De Waterschans nr. 1-2006 9. Schoolkinderen in kamp Westerbork met hun lerares. Foto: RIOD. weigerden aan de registratie mee te doen. Eigenlijk leek alles nog vrij onschuldig. Hatelijker waren de bordjes met de tekst 'Verboden voor Joden' bij parken, zwemba den, bibliotheken, musea, schouwburgen en andere open bare gelegenheden. Op 2 mei 1942 verplichtten de nazi's de Joodse landgenoten om duidelijk zichtbaar een gele ster op hun kleding te dragen, de beruchte Jo denster. Een volgende stap richting uit roeiing waren de concentraties van deze burgers in Jodenwijken en zogenaamde werkkampen. Het Amsterdamse 'Juden Viertel' en het kamp Westerbork in Drenthe zijn de meest beruchte voorbeel den daarvan. Westerbork werd het doorgangskamp naar de vernieti gingskampen in Polen, naar de 'Holocaust'. Vóór de oorlog telde Nederland circa 140.000 Joden, Hiervan zijn er ongeveer 104.000 vermoord, waaronder ook inwo ners van Bergen op Zoom. Som mige Joodse burgers lukte het om tijdig een onderduikadres te vin den en zo de oorlog te overleven. Het was een hachelijke zaak, want de 'Polizei' bleef ijverig speuren naar nieuwe slachtoffers en dege nen die Joden verborgen, riskeer den eveneens de doodstraf. Op 18 november 1942 haalde de politie de eerste groep op en bracht de getroffenen naar het station met als voorlopige eind bestemming Amsterdam. Van daaruit ging de reis naar Wester bork om tenslotte te eindigen in Auschwitz of Sobibor. Bergen verloor die dag het echtpaar Jo seph Stibbe en Elisabeth Stibbe- van Loon, verder Jonas Stibbe, David van Loon, Eva Monnicken- danr en de vertegenwoordiger Jacq Mol. Blijkbaar mochten de genen met een winkel of fabriek wat langer blijven. Maar wegge voerd zijn ze allemaal, behalve dan degenen die tijdig vluchtten of onderdoken. Ook de sympa thieke Mozes de Hes vond de dood in de gaskamers van Ausch witz. Op oudejaarsdag 1942 bracht de Bergse politie Jacq Mol naar de trein. Via Westerbork kwam hij eveneens in Auschwitz terecht. De laatsten die op transport werden gesteld, waren Jacob van Loon en Hester van Loon-van Dam, twee bejaarden. Zij verbleef al sinds enige tijd als dementerende pa tiënt in het ABG. Op 10 april 1943 bracht de politie hen naar het sta tion. Ze kwamen in het kamp Vught terecht en vandaar ging de reis naar Sobibor. Daar gingen ze samen de gaskamer in op 14 mei. De namen van de Bergse Joden die in Sobibor of Auschwitz de dood vonden of die elders om het leven zijn gebracht, vinden we vereeuwigd in de synagoge in de Koevoetstraat. 9. De Bergse politie tijdens de be zetting Het Bergse politiekorps telde in de oorlog 35 tot 45 man en dat voor een gemeente van circa 25.000 inwoners. Sinds 1920 had Lucas Hendrik Hoeve als com missaris de leiding. Hij werd bij gestaan door inspecteur Th.J.M. Andriessen. Hoofd van de politie was de burgemeester. Tot 1941 was dat mr. dr. P.A.F. Blom. In ge noemd jaar volgde mr. dr. H.A.E Lijnkamp hem op. Na de oorlog moest die weer plaatsmaken voor Blom, hoewel hem weinig te ver wijten viel. Hoeve kon slecht over weg met de beide burgemeesters en al evenmin met zijn inspecteur. Ook bij zijn ondergeschikten was hij niet gezien. Hij stelde hoge ei sen aan zijn manschappen, maar desondanks liet de discipline te wensen over. Wat verder opvalt is dat hij erg precies de bevelen van de bezetter uitvoerde zonder be paald Duitsgezind te zijn. Na de bevrijding verweet men hem dat hij met de Duitsers te vriendelijk was omgegaan. Hij deed dat naar eigen zeggen om zijn dochter, een jongedame van achttien, in de ga ten te houden. Die zocht te ge makkelijk het gezelschap van de bezetters. Meteen na de bevrijding is Hoeve gearresteerd en opgeslo ten in de Oranje-Nassaukazerne op de Korenmarkt, later in een kamp in Vught. Omdat hij geen verrader was geweest, kreeg hij uiteindelijk ontslag, eervol zelfs. De Nederlandse politie was on dergeschikt aan de Duitse politie en moest daardoor de bevelen van instanties als de SD Sicher- heitsdienst) en de Sipo Sicher- heitspolizei) opvolgen. Die belast ten Nederlandse agenten bijvoor- Mr. dr. PA.F. Blom was burgemeester in 1940. De Duitsers vervingen hem door burgemeester Lijnkamp. Blom werd na de bevrijding opnieuw burge meester. Foto: HCM. 34 De Waterschans nr. 1-2006 beeld met het bewaken van ge bouwen, maar ook met het opha len van Joden, onderduikers en verzetsstrijders. Dat plaatste de agenten vaak voor moeilijke be slissingen. Soms zag men dan kans om een slachtoffer tijdig te waarschuwen voor aanhouding of een overval. Daar was moed voor nodig, want je riskeerde de dood straf. Ontslag nemen of het bevel negeren kon zware consequenties hebben zoals gevangenneming, opsluiting in een concentratie kamp, tewerkstelling in Duitsland en zelfs de doodstraf. Bovendien kwam in jouw plaats waarschijn lijk een Duitsgezinde agent, opge leid in de nazisfeer van de politie school in Schalkhaar bij Deventer. Onderduiken was het meest voor de hand liggende alternatief, maar waar? En je gezin dan? Commandant Hoeve was wel erg voorzichtig. Dat merkte bijvoor beeld het personeel van de twee openbare leeszalen, de katholieke in de Kortemeestraat 18 en de neutrale in de Hoogstraat num mer 28, al heel gauw. Werken van Joodse auteurs, maar ook boeken over de koninklijke familie moes ten al in 1940 worden opgeborgen in verzegelde kisten. De Bergse politie werd met de uitvoering van deze 'zuivering' belast. Later bleek dat de agenten te ijverig waren ge weest en meer boeken hadden opgeborgen dan was voorgeschre ven. Ze mochten evenwel niet meer uit de kisten worden ge haald. Erger was het bevel om bordjes te plaatsen met de tekst 'Verboden voor Joden'. Korneel Slootmans was destijds secretaris van het bestuur van de katholieke OLB (Openbare Leeszaal en Bi bliotheek). Hij notuleerde op 20 april 1942 het volgende: 'Breed voerig wordt de kwestie van de bordjes besproken, waarin o.a. naar voren komt, dat de politie de voorschriften welke ze van bo venaf krijgt overdreven nauwkeu rig uitvoert en er wel meer uit haalt dan er in staat'. Directeur van de leeszaal was toen J.P.M. Vlekke, leraar Nederlands aan de katholieke HBS (later Mollerly- ceum). Hij zag op dat moment de toekomst van zijn bibliotheek somber in. Weigeren het bordje aan te brengen kon inhouding van de subsidie en sluiting van de bi bliotheek tot gevolg hebben en dat juist in een bloeitijd, want de leeshonger was groot doordat er zo weinig ander vertier was. Is het bordje er toch gekomen? Mogelijk heeft men zich gered met de op lossing van enige andere leesza len, namelijk een bord met de tekst: 'Alleen toegankelijk voor le den'. De beide leeszalen bleven in ieder geval open en behielden hun subsidie. Wel werd directeur Vlekke gearresteerd, maar dat was vanwege een niet bepaald sympa thieke opmerking in de klas over Duitse soldaten die luid zingend langs de school marcheerden. Ie mand moet dat hebben verraden. Bijna anderhalf jaar werd de di recteur opgesloten. Met Kerstmis 1943 mocht hij weer naar huis. Ook J. Smits, directeur van de ka tholieke HBS en lid van het lees- zaalbestuur, werd geïnterneerd, maar niet voor lang. Natuurlijk waren niet alle agenten zo bang als hun chef. Ook bij de Bergse politie waren dappere mannen die onderduikers, ver zetsstrijders en andere personen die op de lijst stonden om gear resteerd te worden tijdig tipten of die op andere manieren de on dergrondse van dienst waren. 10. Het verzet Naarmate de oorlog langer duurde, groeide het verzet evenals het aantal onderduikers. De Duitse oorlogsindustrie draaide op volle toeren en had permanent gebrek aan werkkrachten. Ieder een die hier gemist kon worden. moest naar Duitsland. Velen do ken onder, maar misten daardoor bijvoorbeeld hun distributiebon nen. Voor ongeveer alle artikelen had men niet alleen geld nodig, maar ook bonnen. Die kon men halen op een distributiekantoor. Om de onderduikers van voedsel bonnen te voorzien, werden er bonnen gestolen, bijvoorbeeld door in zo'n kantoor in te breken. Dat ging uiteraard gemakkelijker wanneer het personeel van het kantoor of de politie meewerkte. Riskant bleef het wel. Toch zijn er heel wat overvallen op distributie kantoren gepleegd. In Bergen op Zoom gebeurde dat in de nacht van 3-4 maart 1944. Een knok ploeg (verzetsgroep die het ge vecht met de bezetter niet schuwde) in Rotterdam had on voldoende distributiebonnen en vroeg aan Harm van Rossum en Piet de Neef, die allebei op het Bergse distributiebureau werkten (Piet als politieagent) om bonnen. Het bureau was ondergebracht in het KMT (Katholiek Militair Te huis) in de Potterstraat 27 (ge sloopt in 1978). Van Rossum was eigenlijk tegen een overval, want hij verduisterde toch al grote par tijen bonnen, maar hij hielp wel mee. Dankzij hem kwamen de overvallers vrij gemakkelijk bin nen. Daarna ging het fout door een te amateuristische opzet. Ze ven mannen werden gegrepen, onder wie Harm van Rossum en Piet Juten. Op 24 mei zijn beiden met nog drie anderen in de 11. Liquidatie door het verzet van een NSB-er door het verzet op 29 december 1944 in Den Haag. Foto: RIOD. 3 5

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 18