De Waterschans nr. 2-2006
daarvoor in, maar hij moest reke
ning houden met de isolationisti
sche gevoelens van zijn landgeno
ten. Sinds 1919 heerste er in de
USA een stemming van 'Wij heb
ben orde en rust hersteld in Eu
ropa en nu moeten ze het maar
zonder ons zien te redden'. De
grote meerderheid wenste buiten
de oorlog te blijven, maar de Ja
panse regering belette dat. In de
cember 1941 viel haar luchtmacht
totaal onverwacht de Amerikaanse
Pacificvloot aan in Pearl Harbor.
Daardoor waren de Verenigde Sta
ten tijdelijk uitgeschakeld in de
Stille Oceaan. De aanvallers be
zetten in snel tempo grote delen
van Zuidoost-Azië, waaronder Ne
derlands Oost-Indië. De USA her
stelde zich snel. Dat merkte Japan
al in mei 1942, toen de Amerika
nen de Japanse vloot versloegen
in de Koraalzee en een maand la
ter nog eens bij de Midwayeilan-
den (3-6 juni 1942). Dat was het
keerpunt in de Pacific. De Yan
kees gingen over tot de aanval en
kwamen als het ware springend
van eiland naar eiland steeds
dichter bij Japan.
Er was nog een front, Noord-
Afrika. Daar keerden de kansen in
1942 al evenzeer. Onder leiding
van generaal Montgomery lukte
het de Engelsen om het offensief
van de Duitse en Italiaanse troe
pen tot staan te brengen bij El
Alamein in Egypte. In oktober
zette 'Monty' een tegenoffensief in
en in november landde een Brits-
Amerikaans leger in Marokko en
Algerije met Dwight D. Eisenho
wer als opperbevelhebber. Zowel
uit het westen als het oosten werd
de Duitse bevelhebber in Noord-
Afrika, generaal Erwin Rommel
teruggedrongen tot in Tunesië.
Daar capituleerde het Asleger.
Met de landing op Sicilië (10 juli
1943) zetten de geallieerden hun
offensief voort. De Italianen zeg
den het vertrouwen in Mussolini
op en wilden capituleren, maar de
Duitsers waren hen voor. Vanuit
de lucht bevrijdde de Fiihrer zijn
'vriend' en stelde hem weer aan
als duce van het inmiddels door
de Duitsers bezette Italië.
2. Groeiende spanning
Hoe beleefden de Bergenaren al
deze ontwikkelingen? We kunnen
er ons enigszins een idee van vor
men aan de hand van het dag-
Bergenaren die gedwongen werden om te werken voor de Duitsers.
boek van mejuffrouw Maria van
Dierendonk. Zij was destijds on
derwijzeres aan de lagere meisjes
school in de Kloosterstraat. Op 3
juni 1943, Hemelvaartsdag, nam
ze een schoolschrift om daarin
haar indrukken van de spannende
dagen vast te leggen. 'We gaan nog
heel wat beleven' heeft ze waar
schijnlijk gedacht. Haar eerste no
titie was: 'Vandaag is 't 1 jaar gele
den, dat de officieren weggevoerd
zijn'. Twee dagen later schrijft ze
onder meer: 'a.s. Maandag 7 juni
radio inleveren' en op 4 juni:
'Bonnen maar geen vlees'. Met
enige vertraging leverde het gezin
op 18 juni de radio in. Dezelfde
dag moesten alle jongelui van 19
en 20 jaar opkomen om in Duits
land te gaan werken en werden
ook de reserve-offricieren als
krijgsgevangenen weggevoerd. De
geallieerden voerden met grote
luchtvloten bombardementen uit,
meestal in Duitsland, maar de la
ding viel ook wel eens op een Ne
derlandse stad zoals Nijmegen en
Den Haag. Het geronk van de
vliegtuigen ging gepaard met het
lawaai van afweergeschut en het
geloei van de sirenes. Vruchtbaar
lesgeven was moeilijk en dit te
meer doordat de Duitsers veel
scholen in de stad opeisten om er
soldaten in te legeren. De school
besturen moesten dan maar weer
zien, waar, wanneer en hoe er nog
les kon worden gegeven. Een ge
deeltelijke oplossing bood het sa
menwerken met de onbezette
scholen. Die stonden halve dagen
af aan de gedupeerde scholen en
verder bracht men klassen onder
in alle mogelijke beschikbare
ruimten.
Uit het dagboek van Maria van
Dierendonk blijkt verder, dat het
steeds moeilijker werd om aan
eten te komen. Eind juli 1943 be
gon de zomervakantie en weldra
ging ze er met de fiets op uit om
de voedselvoorraad wat aan te
vullen. Op het eiland Tholen
mocht ze op de akkers uien en
tarwearen rapen. Op 16 augustus
bestond de oogst uit fruit, 'een
emmer vol uien plus tien kilo ex
tra van de boer' en 'tarwe ge
mengd bij Ko Boonstra'. Af en toe
een juichkreet zoals op 26 juli
'Mussolini is weggebezemd... Ie
dereen lacht en is blij'. En op 23
augustus 1943 noteerde ze: 'Er is
gelukkig weer goed nieuws. Char-
kow is gevallen'. Het jaar 1943
ging voorbij met veel angst, el
lende en ergernis. Niet alleen wer
den werkkrachten gevorderd,
maar ook woningen, kloosters,
scholen, grote gedeelten van Vre
derust, luidklokken, radio's, ko
perwerk, paarden, vervoermidde
len, enzovoort. Wie woon- en/of
7 O
De Waterschans nr. 2-2006
werkruimte moest afstaan, vaak
met inventaris, moest zelf maar
een ander onderkomen zien te
vinden. Langs de Wouwsestraat-
weg moesten de woningen tussen
'De Bloemkool' en 'De Ketel'
plaatsmaken voor een tankval tus
sen de Zoom en de Antwerpse
straatweg. Bergse mannen werden
gedwongen, soms onverwachts
van straat geplukt, om mee te wer
ken aan het graven van de tankval.
Het water langs de Vijverberg her
innert er aan. In de Zoom zelf
kwamen langs de zuidrand beton
nen blokken.
3. D-Day
Op 6 juni 1944, 'de langste dag',
was het eindelijk zover. 'Decision
Day', de beslissende dag, was aan
gebroken. Met spanning volgde de
bevolking de berichten van de in
vasie in Normandië. Zou de lan
ding van de geallieerden een suc
ces worden of, net als in 1942 bij
de zogenaamde raid van Dieppe,
mislukken? De Duitse berichtge
ving vertrouwde men niet zo erg.
Er waren evenwel nog burgers die
heimelijk luisterden naar de En
gelse zender, ook al probeerden
de bezetters die zoveel mogelijk te
storen. Handige jongens wisten
daar wel raad mee. En wat zij op
vingen, was bemoedigend. On
danks de verbeten tegenstand van
de Duitsers rukten de geallieer
den langzaam op. Van de fronten
in Oost-Europa en Italië kwamen
eveneens gunstige berichten.
Opperbevelhebber van het niet-
Russische deel van de geallieerde
macht in Europa was de Ameri
kaanse generaal Dwight D. Eisen
hower. Zijn naaste medewerker
was de opperbevelhebber van de
Britse krijgsmacht Bernard Law
Montgomery. Die kreeg de leiding
over de westvleugel van het geal
lieerde invasieleger en werd als
zodanig belast met de verovering
van West-Frankrijk, België, Neder
land en Noordwest-Duitsland.
Zijn troepen vormden een hete
rogene groep met onder meer
Britten, Canadezen, Polen, Noren
en Nederlanders. Het was het
tweede Canadese legerkorps van
luitenant-generaal C.C. Simonds
dat de opdracht kreeg om langs
de kust in noordelijke richting op
te trekken en de kustplaatsen te
veroveren. Dat was geen lichte op
gave, want Hitler had uitdrukkelijk
bevel gegeven om van de haven
steden forten te maken en die tot
de laatste man te verdedigen.
In het kader van ons onderwerp,
de bevrijding van Bergen op
Zoom, richten we onze aandacht
meer in het bijzonder op twee re
gimenten van het grote 2de Cana
dese leger, namelijk het South Al
berta Regiment (SAR) en het Lin
coln and Welland Regiment
(L&W). Het SAR staat ook bekend
als het 29ste Canadese gepant
serde verkenningsregiment. Het
opereerde met tanks en werkte
aan het front nauw samen met het
L&W, een infanterieregiment. Een
Canadees regiment of bataljon op
volle sterkte telde meestal zo'n
800 soldaten en stond onder lei
ding van een majoor of luitenant
kolonel. De naam van de twee ge
noemde regimenten verwijst naar
de streek in Canada waar de sol
daten vandaan kwamen. Alberta is
een provincie in het westen van
Canada en Lincoln en Welland
zijn twee steden in de buurt van
de Niagarawatervallen, niet ver
van de Canadese hoofdstad Ot
tawa. Beide regimenten bestonden
uit vrijwilligers. Het SAR vertrok
in 1942 naar Engeland, L&W
volgde in juli 1943. Dit laatste re
giment werd daar gekoppeld aan
de vierde Canadese pantserdivisie.
Bij het oprukken in vijandelijk ge
bied zouden de 'Sars' en 'Lines'
elkaar helpen. De tanks be
schermden de infanteristen bij het
inzetten van de aanval, terwijl de
infanteristen het terrein verken
den en speurden naar hinderla
gen langs de wegen waarover de
tanks voorttrokken. Waar de tanks
de ruimte kregen om snel door te
stoten, konden de infanteristen
plaatsnemen op de tanks. In juli
1944 waren SAR en L&W aan de
beurt om te worden overgezet
naar Normandië, waar de strijd
sinds 6 juni volop aan de gang
was. Het duurde niet lang of ook
de nieuwkomers maakten kennis
met de rauwe werkelijkheid van
een moderne oorlog.
Hitier bleef lang overtuigd dat de
landing in Normandie slechts de
voorloper was van de definitieve
invasie. Die verwachtte hij bij
Duinkerken en daarom hield hij
daar enige tijd een sterk leger ach
ter de hand. Het was verleidelijk
voor Montgomery om dit gecon
centreerde leger met een omtrek
kende beweging in te sluiten en
tot overgave te dwingen. Die opzet
mislukte. Ook op school nam de
spanning toe. We slaan er weer
even het Dagboek M. van Dieren
donk 1943-1946 op na. In de
nacht van 21/22 juni stortte een
vliegtuig brandend neer bij het
landgoed Meilust. Op 20 juli
pleegden Duitse officieren een
aanslag op Hitier. 'Helaas is hij
niet ernstig gedeerd', noteerde de
onderwijzeres. De volgende dag
zagen haar leerlingen een vlieg
tuig brandend omlaagkomen.
Twee bemanningsleden beland
den met hun parachute midden
in de stad, één in de Lievevrouwe
straat en één in de Van Dedem-
straat. Bewoners van grotere pan
den aan de Halsterseweg, Noord
en Zuidzijde Zoom en het Bol
werk ontvingen die dag bevel hun
huis af te staan aan Duitse offi
cieren.
Geallieerde troepen gaan aan land in Normandië op D-Day.
71