De Waterschans nr. 4-2005
De Waterschans nr. 4-2005
DOOR
Eiland van de dichter, 70 x 60 cm. Olieverf op linnen.
als geen ander. "Die fantasie," zo
omschrijft Louis Weijts, en zoals
die ook in zijn vrije werk tot uiting
komt, is gevormd door "de ver
wondering voor 't mooie, 't su
blieme, 't fragiele, 't groteske, 't
verschrikkelijke. Iets wat over de
realiteit heen gaat, 't overschrijdt."
Misschien zou je kunnen spreken
van een droomwereld!?
Als we kijken naar de potloodte
kening 'Monsters uit puf, zou
deze geïnspireerd kunnen zijn op
een droom. Hoewel droom? Mis
schien is 'Nacht-merriesch' een
betere aanduiding! In de tijd dat
ik nogal eens bij Louis langs ging
en het geluk had zijn atelier te be
zoeken was dit een van de surre
alistische tekeningen waar ik naar
toegezogen werd. Het hing links
achterin de hoek.
Een prachtige potloodtekening
van een opeenhoping van draken-
en dierenkoppen gevangen in een
rieten mand in het decor van een
jungle met vreemdsoortige plan
ten. Staken en stengels met ogen.
Als lianen omlaag krullende pau
wenveren. Een bizar tafereel. Louis
heeft zich uitgeleefd om hierin
'karikatuur' en 'verschrikking' met
elkaar te verweven.
Ook in andere fantasieschilde
rijen komt een bepaalde vorm van
karikatuur terug. Zo ook in het
olieverfschilderij 'Dichter op dreef,
een bonte uitbeelding van een
dichter omringd door vervormde
dierenkoppen. Een uil met een
bloementooi, een aap met een
rode baard, een paradijsvogel met
een kroon die de muze tussen zijn
veren klemt.
Misschien zou je in deze fantasie
kunst, niet zozeer naar de bedoe
ling maar ook naar de kwaliteit
van de uitvoering en de totstand
koming moeten kijken.
Louis maakte voordat hij aan der
gelijke tekeningen of schilderijen
begon, tientallen voorstudies. Hij
bestudeerde elk wezenlijk onder
deel. Van een onderdeel maakte
hij twintig tekeningen. Soms nau
welijks verschillend van elkaar.
Daarna zette hij de beste tekenin
gen op calqueerpapier. Vervolgens
werd het geheel overgezet op te
kenpapier of op linnen. Het liefst
werkte hij in het groot: de circus
fronten en de vastenavondallego
rieën zijn daar voorbeelden van.
Overigens vond hij het werken in
zwart/wit aantrekkelijker dan in
kleur.
Louis was als tekenleraar verbon
den aan Kunstkring de Bosschaert.
Dit is de enige functie geweest die
hij heeft vervuld. Omdat Louis
vrijgezel was en de dagelijkse zorg
vooral op zijn zussen, beiden lera
res, neerkwam, gaf dat Louis de
mogelijkheid om zich zijn hele le
ven ten volle aan zijn werk te kun
nen wijden. Zo is het oeuvre tot
stand gekomen.
1 7O
Hopst.
"'Krabbegat, 'Avestad, da's m'n
grödte droom!" Het ontstaan, de
geschiedenis en de toekomst van de
Bergse haven". Uitgave van de Ge
schiedkundige Kring van Stad en
Land van Bergen op Zoom, 2005,
152 pagina's, binnenwerk duo-
toon, full colour omslag, rijk geïl
lustreerd. ISBN 90 6469 817 1.
Verkrijgbaar bij de Bergse boek
handels a 12,50. Leden kunnen
het boek op vertoon van hun
lidmaatschapskaart kopen voor
7,50 bij Het Markiezenhof.
De provincie Noord-Brabant staat
niet bepaald bekend als een zee
gewest. Friesland, Holland en
Zeeland genoten en genieten die
reputatie wel. Desondanks is mo
menteel Moerdijk de vierde zee
haven in Nederland en is het
Schelde-Rijnkanaal een van de
drukst bevaren scheepvaartroutes.
In de laatmiddeleeuwse en in de
vroegmoderne tijd was ook het
hertogdom Brabant in maritiem
opzicht van belang. Uiteraard was
ook toen al Antwerpen een cen
trum van zeevaart, maar in min
dere mate speelde op dit gebied
ook Bergen op Zoom een rol
naast andere havens- in de Bra
bantse delta als Steenbergen,
Roosendaal, Oudenbosch en
Leur. In die periode had de regio
ook belangrijke producten als turf
en zout uit te voeren. Meer recent
heeft de binnenvaart op rivieren
en kanalen een belangrijke rol in
de regio gespeeld. Zelfs geruime
tijd na de aanleg van spoorwegen
en autosnelwegen blijft het ver
voer over water duidelijk aanwezig
en wordt deze sector zelfs met
enige regelmaat een goede toe
komst voorspeld. Toch moet ge
constateerd worden dat in de be
leving van de bewoners van de
streek de scheepvaart wat uit het
zicht is verdwenen.
Letterlijk uit het zicht verdwenen
is ook het water in de haven te
Bergen op Zoom. Sinds enige tijd
zijn echter ambitieuze plannen in
ontwikkeling voor de Bergse ha
ven, die, zo schrijft Johanna Ja
cobs in het voorwoord van "Krab-
bestad, 'Avestad", de aanleiding
vormden voor de Geschiedkun
dige Kring voor het uitbrengen
van een publicatie over "Het ont
staan, de geschiedenis en de toe
komst van de Bergse haven". Vol
gens Jacobs is de betrokkenheid
in Bergen bij de haven groot en
wil de Kring met deze bundel dui
delijk maken wat de rol van water
in het algemeen en die van de ha
ven in het bijzonder is geweest en
zou kunnen worden in het leven
van de inwoners van Bergen op
Zoom.
Het lijkt mij inderdaad een goed
idee om de cultuurhistorische
laag in het geplande nieuwe
woongebied in beeld te brengen
bij inwoners van en belangstellen
den in Bergen op Zoom. Immers
wie de historische achtergronden
van zijn woonomgeving kent, be
leeft die niet alleen anders maar
zal er ook anders, en hopelijk met
meer respect, mee omgaan. In
een negental artikelen schrijven
even zoveel auteurs hun verhaal
over de Bergse haven. De artike
len zijn in chronologische volg
orde gerangschikt met als toe
maatje een tweetal vastenavond
liederen plus nog een aantal zeer
verduidelijkende kaarten van de
hand van Han Bos.
Het ontstaan van de haven is het
onderwerp van stadsarcheoloog
Marco Vermunt, die zoals ver
wacht mag worden, diep graaft. In
een helder geschreven artikel
geeft hij aan dat naar de vorming
van de haven nooit een gericht
onderzoek is gedaan, maar dat ar
cheologie wel mogelijkheden
biedt om de relatie van de stad
met het water duidelijk te maken.
Eerder onderzoek in de stadskern
verschaft mogelijkheden om in
zicht te krijgen in de ontginning
en eerste bebouwing van de plaats
Bergen op Zoom in met name de
dertiende eeuw. Na een schets
van de geologische omstandighe
den geeft hij aan dat de weinige
Romeinse bewoningssporen die
er zijn, doen veronderstellen dat
van een haven in die periode geen
sprake zal zijn geweest. In de
twaalfde en dertiende eeuw vol
gen de eerst bekende ingrepen in
de waterhuishouding in de hui
dige stadskern van Bergen op
Zoom. Veenontginningen, droog
legging van vennen en de situatie
rondom de Grebbe passeren de
revue alsmede de eerste nijver
heid, namelijk die van de zoutzie-
ders en van de potmakers. Opval
lend is dat hij spreekt niet van een
uitdieping van de geul tussen
Grebbe en Schelde, maar juist van
een ophoging langs de oevers van
deze ongeveer duizend meter
lange geul, die op de plaats van
de huidige haven ligt. Het valt te
hopen dat het Vermunt gegund is
om in de toekomst wel onderzoek
te verrichten op deze locatie, zo
dat op de nu nog wat duistere his
torie van het ontstaan van de
Bergse haven wat meer licht ge
worpen kan worden.
De tweede auteur, stadshistoricus
Yolande Kortlever, geeft in haar
bijdrage "Van houte ende ijsere
inde havene ghebesicht ende des
daer ane cleeft" een overzicht van
de activiteiten in en rond de ha
ven in de tijd van de late middel
eeuwen en het begin van de
vroegmoderne tijd. Zij kon voor
een deel van haar verhaal terug-
171