De Waterschans nr. 1-2006 nog kans had gezien om naar huis te gaan. Ze liet een dagboek na dat Anton van Duinkerken stof bood om haar in zijn bock Neder- landsche vromen van den nieuwen tijd (Hilversum 1941) op te ne men. Het nare geluid van de sire nes bij luchtalarm werkte al even min kalmerend. Het verkeer stond dan stil en ieder zocht gauw een veilig plekje, bij voorkeur in een kelder. De inwoners van de hui zen aan de Zuidzijde Zoom moes ten in de nacht van 13/14 mei hun heil zoeken in de oude kel ders van het stadhuis. Op 15 mei keerde de rust terug. Menig gezin wachtte op nieuws van echtge noot, vader of zoon in het leger. Negentien mannen uit de ge meente kwamen niet terug. Van hen zijn Johannes Kuper en Cor- nelis Sibens 'thuis' begraven, re spectievelijk op het katholieke kerkhof van Nieuw Borgvliet en het katholieke kerkhof van Bergen op Zoom. Kuper sneuvelde op 11 mei in Delft en Sibens op de 12de in Rotterdam. 6. Tijdens de bezetting Het was even wennen aan de nieuwe situatie. Velen worstelden aanvankelijk met de vraag, welke houding aan te nemen tegenover de nieuwe regering. De ministers 7. Ir. J.L.A. Juten, directeur van de Bergse krant De Avondster, scheikun deleraar aan de Rijks-HBS, leider van de Orde dienst (OD). Foto: De Waterschans, nr. 3-89, p. 42 32 waren met de koningin uitgewe ken naar Engeland om van daar uit de strijd voort te zetten en de Nederlandse gebieden in Oost en West te besturen. Aan het hoofd van het Duitse bewind in Neder land kwam een Oostenrijker, dr. Arthur Seyss-Inquart (1891-1946). Hitier benoemde hem tot rijks commissaris van Nederland. Daarmee kreeg het land geen mi litair bewind zoals België, maar een burgerlijk gezag. Het was een gevoelige tegenvaller voor Anton Mussert. Wat zou hij graag belast zijn geworden met de leiding over het Nederlandse volk. Evenals Hitier hoopte ook de rijkscom missaris de Nederlanders voor zich te winnen. In zijn eerste toe spraak deed hij de mooiste belof ten. Het bleken loze woorden. Hit- Ier liet de krijgsgevangenen spoe dig vrij en daarmee maakte hij een goede indruk. Door het harde optreden van de Gestapo (Ge heime Staatspolizei) en de SS (Schutzstaffel), het opheffen van alle politieke partijen en vereni gingen die tegen het nationaalso- cialisme waren, de discrimine rende maatregelen ten aanzien van de Joden verloren de Duitsers steeds meer sympathie. Het verzet tegen de bezetters groeide. Die vij andige houding prikkelde de na zi's weer tot nog harder optreden. De meeste ambtenaren mochten op hun plaats blijven zitten. Velen van hen worstelden met een ge wetensvraag, "loyaal meewerken met de Duitsers of elke medewer king weigeren?". Wie voor het laatste koos, riskeerde ontslag met alle gevolgen vandien zoals verlies van inkomen en tewerkstelling in Duitsland. Bovendien was de kans groot dat er in jouw plaats een fa natieke NSB-er kwam. De NSB glo rieerde natuurlijk. Het aantal leden groeide en haar eigen leger, de WA, marcheerde trots en uitdagend in haar zwarte uniform door de stra ten. Toen de bezetter even ruimte bood voor een niet-nationaalsocia- listische vereniging, richtten drie bekende Nederlanders, te weten de heren J. Linthorst Homan, J.E. de Quay en L. Einthoven, de Neder landse Unie (juli 1940- december 1941) op. De Unie ontpopte zich al gauw als tegenhanger van de NSB en groeide verrassend snel in ledental, dit tot verdriet van de NSB. Het duurde dan ook niet lang of de rijkscommissaris ver bood de Unie. Ook de Bergse WA was op rellen uit met Joden en Unieleden. Natuurlijk beklaagden de slachtoffers zich bij de politie, maar ze kregen steeds ongelijk. Toen het op 15 december 1940 weer tot een confrontatie kwam en de WA opnieuw vrij uitging, bekritiseerde ir. J.L.A. Juten in zijn Bergse krant 'De Avondster' het partijdig optreden van de over heid. Dat kwam hem duur te staan. Twee dagen later arres teerde de Sicherheitsdienst hem in de Rijks HBS, waar hij docent was. Zijn krant was de eerste in het land die niet meer mocht uit komen. Juten zelf werd zonder proces tot 15 maart 1943 opgeslo ten in het Huis van Bewaring te 's- Hertogenbosch. Na 'De Avond ster' zouden meer dagbladen wor den getroffen door een verschij ningsverbod. Juten liet zich door de opsluiting niet weerhouden om zich aan te sluiten bij het ver zet. We komen daar nog op terug. 7. Jodenvervolging in Nederland De nazi's waren felle Jodenhaters. Reeds vóór 1940 hadden ze daar in eigen land duidelijk blijk van gegeven. Denk maar aan de 'Kris- tallnacht' en aan de openbare ver branding van Joodse boeken. Geen wonder dat de meer dan honderdduizend Joden in Neder land de schrik om het hart sloeg, toen de Duitsers ons land bin nenvielen. Isaac van Loon had in de stad een manufacturenwinkel. Blijkbaar zag hij de ellende al op zich afkomen. Twee dagen na de capitulatie koos hij vrijwillig voor de dood. De bezetters gingen zeer geraffineerd te werk. Eerst isoleer den ze de Joden in Nederland van de rest van de bevolking. De volgende stap was hen bijeen brengen in getto's en kampen zo als het 'Judenviertel' 'Joden wijk') in Amsterdam en het kamp 'Westerbork' in Drenthe. Daarop volgden de transporten naar de vernietigingskampen in Polen of Duitsland. In 1940 hadden veruit de meeste Nederlanders geen ver moeden van de rampen die hun Joodse medeburgers zouden over komen. Zelfs waren ook landge noten behulpzaam bij het door voeren van de verderfelijke maat regelen. De grote massa zag lijd zaam toe. De kerkelijke overheden De Waterschans nr. 1-2006 8. Interieur van de synagoge van Bergen op Zoom tijdens liet 100-jarig bestaan in 1932. Foto: Historisch Centrum het Markiezenhof (HCM). waagden het om openlijk te pro testeren tegen de mensonterende vervolgingen. Bergen op Zoom had nooit veel joden binnen haar muren gehad. Bij een telling van de inwoners onder koning Lode- wijk Napoleon (1806-1810) bleken er in de stad zo'n zeventig joodse burgers te wonen. Nieuw voor hen in die tijd was dat ze onder de in vloed van de ideeën van de Ver lichting, met name de stellingen van 'alle mensen zijn gelijk', 'alle godsdiensten zijn gelijk' en 'schei ding van kerk en staat', voor het eerst als volwaardige burgers wer den beschouwd. Een door de Bergse joden bij de koning inge diend bezwaar tegen de week markt op zaterdag, werd zeer seri eus behandeld. Er waren destijds in de stad drie marktdagen per week, maar vanwege de sabbat konden de joden niet deelnemen aan de zaterdagse markt. Van oudsher verdienden veel jo den de kost met handeldrijven, zowel handel in geld als in goede ren. Dat lag eigenlijk voor de hand, want een jood kon geen lid worden van een gilde en ook land- en tuinbouw boden hem geen bestaansmogelijkheid. De 66 joden die de stad in 1940 telde, verdienden voor een deel hun da gelijks brood met een winkel. Ook zij hadden het moeilijk in de cri sisjaren 1929-1939. Zij stonden bekend als rustige burgers, geres pecteerd door de inwoners van de stad. Dankzij de medewerking van koning Willem 1 had de Hoog duitse Israëlitische gemeente in 1832 een synagoge kunnen bou wen aan de Koevoetstraat 39. Eer der kwamen ze bijeen op de zol der van de waag op het Zuivel- plein, maar die ruimte voldeed niet meer. De joden uit de omlig gende plaatsen zoals Tholen, Nieuw-Vossemeer, Wouw en Os- sendrecht waren eveneens aange wezen op de Bergse synagoge. Aan feestelijke gelegenheden, ook van kerkelijke aard, namen de jo den deel en wederzijds gaven de Bergse notabelen gaarne acte de presence. Toen deken Van Dam wegens verhindering verstek liet gaan bij het eeuwfeest van de sy nagoge (1932), viel dat direct op. Waren er dan helemaal geen min puntjes? Toch wel. Ir. Van Roessel was directeur van de Bergse ge meentewerken. Hij meende in de jaren dertig de Bergenaren in een brochure te moeten waarschuwen voor wat hij noemde 'De Duivelse Drie-eenheid'. Daaronder ver stond hij het jodendom, de vrij metselarij en het jezuïtisme ofwel het gecamoufleerde jodendom. Zijn vlugschrift kostte hem zijn baan. 'De Avondster' verdedigde de Bergse joden, terwijl Moses Hes, de joodse godsdienstleraar en een vooraanstaande inwoner van de stad, in het dagblad 'De Zoom' het stuk wetenschappelijk weerlegde. Het duurde na de capitulatie niet lang of de bezetter zette de aanval op de Joden in. Dat gebeurde op zeer geraffineerde wijze, stap voor stap. Vanaf 1 juni 1940 mochten ze geen lid meer zijn van de luchtbescherming. In augustus volgde een verbod op het ritueel slachten. Een volgende stap was het apart registreren van Joden met een zaak. In december 1940 publiceerde de overheid een lijst van verboden boeken, in hoofd zaak werken van Joodse schrijvers. Ook lectuur over het koninklijk huis was taboe. In oktober kwam een eerste protest van kerkelijke zijde tegen de discriminerende maatregelen. In een brief aan Seyss Inquart, geschreven door een convent van afgevaardigden van hervormde en gereformeerde kerken, herinnerden de opstellers van het rekest de rijkscommissaris aan zijn belofte de wetten en de volksaard van het Nederlandse volk te zullen eerbiedigen. Op zondag 28 oktober 1940 is de brief in vele kerken voorgelezen. De bisschoppen spraken ook al snel hun veroordeling uit over het antisemitische beleid. De media kregen van de regering in den Haag bevel de protesten dood te zwijgen. De isolering van het Joodse volksdeel werd krachtig voortgezet. Alle Joden in over heidsdienst kregen ontslag. 'Volk en Vaderland', het partijorgaan van de NSB, schreef het ene na het andere smaadartikel over de Joden en de WA kreeg de vrije hand in het schofferen van deze landgenoten. Een complete razzia op Joden op 22 en 23 februari 1941 in Amsterdam leidde tot de Februaristaking. Spontaan legden de werklui het werk neer, maar de reactie van Duitse zijde was mee dogenloos. 8. Het lot van de Bergse Joden Ook voor de Joden in Bergen op Zoom braken weldra beroerde tij den aan. Ze moesten zich apart melden op het stadhuis. Hun ge gevens kwamen in een speciaal dossier. De burgemeester en zijn ambtenaren werkten gehoorzaam mee zoals in bijna alle gemeen ten. Twaalf burgemeesters slechts 3 3

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 17