze aangespoord om post
zegels, zilverpapier en capsules te
sparen. De opbrengst daarvan was
voor het missiewerk. Naaikringen
van handige dames maakten litur
gische gewaden voor de missie
paters. Het jaarlijkse Heilig-Hart-
feest bood eveneens gelegenheid
om de leerlingen erbij te betrek
ken. In alle klaslokalen hing een
kruisbeeld en stonden beelden
van het Heilig Hart en de Heilige
Maagd. In mei, de Mariamaand,
werd dat beeld versierd met bloe
men en kaarsen en in juni brach
ten de kinderen opnieuw bloe-
159
3uuenaat „H Hart" Bergen op Zoom.
Uoorgeuel.