De Waterschans nr. 4-2005
de jaarmarkten en dit bijna geheel
over te dragen aan het Gilde. Hier
stond wel de verplichting tegen
over om te zorgen voor de bewa
king van de kramen. De inkom
sten van het Gilde namen toch
toe met meer dan 15.000 groten
Brabants per jaar, wat bijna een
verdubbeling van de ontvangsten
betekende.10
Door de groeiende bedrijvigheid
op de jaarmarkten namen de in
komsten van het Gilde tijdens de
jaren erna steeds meer toe. Tussen
1480 en 1498 vond weer bijna een
verdubbeling van de ontvangsten
plaats. Heer en stadsbestuur eis
ten wel van deken en gezworenen
van het Gilde dat zij ieder jaar op
15 augustus nauwkeurig verant
woording aflegden over alle in
komsten en uitgaven." Vanaf het
boekjaar 1480-1481 zijn deze jaar
rekeningen grotendeels bewaard
gebleven. De toenemende inkom
sten stelden het Gilde in staat
steeds meer geld te besteden aan
goede zangers, aan het interieur
van de kapel, aan het altaar en het
orgel, en aan het aanschaffen van
Poortje in de Kerkstraatwaar de
koralen doorkwamen op weg naar de
kerk.(Foto: Gertrude van Roode)
kostbaar vaatwerk en rijk versierde
paramenten (liturgische kleding),
die met de muziekhandschriften
bewaard werden in de aangren
zende gerfkamer (schatkamer en
sacristie).
Enige concrete getallen:12
Uitgaven ten behoeve van kerk
muziek door het Onze Lieve
Vrouwegilde in Bergen op Zoom
1470: 2.362,25
(berekend naar de bedragen,
genoemd in de stichtingsakte)
Jaarrekening 1480-1481: 8.316,75
Jaarrekening 1489-1490: 11.988,75
Jaarrekening 1498-1499: 15.185,25
(Alle bedragen zijn omgerekend naar
groten Brabants.)
Deze groei in uitgaven werd vrij
wel geheel besteed aan het verho
gen van de vergoedingen aan een
zelfde aantal zangers. In de regel
waren behalve de zangmeester
een achttal zangers in dienst van
het Gilde. Het was een bewuste
politiek van de heren van Bergen
en van het Gilde om met de rui
mere geldmiddelen zangers en
musici van naam aan te trekken,
waardoor Bergen op Zoom kon
uitgroeien tot een (kerk)muzikaal
centrum van belang, dat steden
als Antwerpen en 's-Hertogen-
bosch achter zich liet.
In deze omstandigheden was het
alleszins aantrekkelijk voor een
jong kerkmusicus als Jacob
Obrecht om een betrekking te
aanvaarden in een stad als Bergen
op Zoom met een bloeiende eco
nomie, met gunstige condities
voor een rijke kerkelijke liturgie,
met een groeiend internationaal
aanzien en met een heer en een
bestuur die deze ontwikkelingen
zoveel mogelijk trachtten te be
vorderen.
Jacob Obrecht in Bergen op
Zoom (1479/80-1484)
Het is opvallend hoe vaak zelfs in
recente uitgaven van boeken over
muziekgeschiedenis nog steeds
wordt vermeld dat Jacob Obrecht
in 1450 te Bergen op Zoom is ge
boren. Berten de Keyzerwees al in
1953 op de Gentse afkomst van
Jacob Obrecht.13 Later onderzoek
heeft uitgewezen dat Jacob
Obrecht in 1457 of 1458 is gebo
ren als zoon van de Gentse stads-
trompetter Willem Obrecht en
zijn eerste vrouw, Lysbette Ghee-
raerts. Hij werd door zijn ouders
'Copkin' genoemd.
Jacob koos een ander beroep als
zijn vader: hij volgde een oplei
ding tot zanger. In de vijftiende
eeuw lag het Europese centrum
van vernieuwing en creativiteit op
het gebied van de polyfone vocale
muziek in het huidige Noord-
Frankrijk en de Zuidelijke Neder
landen. Getalenteerde zangers uit
deze Bourgondische School von
den emplooi in belangrijke West-
Europese steden als Parijs, Rome,
Wenen, Napels en Ferrara. Omdat
er geen gilde bestond voor zan
gers, moest Jacob Obrecht zijn
rechtspositie ontlenen aan een
andere status, die van priester.
Het eerste schriftelijk bewijs van
de aanwezigheid van Jacob
Obrecht vinden we in de Reke
ningen van Oudenbosch en Gas
tel over 1479-1480.14 'xxiij eqm-
dem Meestere Jacop den sang-
meestere gegeven op zijn yeeste
misse ten bevele etc. xx sc.br.' (Op
de 23e van dezelfde maand (april
1480) is aan Meester Jacop de
zangmeester bij gelegenheid van
zijn eerste mis op bevel...' (van
Jan II van Glymes een bedrag ge
geven dat overeenkomt met 240
groten Brabants)). Een bladzijde
verder wordt een bedrag van om
gerekend 144 groten verantwoord,
betaald aan dezelfde 'Jacop den
sangmeestere' voor vier missen op
Pinksteren.15
Deze betalingen tonen aan dat Ja
cob Obrecht al vóór 15 augustus
1480 in dienst was bij het Onze
Lieve Vrouwegilde, zodat niet uit
te sluiten is dat hij hier al in 1479
in dienst is getreden. Bovenver
melde bedragen zijn voor die tijd
ongewoon hoog. Dat duidt erop
dat Jan II van Glymes bijzonder
ingenomen moet zijn geweest met
de komst van Jacob Obrecht. En
niet ten onrechte. Obrecht genoot
al internationale faam toen hij
nog maar net twintig jaar was. In
1480 werd hij door Johannes
Tinctoris uit Napels gerekend tot
de beste componisten ooit!
De aanstelling van Jacob Obrecht
paste in de strategie van het
Gilde: verhoging van kwaliteit en
aanzien door het aantrekken van
goede musici tegen hogere ver
goedingen. De eerste twee jaar
ontving Obrecht een vergoeding
van 720 groten Brabants per jaar,
tweemaal zoveel als zijn voorgan-
142
De Waterschans nr. 4-2005
Oostzijde van de vroegere Onze Lieve Vrouwekapel met altaar en deur naar de
ger, Willem de Brouwer. Deze
jaarvergoeding werd nog vermeer
derd met 60 groten per jaar voor
het (tweewekelijks?) lof ter ere van
het Heilig Kruis.16
Om hem in staat te stellen zijn in
komen te verhogen, kreeg Jacob
Obrecht met ingang van 24 juni
1482 nog een bedrag van drie gro
ten voor iedere viering waarbij hij
aanwezig was.17 Dat leverde hem
tot 15 augustus 1482 nog eens 117
groten extra op. Daarna ontving
hij alleen drie groten per viering
waarbij hij present was, vermeer
derd met het bedrag van 60 groten
per jaar voor het lof ter ere van
het Heilig Kruis. Op deze wijze
steeg zijn inkomen over het boek
jaar 1482-1483 tot 1.056 groten
Brabants. Dit bedrag kwam onge
veer overeen met de verdiensten
van zijn collega uit Antwerpen. Als
zangmeester ontving Obrecht ove
rigens minder per viering dan de
beste zangers, Michiel Cramer en
Cornelis Zwagers, die beloond wer
den met 3,75 groten per dienst.18
Tijdens zijn verblijf in Bergen op
Zoom heeft Obrecht zeer veel
muziek geschreven. Uit de nota's
voor papier is af te leiden dat hij
gedurende deze periode in totaal
zo'n 2300 pagina's aan geko
pieerde en zelf gecomponeerde
muziek geschreven moet hebben.
Zijn muziek was zeer gewild en
werd gedurende heel zijn leven op
grote schaal verspreid over Eu
ropa. In 1484 bedankte de hertog
van Ferrara een van zijn zangers
voor het zenden van een mis van
Jacob Obrecht. Naast kerkelijke
muziek, missen en motetten, heeft
Jacob Obrecht ook muziek voor
wereldlijke liederen geschreven.
Door snelle verspreiding van ge
schreven muziek en door de ver
wonderlijke mobiliteit van musici
vond er in die tijd een vruchtbaar
verkeer plaats van muzikale
ideeën en stromingen. Vele voor
aanstaande musici kenden elkaar
persoonlijk. Zo is het zeer waar
schijnlijk dat Obrecht de compo
nist en zangmeester Antoine Bus-
noys ontmoet heeft toen deze in
het gevolg van aartshertog Maxi-
miliaan I van Oostenrijk op 2 sep
tember 1481 Bergen op Zoom op
doorreis bezocht.
De koralen
Evenals zijn voorgangers en op
volgers had Jacob Obrecht een
gerjkamer. (Foto: Gertrude van Roode)
belangrijke taak ten opzichte van
de zogenoemde koralen, de leer
lingen van de koorschool. Dat wa
ren er niet veel, hoogstens acht.
De zangmeester was niet alleen
verantwoordelijk voor de muzi
kale vorming van de koralen,
maar ook voor hun materiële ver
zorging. Daartoe ontving hij hun
beloningen voor gezongen dien
sten. De koralen woonden in het
'choraelhuys' in de Schoolstraat.19
Als zij naar de Gertrudiskerk lie
pen, kwamen zij door het nog be
staande poortje in de Kerkstraat
tegenover de ingang van de kerk,
staken de Kerkstraat over en gin
gen door de zuidelijke ingang de
kerk binnen.
De koralen kwamen soms van ver
buiten Bergen op Zoom. Zo is er
een betaling van 3 december 1479
van 120 groten aan Ghysken, een
koraal uit Diest, toen hij ziek naar
huis ging.20 Op 12 januari 1480
bracht zijn moeder hem weer te
rug, bij welke gelegenheid 26 gro
ten aan haar betaald werden.21
Genoemde betalingen werden ge
daan op bevel van Jan II, een dui
delijk bewijs van zijn betrokken
heid met het wel en wee van de
koralen.
Ook het stadsbestuur liet zich niet
onbetuigd. Burgemeesters en
schepenen stelden geld beschik
baar voor de jaarlijkse viering van
Onnozele Kinderen (28 decem
ber), waarbij een van de koralen
aangewezen werd als 'bisschop'.22
Over de dagindeling van de kora
len in Bergen op Zoom bestaat
geen archiefmateriaal. De fre
quente uitwisseling van musici en
ideeën tussen steden in Zuid-Ne
derland en het tegenwoordige
Noord-Frankrijk had zeer waar
schijnlijk tot gevolg dat er sterke