De Waterschans nr. 4-2006 die positie kunnen verdringen.94 Zelfs op het gebied van de (sub tiele) symboliek zoals we die te rugvinden in wapens en zegels vonden deze culturele ontwikke lingen een neerslag. In haar te- genzegel voerde de jonge stad Geertruidenberg de adelaar, die we ook in de zegels van graaf Willem en -iets eerder- van Hendrik van Brabant hebben aangetroffen.95 De vroegere rijksarchivaris Smit hield deze adelaar voor een partijteken, evenals de leeuw. Daarmee is meteen verklaard, waarom de drie landsheren van de historisch sterk verweven gewesten Bra bant, Holland en Vlaanderen dit edele dier in hun wapenschilden voerden.96 De Geertruidenbergse verering van de heilige uit Nijvel nam in het vroegere graafschap Holland wel een uitzonderlijke plaats in. Alleen te Spaarnwoude in Noord-Holland bestond in de middeleeuwen ook een pa rochiekerk onder haar patroon schap.97 Het aantal parochies on der bescherming van de Nijvelse heilige was er dus dun gezaaid. Overigens heeft Den Hartog problemen met de toenmalige grenzen en de grensveranderin- gen van het graafschap Holland. Zij bespreekt de kerk van Geer truidenberg vrij uitvoerig, maar rekent deze verder niet tot de 'Hollandse' kerken; wellicht zit de tegenwoordige indeling van de gemeente bij de provincie Noord-Brabant haar dwars. Dat geldt dan weer niet voor de ker ken in het land van Heusden en Altena, die thans eveneens Noord-Brabants zijn, tenminste ze staan aangegeven op het over zichtskaartje van Holland in haar boek. De daarin opgenomen lijst van patrocinia rekent Spaarn woude wél maar Geertruiden berg niet tot de Gertrudisker- ken. Overigens maken ook de kerken in het land van Heusden en Altena geen deel uit van deze lijst.98 Maar ook in Holland waren kloosters aan haar gewijd, zoals bijvoorbeeld te Amsterdam en te Hoorn. In Zeeland, waar een aantal van de oudste parochiekerken (thans voor het merendeel protestants) haar naam droeg, kwam de Gertrudisverering veel pregnan ter naar voren.99 Verderop, in Friesland, was de kerk van Wor- kum aan haar toegewijd. Als één van de mogelijke stichters wordt een Friese gravin Gertrudis (circa 1000) genoemd. Maar de verering in die landstreek wordt ook in verband gebracht met het reispatronaat van de heilige. Bo vendien is er nog de optie dat het bisdom Utrecht, waar Friesland onder ressorteerde, op de toewij ding van invloed kan zijn ge weest. In elk geval bestaat daar een Gertrudiskerk (Geertekerk) die tot de oudste parochiekerken van de stad behoort.100 Plaatsen van verering en legendevorming Talrijk waren de plaatsen van verering van Gertrudis. Zowel te Nijvel zelf, in het kloosterdomein dichtbij en ver van de abdij als in een bijzonder uitgestrekt gebied daarbuiten vond deze reeds vroeg plaats. Een en ander is uit eengezet in de vorige aflevering van dit artikel. Madou gaat op deze ontwikkelingen uitvoerig in.101 In deze paragraaf wordt ter vergelijking met de verering en legendevorming in deze streek die in enige andere plaatsen bui ten Nijvel nader samengevat. Het verst van Nijvel verwijderd ligt Karlburg, aan de rivier de Main in het Beierse Franken land. Het klooster aldaar was op koninklijk domein gesticht en werd door Karloman in 742 aan het bisdom Würzburg geschon ken. In de bisschopsstad ont stond ongeveer een eeuw later de levensbeschrijving Passio van Sint Killiaan. Gertrudis zou naar Karlburg zijn gevlucht en daar ter ere van de Maagd Maria een klooster gesticht hebben. Als concurrent ging de abdij aldaar in het nabij gelegen Neustadt op treden. Die zou eveneens door Gertrudis, hier beschouwd als een zuster van Karei de Grote (een gegeven dat berust op een verwisseling van personen bin nen de genealogie van de ko ninklijke familie), op diens aan raden zijn gesticht. Een en ander paste perfect binnen de Karolin gische traditie die in de land streek bestond. De lijfelijke aan wezigheid van de heilige kreeg een 'bewijsstuk' in de vorm van haar zogenaamde mantel, die men er vereerde.102 In Franken land wordt ook de reden voor haar verblijf buiten Nijvel gege ven: de vlucht voor een onge wenste huwelijkskandidaat die haar door haar vader Pippijn I opgedrongen werd. Pas toen zij de dood van haar pretendent ver nam keerde zij naar Nijvel terug. Gertrudis hadden de gelovigen in Frankenland zich zozeer toegeëi gend. dat de benaming Franki sche Gertrud gebezigd werd.103 Hiervoor is reeds Landen ge noemd als een plaats, waar men onder invloed van de Karolingi sche traditie in Brabant het do mein van Pippijn I en zijn dochter plaatste. De wetenschappelijke houdbaarheid van deze traditie is echter niet onbetwist.104 De resultaten van opgravingen aldaar geven een uiteenlopend beeld te zien. De site die als Ou- derstad wordt aangeduid, omvat twee zogenaamde 'mottes' (een motte is een door een gracht van zijn omgeving gescheiden, geheel of gedeeltelijk kunstmatig aan geaarde heuvel) waartussen het terrein van de verdwenen Ger trudiskerk, ter plaatse ook bekend als Sinte-Gitter. Beide mottes da teren uit de dertiende eeuw. De eerste motte noemt men wel 'de tombe van Pepijn' die er zoge naamd zijn residentie had en er begraven werd. De andere motte staat bekend als de Hunsberg. Onder eerstgenoemde motte is een ringwalversterking aange troffen die vermoedelijk uit het derde kwart van de twaalfde eeuw dateert. De oudste opge graven parochiekerk, die als zo danig nog in de eerste helft van de zestiende eeuw functioneer de, zou uit de achtste eeuw stam men.105 De parochiekerk te 'Oud- Landen' op bijna twee kilometer afstand van de door Hendrik I circa 1200 gestichte stad is nog aangegeven op de plattegrond van Landen en omgeving door Jacob van Deventer (circa 1560?).106 De heilige zou er geboren zijn, maar haar oudste levensbeschrij ving Via prima vermeldt dit ge- 148 De Waterschans nr. 4-2006 geven niet. De traditie bestond al in 1595. Een variant van de veel oudere, zogenaamde ridderle gende (de redding door Gertru dis van deze krijger die zijn ziel aan de duivel verkocht heeft) wordt te Landen geplaatst en ge dateerd op 1482. Maar ook an dere plaatsen kwamen hiervoor in aanmerking. Landen was in de middeleeuwen een druk bezocht bedevaartsoord. Hoofdzakelijk vonden er genezingen van krank zinnigen en bezetenen plaats.107 De legenden van beide West-Bra bantse plaatsen kunnen van het verhaal over Karlburg zijn afge leid.108 Je kunt de gang van zaken te Karlburg misschien vergelijken met die te Prinsenbeek. Dat is echter een laat voorbeeld voor een dergelijke gang van zaken. Als plaatsen voor het verblijf van de heilige in het noordwesten van Brabant komen Bergen op Zoom en Geertruidenberg in aanmerking. De wetenschap dat zij niet als eersten de eer genoten de plaats te zijn geweest, waar de heilige zou hebben rondgewan deld, kan de scepsis alleen maar in de hand werken.109 Een ver blijf van de heilige in onze streek kent slechts in één 'oude' tekst een schriftelijke vermelding; de zo juist besproken valse stich tingsoorkonde van de abdij van Thorn. Dat deze in beide plaat sen gesitueerd wordt, moet toch te denken geven.110 De inwoners van Bergen op Zoom, vermoedelijk al in de der tiende beschouwd als centrum van het erfgoed van Gertrudis in deze streek moeten reeds toen (of iets eerder) met haar vere ring in aanraking zijn geweest. Het lijkt mij op grond van de ex pansie van het hertogdom Bra bant en de daarmee gepaard gaande verspreiding van de Gertrudisverering aantrekkelijk het ontstaan van de interpolatie in de oorkonde van keizer Otto uit 966 te stellen tussen 1200- 1235 en 1241, zonder het moge lijke bestaan uit te sluiten van eerdere, niet meer terug te vin den schriftelijke gegevens. De Gertrudisverering te Bergen op Zoom kan dus waarschijnlijk bo gen op een ouder verleden dan de vijftiende eeuw. De heilige nam daar als vanzelf sprekend als kerkpatrones een plaats van betekenis in, maar er waren andere vereringen die door grote groepen stadsbewo ners gekoesterd werden: bijvoor beeld de verering van het Heilig Kruis, met een jaarlijkse omme gang ter ere van de heilige maagd 149 12. Standbeeldje van Sint Gertrudis aan de Elfhuizen nabij de Markt te Geer truidenbergvervaardigd door de kunstenaar Willem Nagtzaam te Breda. 1992. De beeltenis staat in een bootje, om aan te geven dat de heilige beschouwd werd als patrones van de reizenden. In dit geval de zeevarenden. Aangeboden aan de gemeente Geertruidenberg door de scheepsbouwer Nederlof. Gegevens V.V.V.-agentschap Geertruidenberg. Foto Han Bos, Bergen op Zoom 2006.

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 13