De Waterschans nr. 1-2006
DOMCARODpjj
CV BIT. RF.G.MAT. CÜ
mcOI X'"M'MAA .CONSSTAT. PRIM. A
gSöISTRRjCAMPI. GNALISIN.BELG. P.TC
Interim-legeraavoerder don Carlos Coloma door Anlhonie van Dyck \Ibidem, nr. 45],
de drie nieuwe forten kon worden
begonnen. Aan de omvang van
het Staatse leger werd inmiddels
wel gewerkt. Omdat de Staten-Ge-
neraal vreesden voor een geza
menlijke aanval van de Spaanse
koning en de Duitse keizer moes
ten vóór 1 april alle compagnieën
op volle sterkte zijn en werden er
zelfs tienduizend extra soldaten
gelicht.7
Coloma's plan
Ondanks de maatregelen van de
Staten-Generaal en de scepsis van
Van der Capellen liep Bergen op
Zoom in de eerste maanden van
1628 gevaar. Niet door een groot
schalige belegering, maar door een
snood plan van de Spanjaarden.
Hoogstwaarschijnlijk was uit de
koker van tijdelijk legerleider don
Carlos Coloma - diplomaat, auteur
en een oude rot in het Spaanse le
ger in Vlaanderen - een krijgslist
afkomstig, waarmee Bergen op
Zoom tegen geringe kosten kon
worden verrast. Het plan was even
simpel als gevaarlijk. Een kleine
groep mannen zou zich voordoen
als onschuldige rekruten en zich
aanmelden bij de Franse compag
nie van het Zuidfort (de Water
schans). Op bevel van hogerhand
zouden de indringers bezit nemen
van het fort, waarna Bergen op
Zoom voor het grijpen lag. Met het
enorme fort aan de havenmonding
in handen was de waterverbinding
met Holland en Zeeland geblok
keerd en overgave van Bergen on
vermijdelijk.8
De praktische uitvoering van zijn
plan liet Coloma over aan een
verbindingsman. Deze mysteri
euze figuur liet zich 'grave van
Hoorne' noemen, maar over zijn
identiteit heerste bij de infiltran
ten enige onduidelijkheid. Moge
lijk was hij werkelijk een graaf van
Hornes: Lantoral (1582-1648),
graaf van Hornes-Houtkercke, was
kolonel van een regiment in
dienst van de Spaanse koning. In
oktober 1626 had hij in opdracht
van Spinola een aanval gedaan op
een fort bij Sluis. Zijn troepen
hadden zich echter ijlings moeten
terugtrekken met achterlating van
wapens en ander materieel. Deze
graaf verkreeg kort na het verraad
van Bergen op Zoom echter de
neutraliteit van de Staten-Gene
raal om een proces te kunnen bij
wonen.9 Dat de verbindingsman
door de infiltranten ook 'heer van
BreuïT werd genoemd, wijst even
eens in een andere richting. De
Lotharingse edelman en veldheer
Paul-Bernard de Fontaine bezat
onder meer de heerlijke titel van
Breuil en voerde rond deze tijd
het bevel over de Spaanse troepen
in Brugge. Uit de latere verhoren
van de infiltranten blijkt echter
dat Hornes en De Fontaine twee
verschillende personen waren.10
Het lijkt erop dat de infiltranten
niet zo goed wisten met wie zij te
maken hadden of bewust in het
duister zijn gelaten om zo de af
handeling van hun beloning te
bemoeilijken.
Coloma's verbindingsman zocht
een groep (ex)militairen bij elkaar
om de riskante klus in Bergen op
Zoom te klaren. Dit waren man
nen van klein vermogen die wei
nig te verliezen en veel te winnen
hadden, zoals de ruim veertigja
rige veteraan Anthoine FEstolTé
uit Lens (Picardië). Hij was lange
tijd in Spaanse dienst geweest,
maar verdiende sinds acht jaar in
Brugge de kost als kleermaker. Be
gin februari was hij in Brussel,
waar de verbindingsman hem
strikte voor de geheime missie in
dienst van Isabella. L'Estoffé be
trok ook zijn jonge stiefzoon Jac
ques D'Aigremont bij het com
plot. Deze in Oostende geboren
tiener was soldaat geweest in
Brugge, maar had ruzie gekregen
met zijn kapitein. Sindsdien zat
hij zonder werk, zodat de hem in
het vooruitzicht gestelde 500 du-
1 6
katcn en een promotie tot vaand
rig hem aanlokkelijk in de oren
klonken. Als derde man werd de
eveneens uit militaire dienst ge
treden Peter O'Connor Falij aan
getrokken. Zijn naam verraadt een
Ierse afkomst (uit het graafschap
Offaly), hoewel hij was geboren te
Brussel. Ondanks zijn jeugdige
leeftijd van 18 a 19 jaar had hij al
onder de eveneens Ierse officier
Tyrconnel gediend en als kapitein
gevochten bij Groenlo.
Samenzweerders aan het werk
Net als L'Estoffé en D'Aigremont
zou O'Connor na het welslagen
van de geheime missie 500 duka
ten en een kapiteinschap of bevel
hebberschap verdienen. Deze be
lofte werd nog eens bekrachtigd
door de interim-legeraanvoerder
Coloma, met wie het drietal huur
lingen in contact was gebracht. Bij
hem thuis zou Coloma hun heb
ben toegezegd dat alle beloften
van Hornes zouden worden inge
willigd. De verbindingsman gaf
hun reisgeld mee en verzon
Franse schuilnamen voor hen, zo
als het optimistisch klinkende
'Lucas Bontenips'. Vanuit Brussel
reisden de drie mannen naar Ca
lais. Terwijl zij in deze havenstad
enkele dagen op gunstige wind
moesten wachten, ontmoetten zij
nog twee medeplichtigen. Michel
Gilcau, ofwel Michiel Bayjart, een
29-jarige militair uit Henegou
wen, die jarenlang in Spanje had
gewoond, waar hij diende onder
de graaf van Fresin. Zonder een
cent op zak was hij in Brussel
aangekomen, waar hij probeerde
bij de compagnie van kolonel
Hornes te komen. Deze vroeg
hem voor de geheime missie en
betaalde de schuld waardoor Gil
cau in een Brusselse gevangenis
was beland. Ook werd hem een
compagnie en 500 dukaten in het
vooruitzicht gesteld: zo'n goed
aanbod kon hij niet weigeren.
Samen met Louis de Saulguer,
heer van Orntois, maakte Gilcau
eenzelfde reis als de drie andere
samenzweerders. Vanuit Calais
voeren zij gezamenlijk over Vlis-
singen en Middelburg naar Ber
gen op Zoom. De vijf namen
dienst bij de kapitein van de Wa
terschans, Dominique de Savor-
nin." Hoewel één van hen nauwe
lijks Frans sprak, lieten zij zich op
de monsterrol inschrijven onder
hun valse Franse namen. Met uit
zondering van Louis de Saulguer
verbleven zij allen in dezelfde her
berg. Vooral Gilcau ging ijverig
aan de slag en ontpopte zich als
leider. Hij inspecteerde de verde
digingswerken van Bergen op
Zoom en de Waterschans en be
dacht plannen om de aanval uit te
voeren. Tijdens een wandeling
langs de stadswallen wees hij zijn
metgezellen op de zwakke plek
ken in de verdediging.
O'Connor en Gilcau betrokken
Edntond Rice in het complot, een
ongeveer 36-jarige Ierse garni
zoensoldaat. Rice was in Spanje
opgevoed en had daar lang ge
woond. Hij was echter terugge
keerd naar Ierland, waarvandaan
hij via Amsterdam in Alkmaar was
terechtgekomen. Daar diende hij
onder kolonel Sir Francois Hen
derson, die in 1622 bij Bergen op
Zoom aan Staatse kant had mee
gevochten tegen Spinola. Rice was
zonder diens toestemming ver
trokken en trad in Bergen op
Zoom in dienst bij de Engelse
compagnie. De samenzweerders
haalden Rice over om aan de aan
slag deel te nemen. Zij beloofden
hem eenzelfde beloning als zijzelf
zouden krijgen en stelden hiertoe
een contract op. Doordat de bet
aling van de Staatse soldaten
nogal eens te wensen overliet, wa
ren overlopers als Rice geen uit
zondering. Zo klaagden de gou
verneur en burgemeesters van
Bergen op Zoom rond dezelfde
periode bij de Staten-Generaal
dat de soldaten onder kapitein
Beauviser enkele maanden soldij
tegoed hadden. Als zij niet spoe
dig zouden worden betaald, be-
Handtekeningen onder verhoor van de verdachten van het verraad L'Estoffé, O'Connor,
Rice en Sombret [Nationaal Archief, Archief van de Hoge Krijgsraad en Zeekrijgsraden,
archiejhr. 1.01.45, inv. nr. 252, p. 658-683 en p. 701-713].
1 7
P.J. Pvnilv, f.Jf.
JlLartj.anclen Tlntlen excmlit Cum t'rxudeqio