De Waterschans nr. 4-2006
Het Algemeen Burger Gasthuis in de Van Dedemstraat, gebouwd in 1882. Bij
een verbouwing kwam de hoofdingang aan de Zuid-Oostsingel. Foto dateert
van omstreeks 1928. Foto uit de Verzameling ABG.
woordigd. De dagelijkse leiding
was onder de oorlog in handen
van de geneesheer-directeur Th.
Franken, een internist. Uit de
rapporten van verschillende on
derzoekcommissies komt hij
naar voren als een bekwaam in
ternist, maar met weinig leiding
gevende kwaliteiten. Herhaalde
lijk botste hij met de zusters en
de regenten. Hij klaagde over de
tegenwerking van de zusters, de
kwaliteit van hun werk en het
niet meer bij de tijd zijn van de
operatiekamer. Het ABG zou
daardoor zijn goede naam als
ziekenhuis hebben verloren. In
september 1945 nam hij ontslag.
Het verplegend personeel be
stond toen nog grotendeels uit
zusters Franciscanessen van Ber
gen op Zoom. Het congregatie-
bestuur wilde het conflict oplos
sen door het ABG in eigendom
over te nemen. Dat ging niet
door. Men vond dat de congrega
tie onvoldoende deskundigheid
in huis had om een ziekenhuis te
beheren. De bouw van een nieuw
ziekenhuis is daarna vertraagd
doordat de belanghebbenden zo
als de zusters, de protestantse
kerkenraden van Bergen op
Zoom en het eiland Tholen, het
bisdom, de gemeente, de provin
cie en natuurlijk ook Den Haag
het niet eens konden worden.
Het nieuwe ziekenhuis moest en
zou een katholiek ziekenhuis zijn
onder de naam Sint-Elisabeth.
Het ABG was algemeen, althans
in naam. In het regentencollege
zaten steeds twee protestanten,
maar daar bleef het bij. In feite
functioneerde het als een katho
lieke instelling met katholiek
personeel en met kruisbeelden
en afbeeldingen van heiligen op
de zalen. Twee ziekenhuizen dan
in de stad? Dat wilde de regering
niet. Na veel vergaderingen en
besprekingen kwam men tot een
compromis. Zo ontstond uitein
delijk het ziekenhuis Lievens-
berg als een afscheiding van het
Algemeen Burger Gasthuis
(ABG). Het katholieke stempel
zou door het voortschrijdende
secularisatieproces (zie para
graaf zeven) voor geen enkele
groepering nog een belemmering
blijken. Het ABG behield de
functie van algemeen verpleeg
huis, aanvankelijk voor 180 pa
tiënten. Op 28 juni 1968 verhuis
den dan eindelijk 193 patiënten
met hun bed van de Van Dedem
straat naar het Boerhaaveplein.
Zeventien patiënten bleven die
dag achter in het ABG. Dat aan
tal zou snel groeien. De uitbrei
dingen van de in hoofdzaak nog
katholieke stad leidden voorts
tot het stichten van nieuwe pa
rochies. Lange tijd waren twee
kerken voor de stad voldoende
geweest, de Heilige Maagd Ma
ria op de Grote Markt (thans
schouwburg) en de Antonius Abt
in Nieuw Borgvliet. De twintig
ste eeuw zou daar zes kerkge
bouwen aan toevoegen, drie vóór
de oorlog en vier erna. Van vóór
1940 dateren de parochies St. Jo
zef (1903), Martelaren van Gor-
kum (1907), en Onze Lieve
Vrouw van Lourdes (1918).
Door de stadsuitbreiding kwa
men daar nog bij: de Heilig-Hart-
parochie met een kerk aan het
Piusplein, de Sint-Pauluspa-
rochie met een noodkerk aan de
Zeekant (1961), de parochie van
de Goddelijke Voorzienigheid
met een kerkgebouw aan de Van
Heelulaan (1964) en de Ern-
mauskerk aan de Korenberg als
hulpkerk voor de parochie in het
centrum. In diezelfde eeuw zou
den er echter vier kerken aan de
eredienst worden onttrokken, te
weten de Jozef-, de Martelaren-,
de Paulus- en de Antoniuskerk.
De eerste twee zijn afgebroken,
respectievelijk in 1971 en 1987.
Waar de Jozef stond, ligt nu een
parkeerterrein. Alleen een groot
Heilig-Hartbeeld herinnert aan
het kerkgebouw. De Martelaren-
kerk maakte plaats voor appar
tementen. De Paulusparochie,
een afsplitsing van de Lourdes-
parochie, is in 1970 weer her
enigd. De hulpkerk is toen afge
broken. De na de oorlog weer
opgebouwde kerk van Nieuw
Borgvliet is nu een wijkcentrum.
De sterke afname van het aantal
kerkbezoekers betekent voor de
kerkbesturen een gevoelige fi
nanciële aderlating. De onder
houdskosten zijn moeilijk op te
brengen. Het bedienen van de
vele kerken wordt eveneens een
nijpend vraagstuk vanwege het
tekort aan priesters. De gerefor
meerden betrokken in 1928 een
nieuw kerkgebouw aan het Bol-
werk-Zuid, thans bekend als de
'Ontmoetingskerk', voor zowel
hervormden als gereformeerden.
Ook de katholieken zijn er wel
kom. De Evangelisch-Lutherse
gemeente betrok een nieuw ge
bouw in de Faurestraat. De afne
mende belangstelling voor gods
dienst en kerk bracht de
gelovigen niet alleen op het poli
tieke vlak dichter bij elkaar,
denk aan het CDA, maar ook op
kerkelijk terrein. De oecumene
heeft de onderlinge verhoudin
gen verbeterd. Mede daardoor
kregen de katholieken de oude
Sint-Gertrudiskerk terug, toen
onder leiding van architect Onno
Greiner hun gebedshuis op de
162
De Waterschans nr. 4-2006
Grote Markt werd verbouwd tot
de stadsschouwburg De Maagd.
De naam verwijst naar een oude
bijnaam voor Bergen op Zoom.
In het verleden stond de stad be
kend als 'La Pucelle', de Maagd,
omdat het eeuwenlang geen en
kele vijand lukte om de stad in te
nemen. Aan die erenaam kwam
een einde in 1747, toen de Fran
sen Bergen op Zoom na een be
leg van enkele maanden stor
menderhand veroverden. Een
uitbreiding van geheel andere
aard mag niet onvermeld blijven,
namelijk de gemeentelijke herin
deling van 1997. Daarbij zijn de
dorpen Halsteren en Lepelstraat
en de buurtschappen Kladde,
Klutsdorp en Heimolen bij Ber
gen op Zoom gevoegd. Het was
een ingrijpende gebeurtenis die
overigens weinig verzet opriep.
De gemeente telt thans ruim
65.000 inwoners.
5. Veranderingen in de 'oude' stad
Niet alleen uitbreidingen hebben
Bergen op Zoom een ander aan
zien gegeven, de binnenstad ver
anderde al evenzeer. Vroom en
Dreesman bouwde een groot
pand tussen de Van de Rijtstraat
en de Arnoldus Asselbergsstraat
en bedekte zo de verwoestingen
die de V-l van 25 februari 1945
had aangericht. Een nieuw poli
tiebureau vulde het gat in de
Burgemeester Van Hasseltstraat,
geslagen door een V-l op 1 maart
1945. Nadat de politie nog een
keer een nieuw pand had betrok
ken (Jacob Obrechtlaan 9), was
er plaats voor de BRTO (Bergse
Radio en Televisie Omroep) in
het vrijgekomen gebouw aan de
Van Hasseltstraat. Bergen op
Zoom maakte verder kennis met
hoogbouw. De eerste flats, vier
hoog en nog zonder lift, kwamen
aan de Noordsingel te staan, te
genover het Pielekeswater. De
Lucernaflat, een 'wolkenkrab
ber' voor kantoren, reikte heel
wat hoger, te hoog zelfs, want het
bleek niet mogelijk om vol
doende gegadigden aan te trek
ken. Hij stond op de hoek Sint-
Josephplein en de Burgemeester
Van Hasseltstraat. In 2005 is de
kolos gesloopt. Een landelijk
verschijnsel na de oorlog was het
wegtrekken van de bewoners van
de binnensteden naar de nieuwe
wijken. Een van de gevolgen van
die uittocht was het leeglopen
van de scholen voor kleuter- en
lager onderwijs in de oude stads
kern. De ene school na de andere
moest haar poorten voor goed
sluiten, een proces dat nog werd
versneld door het afnemend kin
dertal per gezin. In Bergen op
Zoom trof dat lot vooral de ka
tholieke scholen. Elke parochie
in de oude kern had haar eigen
lagere scholen, aparte scholen
voor jongens en meisjes. In Ber
gen op Zoom waren die jongens
scholen in handen van de Broe
ders van Huijbergen. De kleuter
en meisjesscholen werden door
zusters geleid. Het afbreken of
verbouwen van de scholen met
de aangrenzende kloosters ver
anderde uiteraard weer menig
straatbeeld. De meestal verou
derde gebouwen maakten plaats
voor appartementen, niet alleen
omdat daar vraag naar was, maar
ook om het centrum niet te laten
veranderen in één groot zaken-,
kantoren- en uitgaanscentrum.
Na de oorlog werd doorleren een
normaal verschijnsel. Het voort
gezet onderwijs ging een bloei
tijd tegemoet. Dat vereiste zowel
nieuwe scholen als uitbreiding
van de bestaande. Het onderwijs
beleid van de regering leidde op
den duur tot de introductie van
grote schoolgemeenschappen als
't Rijks, Moller, Roncalli en het
Regionaal Onderwijs Centrum
(ROC) met het Markiezaat Col
lege en het Markiezaat Contract.
Het opheffen van de diverse ka
zernes veranderde eveneens het
stadsbeeld. De Oranje-Nassau-
kazerne werd gesloopt en de Ko
renmarkt bood tijdelijk ruimte
aan een supermarkt met parkeer
ruimte. Thans wacht het plein op
een andere invulling. In de Wilhel-
minakazerne vestigde zich het
Centrum voor de Kunsten met on
der meer de Muziekschool. Het
archief van de gemeente ver
huisde van het St.-Annastraatje
naar de Blokstallen. Eens ston
den daar de paarden van de ca-
vallerie. Het Gemeentelijk Ar
chief Bergen op Zoom groeide
uit tot een Regionaal Historisch
Centrum en zal een plaats krij-
6. Wat verloren ging, ivös onder meer
Thalia, gebouwd kort na 1880 als
concertzaal, café en restaurant en als
clubgebouw voor de Bergse sociëteit.
Jarenlang was Thalia het cultureel en
sociaal centrum van de stad. Hier
beleefde Anton van Duinkerken zijn
eerste carnaval. Die ervaring inspi
reerde hem tot het schrijven van zijn
boekje De verdediging van carnaval
(Utrecht 1928). Het gebouw stond
op het Thaliaplein; gesloopt in 1963.
Foto HCM.