Reactie naar aanleiding van Geschiedenis van Bergen op Zoom door Gus Huijbrects in Waterschans 3-2006 Jaarexcursie Geschiedkundige Kring 2 OO 6 Eugenie Daniels-Klep De Waterschans nr. 4-2006 De Waterschans nr. 4-2006 Van Spijkenisse over het water naar hartje Rotterdam 168 Misschien niet direct de reis van je leven maar toch. 169 Geachte redactie. Er is in de loop der jaren al een behoorlijk aantal boeken en arti kelen geschreven over de bevrij ding van westelijk Noord-Bra bant in het algemeen en Bergen op Zoom in het bijzonder, boe ken en artikelen variërend van - soms diepgaande militaire - stu die-werken tot sterk persoon lijke getinte herinneringen. Nu de geschiedschrijving van Ber gen op Zoom door drs C. Huij- bregts in de Waterschans ook aan de bevrijding in oktober 1944 is toegekomen en onze Canadese bevrijders weer worden ge noemd, is bij mij een herinnering aan een bijzondere ervaring weer boven gekomen. Ik wil u die niet onthouden al was het al leen maar om kenbaar te maken dat bovengenoemde verhalen aan het denken zetten. Als inleiding moet ik kort be schrijven hoe het tot die bijzon dere ervaring is kunnen komen. Opgekomen voor militaire dienst in oktober 1957, ben ik opgeleid aan de SROA in Breda tot re serve officier der Artillerie. Na mijn diensttijd - eerste oefening zoals dat zo fraai werd genoemd - ben ik actief gebleven als re serve officier zowel bij mijn Wa pen der Artillerie als bij een aan tal andere activiteiten en dan speciaal voor reserve officieren. Een van die activiteiten was de CIOR Militaire Competitie, een militaire vijfkamp voor reserve officieren uit de NAVO lidstaten. Na een aantal jaren actieve deel name in de Nederlandse ploeg ben ik in de ploegleiding beland, eerst enkele jaren als team cap tain en daarna als delegation leader, delegatieleider dus. De meeste delegatieleiders waren ook lid van de commissie die de reglementen voor de wedstrijden opstelde en aanpaste en de uitvoe ring van de wedstrijden bewaakte en die in dat kader ook in de win terperiode in Brussel voor een vergadering bijeen kwam. Uit die contacten en die samenwerking ontstonden vriendschapsbanden die er onder andere toe leidden dat wij tijdens de wedstrijdweek trouw de dag besloten met een bijeenkomst met de delegatielei ders om het verloop van de dag nog eens informeel door te ne men, maar dan wel onder het ge not van een drankje. Een van de vaste leveranciers van die drankjes was onze Canadese collega kolonel Tony Horwood, die voor de verzorging daarvan steevast de Canadese ambassade in het organiserende land inscha kelde. Tony was in het dagelijkse leven decaan aan een groot col lege in Canada, maar de logistiek was hem ook op het lijf geschre ven. In het jaar 1987 toen de wedstrij den in Denemarken werden ge houden in een redelijk afgelegen legerkamp en we als gewoonlijk op een avond weer bij elkaar za ten, zei ik gekscherend met een glas Canadese whisky in de hand tegen Tony dat ik hem eigenlijk dubbel dankbaar moest zijn want allereerst zat ik aan de Canadese whisky en die whisky kwam ook nog van iemand wiens Canadese landgenoten mij destijds hadden bevrijd. Tony vroeg waar ik dan wel vandaan kwam in Nederland waarop ik antwoordde: "Uit Ber gen op Zoom." Tony was even stil en zei toen: "Daar is voor mij de oorlog geëindigd." De rest van het gezelschap was door ons gesprek zo nieuwsgierig geworden dat Tony zijn opmer king nader moest verklaren. Voor hij daaraan begon trok Tony zijn shirt over zijn hoofd en liet ons zijn rug zien. Die zat vol met zwarte puntjes en kleine litte kens. Daarna vertelde hij dat hij in de oorlog vrijwillig had dienst genomen en ten tijde van de ac ties in Nederland de rang van sergeant had bereikt. Tijdens de gevechten bij de bevrijding van Bergen op Zoom was een Duitse mortiergranaat vlak achter hem neergekomen en ontploft. Nu gooien granaten en vooral de steilbaanvuur mortier-granaten bij explosie het grootste deel van de scherven naar voren en maar een relatief klein deel scherven samen met kruitresten naar ach teren. Dat was enerzijds zijn ge luk geweest maar anderzijds wa ren er nog genoeg naar achteren weg slaande resten om hem zwaar te verwonden terwijl de lucht druk van de explosie hem bewus teloos had geslagen (hij had daaraan een lichte doofheid over gehouden) Als gevolg van die verwonding was hij pas enkele dagen later in een militair hospi taal weer bij kennis gekomen en zijn herstel had zolang geduurd dat hij gedurende de rest van de oorlogsacties in Nederland niet meer in actie was gekomen. Op mijn vraag of hij wist waar dat ongeveer was gebeurd (ik woonde in die tijd in de Moeregrebstraat en had dus midden in de Duitse artillerie- en mortierbeschietin gen gezeten) beschreef hij zo nauwkeurig de plaats dat ik on- middellijk wist waar dat moest zijn geweest. Het was het kruispunt Noordsingel/van Overstratenlaan. Ik heb bij een van mijn volgende bezoeken aan Bergen op Zoom foto's genomen en die waren des te makkelijker om de herinnering op te halen omdat dat kruispunt in de loop der jaren niet ingrij pend was veranderd (en eigenlijk nog steeds niet is). Bij onze eerst volgende commissievergadering in Brussel heb ik Tony de foto's voorgelegd. Hij was een hele tijd stil en zei toen: "Ja, daar was het." Hoewel hij het even moest ver werken vroeg hij me toch of hij de foto's mocht houden wat ik natuurlijk graag toezei. N.B. Het is mij in gesprekken met vete ranen, die echt in gevechtssitu aties hadden gezeten, opgevallen dat zij vaak fotografische herin neringen hebben aan punten waar iets bijzonders voor hen is ge beurd. Dus helemaal verbaasd was ik over Tony's situatiekennis niet. Hij vertelde dat hij nog verschil lende malen met Canadese vetera nen terug was geweest in Neder land en natuurlijk ook in Bergen op Zoom. Als ik me goed herinner had hij destijds ook een bestuurs functie in zijn veteranenorgani- satie. Wij hebben afgesproken dat wij elkaar bij het eerstvol gende bezoek in Bergen op Zoom zouden treffen. Jammer genoeg is het daar niet meer van geko men want korte tijd later is hij aan een hartaanval overleden. Zo ziet u hoe het leven van toe valligheden aan elkaar kan han gen. Ik weet niet of u wat met mijn beschrijving kunt of wilt doen maar ik vond het een juist moment om wat meer bekend heid aan mijn "bijzondere erva ring" te geven. Met vriendelijke groet, Piet Antonissen Voorburg Op zaterdag 16 september 2006 vertrokken twee bus sen om 08.00 uur vanaf het parkeerterrein bij sporthal Gageldonk in Bergen op Zoom naar Spijkenisse waar een Salon boot klaar lag om het gezelschap van 93 personen hartelijk en gast vrij te ontvangen. Geurige koffie dampen dartelden door de salon en al rap werden ook plezierig uit ziende taartjes op de tafeltjes ge zet. De kapitein stelde zich voor en in troduceerde de heer Klapwijk, die ons gedurende de gehele bootreis zou informeren over wat er zich zoal afspeelt in de wereldhaven, die Rotterdam heet. De heer Klapwijk heeft vrijwel zijn hele werkzame leven in de ha ven (eigenlijk havens) van Rotter dam doorgebracht. Hij wist er al les van en stond als het ware te trappelen om ons deelgenoot te maken van zijn kennis. Dat velen het zonnige dekterras hadden opgezocht was absoluut geen bezwaar. De uitleg en de ver halen van de heer Klapwijk over wat er te zien was langs de oevers van kanalen, rivieren en havens waren boven ook luid en duidelijk te horen: Indrukwekkende zilver- glanzende pijp- en siloconstruc ties, grote stenen gebouwen, le lijke betonnen blokken en hier en daar zelfs nog een romantisch op trekje met een spiedende reiger op de kant en een vlucht meeu wen in de lucht. Alle groten der aarde op het ge bied van raffinaderijen, opslag- en omslag, constructie- en vele an dere bedrijven, die rechtstreeks of indirect iets met scheepvaart te maken hebben, zijn langs de route neergestreken. Naarmate de dag vorderde begon ook het scheep vaartverkeer toe te nemen. Grote containerschepen, tankers, zeilbo ten en piepkleine pieremagochel- tjes waren er te zien. Hoe dichter bij Rotterdam, hoe verscheidener het aanbod. Hoewel het gezelschap nauwelijks van het dek weg te slaan was, moest er natuurlijk in de salon ge luncht worden. Soep, een broodje, een kopje koffie en een biertje toe gingen er zonder problemen in. Na een uur of drie varen werd aangemeerd in de Leuvehaven Rotterdam Centrum. Tijd voor het Maritiemmuseum en/of het Havenmuseum, waar historische schepen ter bewondering klaar liggen en ook oude werkplaatsen, waarin nog reparaties op de oude manier worden uitgevoerd en veel oud gereedschap uitgestald ligt. Een bijzondere verrassing waren het optreden van een dameskoor in de hal van het Maritiemmu seum en een concert buiten, op de kaai zogezegd, door de Rotter damse Politiekapel. Vol indrukken terug de bus in. Dan nog even naar de "Kop van Zuid". Een blik werpen op zowel gerestaureerde, als moderne en spraakmakende, maar ook foeile lijke gebouwen, die voor de arge loze kijker ogenschijnlijk kris kras naast en door elkaar staan. ...een geweldige dag.'

Periodieken

De Waterschans | 2006 | | pagina 23