De Waterschans nr. 2-2006 Het Markiezenhof: reconstructie van de plattegrond van de verdieping omstreeks 1515. Arceringen geven de onderscheiden appartementen aan. Op enkele punten wijkt deze reconstructie af van de hiervoor afgedrukte plattegronden uit Bergen op Zoom Gebouwd en Beschouwd'. Er is een schouw in vertrek 3aomdat het ondenk baar is dat een woonvertrek niet verwarmd zou kunnen worden. Verder is er, precies zoals in de directe voorganger van het huidige Markiezenhof een verbinding tussen wat nu de Blauwe Zaal heet (nr. 2) en vertrek 3a. Tenslotte is de wenteltrap in de gang 5d zo getekend dat er plaats is voor een toegang naar de Blauwe zaal. Bestu dering van het restauratiearchief zal leren of deze aannames terecht zijn. (tekening Ilan Bos, mei 2006). ieder 20 Karolus guldens.42 Deze weelderige stoffering en meubilering geven een indruk van het rijke gebruik der hierna te on derscheiden appartementen. Een nieuwe hypothese Met de inzichten zoals beschreven in Deel I en mijn reactie op de be staande hypothese van Meischke vormen de drie bovenstaande be schouwingen bouwstenen voor een andere indeling van de woon vertrekken. Als basis hiervoor ga ik uit van suites van telkens twee ka mers, combinaties van een anti chambre en een chambre. Uitgaan van appartementen met drie ver trekken is niet realistisch: het Mar kiezenhof leent er zich architecto nisch niet voor en deze passen niet bij de status van de Van Glymesfa- milie. Zoals eerder beschreven ligt het ce remonieel onderscheid van de ver trekken in een tweekamer apparte ment vast (meer openbaar versus meer privé), maar het gebruik ervan zal uiteenlopen. Veel voorkomende functies voor de antichambe zijn: wachtvertrek voor hovelingen, func tionarissen en bezoekers, kantoor, slaapvertrek lijfpersoneel of andere hovelingen, opslag kleding. Func ties van de chctmbre zijn: slaapka mer, woonkamer, privé-eetvertrek, ontvangstkamer, eventueel ook op slag kleding. Uit de literatuur blijkt dat het in de alledaagse praktijk steeds om combinaties van functies ging. Dit zal ook in het Markiezen hof het geval zijn geweest. In de Zuidvleugel is een suite van twee kamers - gezien de oor spronkelijke architectonische op zet - vanzelfsprekend: zowel op de begane grond als op de verdie ping ligt bij de wenteltrap een an tichambre (4a) en aan de Steen- bergsestraat een chambre (4b).43 Van meet af aan beschikken deze suites over toiletten en na een ver bouwing in het tweede kwart van de zestiende eeuw ook over garde robes.44 54 In de tuinvleugel ligt het voor de hand om op de verdieping in de vertrekken 3b en 3d een apparte ment te situeren. Een groot ap partement omdat er ook een cabi net (3e) bij hoort. Ook hier is een toilet aanwezig. De chambre (3b) van deze suite beschikt over een rechtstreekse toegang tot een ora torium (privébalkon) in de kapel. Het cabinet verleent mogelijk toe gang tot de tuingalerij en daarmee tot de tuin. Het feit dat vertrek 3d betrekkelijk weinig ramen heeft staat de functie van antichambre en van verbinding tussen chambre en cabinet, toilet en tuin niet in de weg. Ik beargumenteer nog waarom dit hoogstwaarschijnlijk de vertrek ken van de vrouwe waren. Een klein appartement, eveneens met een eigen toilet en toegankelijk via de huidige Blauwe Zaal, situeer ik boven de hoofdingang en de portierswoning (7a en 7b). De be stemming van de vertrekken (5a en 5b) boven de huidige museum ingang is minder eenduidig. Moge lijk een appartement, doch er is geen toilet in de buurt, wellicht slaapkamers, of - wat waarschijn lijker is - cabinetten en/of garderobes. De Blauwe Zaal (2) en vertrek 3a, een ruimte met eveneens een di recte toegang tot het oratorium in de kapel en met een eigen toilet, vermeld ik niet zonder reden als laatste. Zowel de ligging op de ce remoniële toplocatie van dit stadspaleis - vooraan, boven en toegankelijk via de statietrap - als de omvang van de Blauwe Zaal maakt deze ruimten tot een bij zonder appartement: de woonver trekken van de heer. Hel hofcere monieel pleit voor deze toewij zing. Bezoekers van de heer arri veren - na ontvangst bij de portier aan de poort - via de Grote Bin nenplaats in de Grote Zaal, waar zij wachten op toestemming om via de statietrap naar boven te mogen. Daar worden zij in de Blauwe Zaal door de heer ontvan gen of hebben, een hele eer, een ontmoeting met hem in zijn chambre. Rondlummelende hove lingen, gasten, passanten en be zoekers verblijven afhankelijk van hun status in de Grote Zaal bene den of in de Blauwe Zaal. Func tionarissen begeven zich via deze vertrekken van en naar de por tierswoning, archiefruimte, Raad- en Rekenkamer en het bureau/- De Waterschans nr. 2-2006 woning van de hofmeester, die alle een plaats rond de Grote Bin nenplaats hebben. De omvang van de Blauwe Zaal is voor een doorsnee appartement ongebruikelijk, maar verklaarbaar vanuit de traditie op het Markie zenhof. Reeds in de veertiende en vijftiende-eeuwse voorgangers van het huidige gebouw had de heer boven de Grote Zaal en bo ven de daarnaast gelegen eetka mer eigen vertrekken.45 Bovendien konden hoge bezoekers zoals Ka- rel V, Maria van Hongarije, Filips II, Margaretha van Parma en an deren beschikken over een vol waardig driedelig appartement: antichambre (Grote Zaal beneden), grande vis (statietrap), chambre (Blauwe zaal), chambre de retrait (3a).46 De kapel van Broughton Castle, Oxfordshire, Engeland, gefotografeerd vanaf het balkon. Gezien de beschei den afmetingen en de aanwezigheid van een balkon is deze kapel goed vergelijkbaar met de kapel (3c) van het Markiezenhof. (Uit: Mark Girouard, Life in the English Country House, Londen 1978, pag. 57). In de hier vooronderstelde inde ling liggen de cliambres van de heer en de vrouwe rug aan rug en beschikken beide over een directe verbinding met elkaar en met de kapel. Voor een nieuw paleis als het Markiezenhof een logische in deling. Er is nog een argument dat pleit voor de hier geopperde indeling: de mogelijkheid van een vrouwenhof. Wanneer ook het ap partement op de verdieping van de Zuidvleugel tot het vrouwen hof wordt gerekend (bijvoorbeeld voor de oudste hofdame (een dame d'honneur), een (tijdelijk) in wonend vrouwelijk familielid of vrouwelijke gasten47) ontstaat er boven aan de bescheiden wentel trap aan de Kleine Binnenplaats ruimte voor een reeks vertrekken voor vrouwen. Volstrekt conform de ceremoniële criteria van die tijd: uit de loop, achteraan, boven en bereikbaar via een eigen op gang. Een opgang die bovendien naar een ruime zolderverdieping leidt, waar eventueel kleine kinde ren met hun verzorgsters en/of le den van het gevolg met mogelijk ook hun kameniers onderdak vin den. Dit inclusief garderobes. De indeling van de vertrekken op de begane grond van de Tuinvleu gel kwam hier nog niet ter sprake. Het ligt voor de hand om in na volging van Meischke de functie eetzaal voor vertrek 3a te reserve ren. Het nieuwe Markiezenhof zal zeker zo een vertrek hebben ge had en de situering is logisch, ge zien de rechtstreekse toegang via de Grote Zaal en de nabijheid van keuken en boutellerie,48 Boven dien, in de voorganger van het Markiezenhof was daar ook al een eetzaal. Het daaropvolgend ver trek (3b) zal een woonfunctie voor een man hebben gehad: de 'slaep- camer' waarover de rentmeesters rekening van 1523/24 spreekt.49 Een prominent gelegen vertrek, mogelijk voor de hofkapelaan. De derde ruimte (3d) was gezien de gevonden funderingsresten en de situering (aan de Kleine Binnen plaats en bij de trap naar het vooronderstelde vrouwenhof) hoogstwaarschijnlijk een badver trek.50 Intrigerend Met deze nieuwe hypothese zijn zeker niet alle vragen over de in deling van de woonvleugels be antwoord. Intrigerend bijvoor beeld is de ceremoniële functie van de galerij aan de Kleine Bin nenplaats, die de Blauwe Zaal met het appartement in de Zuidvleugel verbindt. Een appartement dat al was verbeterd met de bouw van een garderobe (4c en 4d).51 Meischke neemt aan dat deze galerij om streeks 1540 is gebouwd ter verbe tering van het woongerief in de zuidvleugel.52 Hier dient men zich af te vragen of naast overwegingen van comfort een verandering van functie en daarmee van het cere monieel belang van de twee bo venvertrekken in de Zuidvleugel ook een rol spelen. Ik veronder stel dat de bouw van de galerij sa menhangt met de omkering van de ceremoniële volgorde van anti chambre en chambre. Er zijn bij de verbouwing immers niet alleen ramen verplaatst, maar ook nieuwe toegangen gemaakt. Heeft er onder de bewoners een her schikking van appartementen plaatsgevonden? Hiervoor dienen zich twee momenten aan. Het hu welijk van Antoon met Jacoba van Croy omstreeks 1523 en dat van Jan IV met Maria van Lannoy in augustus 1545. In het huwelijks contract worden aan Maria o.a. ei gen kamers, garderobe en kasten toegezegd.53 In beide gevallen is er sprake van twee generaties on der één dak: respectievelijk een vader, Jan III, en een moeder, Ja coba van Croy, die op het mo ment van het trouwen van hun kinderen de scepter nog zwaaien. Een herschikking en verbouwing ligt dan voor de hand. Intrigerend is ook het dochters kwartier. Meischke situeert dit in de gang en de ruimten boven de huidige publieksingang (5a, 5b en 5d).54 Na het derde kwart van de zestiende eeuw spreken de reke ningen over "de galerie bij de doch- terssalette" en dochterscamere (1577/78), "dochterscamer" (1612), "de dochterscamere" (1613), "doch- tersquartier" (1616).55 Van Ham vertaalt dochterscamere met dienst bodekamer.56 Als de vertaling juist is dan past de situering van deze kamer(s) op deze plaats niet in het beeld van die tijd. Kameniers, want daar gaat het over,57 sliepen in het appartement van de vrouwe of op de zolder erboven. Indien de vertaling niet juist is - wat ik ver- 55

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 8