De Waterschans nr. 4-2006 De Waterschans nr. 4-2006 2. Eens lag er op het eind van de Van Overstratenlaan een fraaie brug over De Zoom. De Duitsers lieten er dit van over. Er kwam een smal voetgangersbrug getje voor in de plaats. Dat moest weer wijken voor een stevige brug dichter bij de Zandstraat voor fietsers en voetgangers. Foto: EICM Historisch Centrum het Markiezenhof). OD, de BS en het gemeentebe stuur. Tot de taken van het MG hoorde onder meer het vervan gen van de tijdens de bezetting benoemde functionarissen. Zo moest burgemeester H.A.F. Lijn- karnp zijn ambt weer teruggeven aan zijn voorganger P.A.F. Blom, hoewel hem niets te verwijten viel. Al gauw bleek het werk te zwaar voor Blom, reden voor het MG om hem te vervangen door ir. FI.B.J. Witte. Het MG moest onder meer zorgen voor de op vang van kinderen van NSB-ers en andere geïnterneerde delin quenten. In Zeeland, Brabant en Limburg telde men ongeveer 25.000 van die kinderen. Waar die zo snel onder te brengen? In Bergen op Zoom huurde het MG de huizen Lievenshove, Lievens- berg (beide aan de Balsedreef), Meilust (op het terrein van de Lambertijnenhof), Boslust (Mo- lenzichtweg) en de jeugdherberg Klavervelden (hoek Klavervel- denweg-Balsedreef). Er man keerde heel wat aan die onder komens. Er was gebrek aan alles. De Nederlandse regering had kennelijk niet gedacht aan dit probleem. Van het personeel in de opvanghuizen, overwegend dames, werd veel gevergd. Al im proviserend verzorgden zij de hun toevertrouwde pupillen zo goed mogelijk. De oudere kinde ren hielpen hen daarbij. Meer dere geïnterneerde ouders kwa men al betrekkelijk gauw vrij en werden dan met hun kroost her enigd. Het ene opvangtehuis na het andere kon daardoor worden afgestoten. In Bergen op Zoom was na enkele jaren alleen Lie venshove nog in gebruik. Tussen 1 januari 1946 en 1 augustus 1946 verlieten 75 pupillen Lievens hove. Er is toen overwogen om het pand af te breken en op het terrein een nieuw onderkomen te bouwen voor kinderen die door de rechter uit huis waren geplaatst. De gemeente had ech ter het terrein nodig voor een ziekenhuis, hel latere Lievens- berg. Lievenshove verhuisde daarom naar Oosterhout, waar het uitgroeide tot een modern in ternaat met een eigen school voor moeilijk opvoedbare kinde ren. De terugkeer van de minis ters uit Londen luidde het einde in van het MG. In maart 1946 is het opgeheven. 2. Een politieke doorbraak? Tijdens de bezettingsjaren was er al heel wat overleg gepleegd over de vraag: moeten we terug naar de jaren dertig? Met name in de kringen van het verzet, de illegale pers en in de gijzelaars kampen was het een veel bespro ken thema. Waren de confessio nele partijen geen vreemd element in het politieke bestel? En was de verzuiling van vóór '40 zo ideaal? Het gezamenlijk verzet had de politieke partijen dichter bij elkaar gebracht. De SDAP hoopte als Partij van de Arbeid (PvdA) alle gematigd progressieven bijeen te brengen in één partij, ook die van katho lieke, protestantse en vrijzinnig- liberale huize. De Nederlandse bisschoppen spoorden evenwel hun gelovigen aan om op de KVP (Katholieke Volks Partij), opvolgster van de RKSP, te stem men. Mede daardoor mislukte de doorbraak. Dat bleek duidelijk bij de verkiezingen van 1946. Van de 100 zetels behaalde de KVP er 32, de PvdA 29, de ARP 13, de CPN 10, de CHU 8, de Partij van de Vrijheid 6 (kort daarna Partij Voor Vrijheid en Democratie of VVD genoemd) en de SGP (Staatkundig Gereformeerde Partij) 2. De confessionele par tijen bleken nog springlevend. De verzuiling van vóór '40 kwam nagenoeg ongeschonden terug. Scholen, vakbonden, jeugdver enigingen, sportclubs, bibliothe ken, harmonieën en andere ver enigingen en stichtingen vonden weer hun eigen zuil. Van een echte doorbraak was geen sprake. De problemen waar de Nederlandse regering na de oorlog mee te ma ken kreeg, waren de wederop bouw, het herstel van de wel vaart, de dekolonisatie van de Nederlandse gebieden in Oost en West, de sociale zorg en wat de buitenlandse politiek betreft de Koude Oorlog. In Bergen op Zoom moest eveneens heel wat hersteld worden. De Duitsers hadden vóór hun aftocht veel vernield zoals de bruggen over de Zoom, kerktorens, kademu ren, spoorlijnen enzovoort. De beschietingen gedurende de strijd om de stad en de Vliegende bommen daarna hadden even eens vernielingen aangericht. Volgens een rapport van de ge meente uit 1947 waren er in de stad 88 panden totaal verwoest, 268 zwaar beschadigd en 3434 licht. Heel wat scholen, bedrijven en openbare gebouwen worstel den met schade of ernstig ach terstallig onderhoud. Uit de spi ritusfabriek waren de machines weggesleept en voorraden ver dwenen. Spoorrails lagen er niet meer en de haven was onbruik baar. Om het grote tekort aan woonruimte te verminderen liet 1 6 O het gemeentebestuur noodwo ningen bouwen, de zogenaamde Maycretewoningen. Op het ter rein lussen de Prinses-Beatrix- laan en de Borgvlietsedreef kwa men veertig van die eenvoudige, rechthoekige huizen te staan, zonder verdieping en met een schuin dak van golfplaten. Ze waren twee aan twee gekoppeld en hadden een tuintje voor en achter. Ze zouden vijftien jaar mee moeten gaan. In 1983 ston den ze er echter nog en dat tot tevredenheid van menige bewo ner. De lage huur droeg daar ze ker toe bij. De gemeente heeft er toen wat laten opknappen. Ook op andere plaatsen in de stad zag men jarenlang Maycretewonin gen. De spoorbaan werd snel hersteld en zo was het al in 1945 mogelijk om met de trein te rei zen, zelfs naar Amsterdam, maar dan wel via Nijmegen. De om weg was nodig omdat de bruggen over de grote rivieren waren op geblazen. Liften was in die dagen de meest gebruikelijke manier van reizen. 3. De stad breidt uit De woningnood in Nederland zou in de twintigste eeuw niet worden opgelost. De vele ver woeste huizen, de uitgestelde hu welijken, de terugkerende over levenden uit de Duitse en Japanse kampen, het waren alle maal factoren die de vraag naar woningen vergrootten. In de ja ren zestig en daarna kwamen daar nog bij: het groeiend aantal echtscheidingen, het effect van de naoorlogse geboortegolf, de uit het buitenland aangetrokken werkkrachten en de vraag naar grotere en fraaiere woningen. In 4. De eerste uitbreiding. Foto uit 1960 van de Jan Dercksstraat in de Blokken doos Foto uit het boek van Cees Vanwesenbeeck en Gunst van Dijck Bergen op Zoom 100 jaar in kleur en beeld. 1949 stelde Bergen op Zoom het uitbreidingsplan-Oost vast. Veel mogelijkheden tot uitbreiding had de stad toen niet. In noorde lijke richting lag de gemeente Halsteren in de weg. Ten westen van de stad stroomt de Ooster- schelde en ligt de Geertruidapol- der. In het zuiden stuit je op de Augustapolder. Die kleipolders liet men liever met rust vanwege de grotere vruchtbaarheid en de hogere bouwkosten op zo'n zachte ondergrond. En dus viel de keuze op de zandgrond van Bergen-Oost. Niet minder dan 24 tuinders verloren hun bedrijf. Het was een eerste aanslag op de aspergevelden. De gemeente trok knappe architecten aan zoals G. Holt, J. Bedaux en F. Rampart voor het schetsen van de uitbrei- 3. De geitjes langs De Boulevard aan de Binnenschelde. Het is een kunstwerk van Joseph Semah uit Amsterdam. Op de achtergrond het zwembad De Schelp. Foto van Wim Edens in het boekje Tien jaar Bergse Plaat op blz. 116. dingsplannen. In de jaren vijftig verrezen de eerste naoorlogse woningcomplexen aan de Wa rande (de 'Blokkendoos'), de Zeekant en het gebied ten zui den van de Wouwsestraatweg. Meerdere uitbreidingen volgden. Agrarische gebieden gingen in de jaren zestig en zeventig verlo ren aan de wijk Meilust met de Muziekbuurt en De Moerkens. Later volgden Tuinwijk en Noordgeest. Het laatste grote project van de twintigste eeuw, de Plaat, werd uitgevoerd langs de Binnenschelde en aan het Mar- kiezaatsmeer. Langs de eerst genoemde plas is een boulevard aangelegd. Volgens een recente opgave wonen er nu op de Plaat ruim 8000 mensen. 4. Over kerken, scholen en een ziekenhuis Nieuwe wijken vragen om voor zieningen zoals kerken, scholen, winkelcentra, wijkhuizen, sport- ruimten, kinderspeeltuinen en zovoort. Eerder vermeldden we al het nieuwe ziekenhuis Lie- vensberg. Jarenlang touwtrekken tussen verschillende partijen om het bestuur over het ziekenhuis en de identiteit ervan was eraan voorafgegaan. Het ABG werd bestuurd door een college van regenten, benoemd door de ge meenteraad. In dat college waren ook de protestanten vertegen- 1 61

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 19