De Waterschans nr. 1-2006 De optocht na afloop van de kroningsplechtigheid van Karei V in Bologna in 1530 was een voorbeeld van een stoet conform de ceremoniële eisen van de 16e eeuw. In deze houtsnede rijden Karei V en de paus onder een baldakijn, wat hen onderscheidt van de andere ruiters. Vlak daarachter, op een ereplaats, rijdt Hendrik III van Nas sau met de lijfarts en de secretaris van de paus, eveneens te paard. De dragers van het baldakijn, de paardenknechten en de lansknechten - allen in livrei - zijn te voet. Karei V is belangrijker dan de paus, want deze rijdt rechts van hem! (Uit: G. van We zel, Het paleis van Hendrik III graaf van Nassau te Breda, Zwolle 1999, pag 56). doorgangen Poorten, binnenplei nen, trappen, portalen en deuren begrenzen ceremoniële ruimten. Zij vormen de overgang tussen voor - achter, tussen beneden - boven, tussen openbaar - privé, tussen dienstruimten - woonver trekken. Het wel of niet toegang verlenen tot deze doorgangen wordt bepaald door vaste regels. Volledigheidshalve dient het on derscheid binnen - buiten hieraan te worden toegevoegd. Op het Beursplein vóór de hoofdingang staat men buiten het Markiezen hof. De omvang van het gebou wencomplex, de architectuur en details als de vensterkorven sym boliseren de enorme afstand tus sen stedeling en heer. De Berge- naar van die tijd neemt geen deel aan wat zich in het hof afspeelt. Een bezoeker moet eerst de drempel overschrijden en moge lijk ook zijn wapens afgeven bij de poortwachter, pas dan treedt deze in de wereld van de heer. Een ju ridische enclave waar blijkens en kele processtukken het stadsrecht ophoudt.45 Aan de situering van vertrekken ligt een systematiek ten grondslag waarin hiërarchie en afstand tot uitdrukking komen, een systema tiek waarin de bovenstaande be grippenparen centraal staan, een ordening waarin verticaliteit (on derscheid tussen verdiepingen) en horizontaliteit (reeks van opeen volgende vertrekken) mede bepa lend zijn. Deze systematiek geldt trouwens niet alleen voor het wonen van de heer en vrouwe en het ontvangen van bezoekers, maar komt ook tot uitdrukking in bijvoorbeeld de stoet bij een Blijde Inkomst. Een nieuwe heer van Bergen op Zoom komt vanuit zijn kasteel te Borg- vliet46 niet te voet naar zijn stad, maar zit hoog te paard. Halver wege komen de stedelijke delega ties hem tegemoet: zij lopen. Op weg naar de Sint-Gertrudiskerk rijdt de heer met zijn gevolg niet vooraan in de stoet maar achter aan, na de schutterij, de afgevaar digden van de gilden, de geeste lijkheid en het stadsbestuur. De bevolking aan de kant van de weg staat buiten het ceremonieel, speelt er geen directe rol in, is louter toeschouwer. Via de Bos poort, op de grens van stad en platteland, komt de heer in het domein van de stad.47 Vervolg Dit artikel ving aan met wat Meischke veronderstelt over het gebruik van de vertrekken in de woonvleugels van het Markiezen hof. Bij het doorlezen zullen de gedachten van de lezer hier zeker naar zijn teruggekeerd. De uit komsten van deze literatuurstudie komen immers niet altijd overeen met zijn indeling. In het tweede deel van dit artikel kijk ik met de bovenstaande uitkomsten uit het literatuuronderzoek puntsgewijs naar wat Meischke over het ge bruik van de woonvleugels schrijft. Dit deel verschijnt in de volgende aflevering van De Water schans. Noten: 1 2 De Waterschans nr. 1-2006 1 3 Itppwcctatcclefamfpetelepflpe/etarantoacfenefoelefaceetfttipcwut touoöctitr joubjUngjnctmEpaHcinagmnqurmctaooint/Jequelftitpojtcoeraiia Jrinbaffaöeuto de Deniif trois autcf 3 grant} maütccs gentil? licmcs de 6oul<mgnt<£r a öeuc roaca uiceutpaui ïonnoitntiEs taqitms öu pape *i>e Ieuipeccuc les ballebatweto qui lea BacomentDelapieffeönpeup&'tfioiewusicscensDnqiielellatouiljelloieHt homes iemmesüielUsïjeuneoïDetouteeageraoiciubjMC^tjaclfs/Uaielemperew/ïcfle» - ini^nr lp »n ui hf Irmnirr tiifntir a nrf J 1. W. A. van Ham, Het Markiezenhof te Bergen op Zoom. Een overzicht vanuit de bronnen van zijn geschiedenis tot 1795 (Bergen op Zoom 1986) 73 en 76. 2. Ibidem 56, 58, 72 en 75. 3. R. Meischke, 'Het Markiezenhof te Bergen op Zoom', in: Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd (Alphen a/d Rijn 1987). C.J.F. Slootmans geeft in Bergen op Zoom Een Stad als een Huis (Roosendaal 1967) ook een interpretatie. Deze is op een aantal plaatsen niet betrouwbaar, omdat hij nog niet op de hoogte kon zijn van de bouw- sporen, die tijdens de restauratie aan het daglicht kwamen. 4. Meischke, Het Markiezenhof te Bergen op Zoom, 30. 5. Zie bijv. Willem van Ham, 'Bergen op Zoom als Residenzstadt', in: Burgen und Schlösser in den Niederlanden und Nordwestdeutsch- land, (Deutscher Kunstverlag 2004) 81-94. 6. R. van Uylven, 'De Brabantse adel als poli tieke en sociale groep in de late middeleeu wen'. in: De adel in het Hertogdom Brabant (Brussel 1985) 86; Hans Cools, Mannen met Macht. Edellieden en de Moderne Staat in de Bourgondisch - Habsburgse Landen 1475- 1530 (Zutphen 2001) 11-14, 96 en 214-221. 7. W. A. van Ham, Het doorluchtige huis van Bergen op Zoom. Een overzicht van de ge schiedenis van de heren en markiezen van Bergen op Zoom, hun verwanten en hun be zittingen 1287 - 1795(Zaltbommel 1977) 78- 85. 8. "Et certes en ceste compaignie avoit de bel les filles, dont sur toutes avoit le bruit, pour la beaulté, Blanche de Sainct Simon, qui depuis fut dame de Bergues en Brabant". Eric Bousmar en Monique Sommé, 'Fem- mes et espaces Féminins a la cour de Bour gogne au temps d'lsabella de Portugal 1430- 1471', in: Jan Hirschbiegel en Werner Para- vicini (red.). Das Frauenzimmer. Die Frau bei Hofe im spcit Mittelalter und früher Neuzeit (Stuttgart 2000) 57. 9. Ibidem 78. Haar echtgenoot. Jan II, krijgt van de hertog 4000 pond van 32 gr. Vlaams. C.J.F. Slootmans, Jan metten Lippen. Zijn fa- milie en zijn stad (Rotterdam/Antwerpen 1945) 16. 10. Slootmans, Jan metten Lippen9; A. Uytte- brouck, 'Quelques aspects de la vie quoti- dienne a la cour de Brabant', in: Werner Pa- ravicini (red.) Alltag bei Hofe (Sigmaringen 1995) 168. De hertog en zijn broer zien in een paar dagen tijd kans in Bergen op Zoom forse speelschulden te maken. Ibidem 166-167. 11. Slootmans, Jan metten Lippen45; Van Uyt- ven. De Brabantse Adel, 84. Het betreft de la tere Jan 111 en zijn jongere broer Cornelis. 12. Een ritueel is een welomschreven hande ling: het overhandigen van de stadssleutels aan de heer bij een blijde inkomst. Een ce remonie is een vaststaande reeks rituelen: de ceremonie bij ridderslag of officiële maaltijd. Zie Michael A. Bojcov, 'Qualitaten des Raumes in zeremoniellen Situationen', in: Werner Paravicini (red.) Zeremoniell und Raum (Sigmaringen 1997) 130. 13. De belangsrijkste residenties zijn in Brussel, Brugge, Lille en Dijon. 14. Werner Paravicini spreekt van imitie- rende Mindermachtige en Miniatu- risierung 'Zeremoniell und Raum', in: Zeremoniell und Raum, 12. 15. Paul Joachim Heining, 'Verhaltungsformen und Zeremoniell. Aspecte des deutschen Herrschershofes am Ausgang des Mittelal- ters', in: Zeremoniell und Raum, 63; Werner Paravicini, 'The Court of the Dukes of Bur gundy. A Model for Europe?', in: Klaus Krij ger ea, Mensche am Hof derHerzöge von Bur- gund. Gesammelte Aufsatze (Stuttgart 2002) 507-534; Jacqueline KerkhofT, Maria van Hongarije en haar hof 1505 - 1558 (Amster dam 2005) 53. 16. Karl-Heinz Spies, 'Rangdenken und Rang- streit im Mittelalter', in: Zeremoniell und Raum, 39. 17. Paravicini, 'GrundbegrifTe', in: Alltag bei Hofe, 28-29; Paravicini, 'Soziale Schichtung und soziale Mobilitat am Hof der Herzöge von Burgund', in Menschen am hof, 372-398. 18. Slootmans, Jan metten Lippen, 454. 19. Johan Huizinga, Herfsttij der middeleeuwen. Studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden (Contact BV, 22e druk 1997). Huizinga geeft in hoofdstuk 2 aan sprekende voorbeelden van hofrituelen en -ceremoniën. 20. Jaques Paviot, 'Les marques de distance', in Zeremoniell und Raum95; Bousmar en Sommé, 'Femmes et espaces féminins', 67-68. 21. Officieel kennismakingsbezoek van een nieuwe vorst aan een stad, waarbij deze de oude privileges herbevestigt en eventueel nieuwe verleent. 22. Spies, 'Rangdenken und Rangstreit im Mit telalter', in: Zeremoniell und Raum44. Het belang van zitten, lopen of staan in de na bijheid van de vorst, stamt uit de tijd van het reizend hof. Er was toen - in tegenstel ling tot Byzantium - geen vaste residentie met een groots ingerichte troonzaal en op voorhand gemarkeerde zit- en staanplaatsen voor groepen hovelingen. 23. Bij de laatmiddeleeuwse wijzen van wonen, ook van de adel, moeten wij onze huidige wooncultuur niet als referentiekader nemen. Zo hebben vertrekken altijd meerdere func ties, ook in adellijke woningen. Wanneer de vorst alleen of met enkele getrouwen apart wil eten doet hij dat in zijn slaapkamer, het kantoor kan ook ontvangkamer zijn en een wachtruimte ook garderobe. In de praktijk wonen vorsten in hun 'slaapkamer'. 24. Deze en volgende gegevens zijn ontleend aan: L. Biesemans, Historiek van het kasteel van Vilvoorde (Vilvoorde 1987); R. Meischke en F. van Tyghem, 'Huizen en hoven, ge bouwd onder leiding van Antonis I en Rom- bout II', in: H. Janse e.a. (red.) Keldermans Een architectonisch netwerk in de Nederlan den ('s-Gravenhage 1987) 131-154: Marcel Celis en Dirk van Eenooghe, 'Het Hof van Hoogstraten, de Brusselse verblijfplaats van Antoine de Lalaing', Monumenten en Land schappen 1 (1988 -4) 36-62; Rose Marie Müller, Het hertogelijk kasteel van Temmen in de middeleeuwen, archivalisch en icono grafisch onderzoek, Leuven 1990; Krista De Jonge, 'Het paleis op de Coudenberg te Brussel in de vijftiende eeuw', Belgisch Tijd schrift voor Oudheidkunde en Kunstgeschie denis 60 (1991), 5-38; Walter D'hoore, The Egmont-Aremberg Palace in Brussels, Tielt 1991; Bousmar en Sommé, Femmes et es paces féminins, 62-66; Krista De Jonge, 'Hofordnungen als Quellen der Residenz- forschung. Adliche und herzogliche Res- idenzen in den südlichen Niederlanden in der Burgunderzeit', in: Holger Kruse en Werner Paravicini (red.) Höfe und Hoford nungen 1200-1600 Sigmaringen 1999) 176- 219; Gerard Nijsten, Het hof van Gelre. Cul tuur ten tijde van de hertogen uit het Gulikse en Egmontse huis 1371-1473 (Kampen z.j.); G.W.C. van Wesel, Het paleis van Hendrik III graaf van Nassau te Breda (Zwolle 1999); Hirschbiegel en Paravicini (red). Das Frau enzimmer. Die Frau bei Hofe im Spatmittelal- ter und Früher Neuzeit, (Stuttgart 2000); Pa ravicini, 'Die Residenzen der Herzöge von Burgund', in: Mensche am Hof der Herzöge von Burgund, 445-506; Krista de Jonge, 'De voornaamste residenties in Mechelen. Het Hof van Kamerijk en het Hof van Savoyen', in: Dagmar Eichberger (red.) Dames met Klasse (Mechelen 2005) 56-66. 25. Marie-Ange Delen, Het hof van Willem van Oranje (Amsterdam 2001) 39. 26. Van Wesel, Het paleis van Hendrik III, 277. 27. Delen, Het hof van Willem van Oranje, 60-64. Over de ligging van de vertrekken ten op zichte van elkaar is nog discussie. Zie: De Jonge, 'Hofordnungen als Quellen der Residenzforschung', 191. 28. Zie: Hirschbiegel en Paravicini (red.), Das Frauenzimmer. 29. Het begrip 'vrouwenhof heeft twee beteke nissen: de hofhouding van de vrouwe en de ruimten waar de vrouwe met haar hofhou ding verblijft. In dit artikel betreft het de laatste betekenis. Het woord 'vrouwenhof wordt vooral in Duitsland gebezigd. Daar lijkt de afscherming van de vrouw in de vijf tiende en zestiende eeuw groter dan in Frankrijk, de Nederlanden en Engeland. 30. Bousmar en Sommé, 'Femmes et espaces féminins', 65; KerkhofT, Maria van Hongarije (Amsterdam 2005) 90-101. 31. Brigitte Streich, 'Frauenhof und Frauenzim mer', in: Das Frauenzimmer. 261; ibidem Pa ravicini, 'Das Frauenzimmer', 20. 32. In het Markiezenhof heeft de hofmeester zijn appartement naast de toren op de Grote Binnenplaats. Meischke, 'Het markie zenhof te Bergen op Zoom', in: Bergen op Zoom gebouwd en beschouwd, 38. 33. Mark Girouard, Life in the French country house (Londen 2000) 247. 34. Bousmar en Sommé. 'Femmes et espaces féminins', 66. 35. Een goed te verwarmen ruimte, met een of meerdere kuipen voor een bad bainof een stoombad (étuve) en de mogelijkheid om water op te warmen. 36. Streich, 'Frauenhof und Frauenzimmer', 262 37. Girouard, Life in the French country house, 104-107. 38. Bousmar en Sommé, 'Femmes et espaces féminins', 66. 39. Het ontbijt is een sober lopend-buffet, dat tot bijvoorbeeld 9 uur gereed staat. Men eet zowel op de middag als in de vooravond warm, en steeds in partijen. Eerst eten de heer en de vrouwe met hun familieleden, gevolg en eventuele gasten. Dit gebeurt aan een mannen- en aan een vrouwentafel. Ver volgens eten de hoogsten in rang en dan de laagsten in rang, zoals de keuken- en stal jongens. De heer en/of vrouwe kunnen er ook voor kiezen apart te eten in eetzaal of appartement. Delen, Het hof van Willem van Oranje, 139-146; KerkhofT, Maria van Hong arije, 90-101. 40. Karei V in 1515, Margaretha van Oostenrijk in 1522 en 1526, Maria van Hongarije in 1539 (2x) en 1540 (2x) en Filips II met Ma ria van Hongarije en Eleonora van Frankrijk in 1549. 41. Het beschikken over een eigen kapel is ook een middel om afstand te scheppen. De be zitter en zijn gezin staan boven de pa rochiegemeenschap. 42. Girouard, Life in the French country house, 78-82. 43. Dit geldt ook voor vorstelijke en hoogadel lijke woningen in het buitenland: Jean Guil- laume (red.), Architecture et vie sociale. Lor ganisation intérieure des grandes demeures a la fin du moyenage et a la Renaissance (Pa rijs, 1994); Paravicini (red.), Zeremoniell und Raum (Sigmaringen 1997); Girouard, Life in the French countryhouse, (Londen 2000). 44. Ronald G. Asch, 'The politics of acces', in: Alltag bei Hofe245-246. 45. Vriendelijke mededeling van dr. Willem van Ham, oud gemeente archivaris Bergen op Zoom. 46. De Blijde Inkomsten geschiedden aanvan kelijk vanuit het kasteel in Wouw. In 1481 komt het kasteel in Borgvliet in het bezit van de familie Van Glymes. 47. Bojcov spreekt bij ceremoniën van "Aussen-, Mitten- und Nebenraum" en werkt dit on derscheid gedetailleerd uit in 'Qualitaten des Raumes in zeremoniellen Situationen', in: Paravicini (red.) Zeremoniell und Raum, 137-149.

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 7