Langs vrome paden
De Waterschans nr. 4-2006
De Waterschans nr. 4-2006
EN VREEMDE DWAALWEGEN:
Gertrudis van Nijvel opnieuw bezocht 2
Dr. Willem van Ham
rijke bouwfasen verondersteld
worden: een eerste fase rond
1215 van een éénlaags huis met
houtskeletwanden en een verdie
pingsbalklaag van het aangetrof
fen hout; een tweede fase waarbij
de wanden vervangen zijn door
de bestaande gemetselde bakste
nen muren; een derde fase waar
bij het huis met een verdieping
verhoogd is en de nieuwe zolder
balklaag samengesteld is met
oude balken uit 1215 en nieuwe
uit 1600. Spijtig is, dat het voor
ste gedeelte van de verdiepings
balklaag van dit huis rond 1900
vernieuwd is en het achterste ge
deelte niet zichtbaar is geweest.
Niet ondenkbaar is dat er boven
het daar nu aanwezige fraai ge
decoreerde negentiende-eeuwse
plafond ook nog houtwerk uit
1215 aanwezig is.
Een andere interessante bevesti
ging van archiefgegevens is dat
er rond 1500 ook aan de woon
huizen ingrijpende vernieuwin
gen en vergrotingen hebben
plaatsgehad. Twee gaaf bewaarde
huizen zijn in die periode geda
teerd: Fortuinstraat 8 (afb. 4)
kort na 1487 en Fortuinstraat 23
op omstreeks 1510. Beide huizen
zijn toen compleet vernieuwd.
Een vergroting van Potterstraat
22 is omstreeks 1485 gedateerd,
wat redelijk spoort met de ove
rige bouwhistorische- en archief
gegevens. In 1494/95 kreeg de ei
genaar namelijk een bijdrage
voor het maken van nieuwe leien
daken (afb. 5).
Terugblikkend kan gesteld wor
den dat dit onderzoek belangwek
kende aanvullende historische in
formatie heeft opgeleverd. Als er
voldoende belangstelling is, zou
het interessant zijn hier nog eens
een vervolg aan te geven. Wie
zich aangesproken voelt kan met
mij contact opnemen. Ik zal dan
een vervolgonderzoek coördine
ren. Er zijn wel minimaal drie
deelnemers nodig om de kosten
binnen de perken te houden.
Afb. 5. Potterstraat 22.
nemelijk is dat het balkhout uit
1215 toen in de nieuwe zolder
balklaag secundair verwerkt is.
Strikt genomen kan het hout uit
een ander huis afkomstig zijn, of
zelfs uit een andere stad. Waar
schijnlijk is dat hier niet het ge
val omdat het verplaatsen altijd
bewerkelijk is en er in dit huis
wél drie balken/balkstukken uit
dezelfde tijd aanwezig zijn. Er
kunnen hier aldus drie belang-
134
Deel 2: Groeiende scepsis en poging tot een nieuwe visie
it artikel vormt een ver-
I volg op wat in de vorige
aflevering van De Water
schans is verschenen.2 Daarin is
beschreven hoe sinds de negen
tiende eeuw sprake is geweest
van een groei van voorzichtige
scepsis over de historiciteit van
het gangbare, quasi historische
verhaal over Sint-Gertrudis van
Nijvel in noordelijk Brabant en
de eng daarmee samenhangende
geschreven bronnen. Hierna zul
len we zien hoe juist het
wetenschappelijke onderzoek
van die bronnen het geloof in de
overlevering betreffende een
verblijf van de heilige Gertrudis
in deze streek steeds meer on
dermijnd heeft. De opinies over
de ligging en omvang van de
gouwen ondergingen eveneens
een grondige revisie. In deze af
levering komt de evolutie van de
meningen over de legende aan
de orde. Vervolgens krijgen bij
zondere onderwerpen zoals de
kapel en de bron van de heilige
te Borgvliet opnieuw aandacht,
evenals het kerkgebouw en de
crypte te Geertruidenberg als
mede de vermeende gouw of
graafschap Strijen.Tot slot wordt
een poging gedaan om te komen
tot een samenvatting en een, al
dan niet vernieuwde, visie op de
zojuist geschetste problematiek.
Evolutie van de meningen
Het lijkt erop dat het einde van
de Tweede Wereldoorlog in 1944
het begin markeert van een de
finitieve doorbraak in de ge
schiedschrijving over het mon-
dingsgebied van Maas en
Schelde, vooral wat de eeuwen
vóór 1200 betreft. Er waren ech
ter schrijvers die oude visies als
volmaakte zekerheden in een
nieuw jasje goten en er nog een
en ander aan toevoegden. Ande
ren deden het tegenovergestelde.
De traditie herhaalt zich
P. Boeren (1944) heeft zich uit
drukkelijk gemanifesteerd als
een late aanhanger van de opvat
ting dat Gertrudis en haar kapel
te Bergen op Zoom thuishoren.
Westelijk Noord-Brabant zou
evenveel kans maken de baker
mat van de Pepiniden (Pepijnen,
de afstammelingen van Pepijn I)
of Precarolingen (de voorouders
van Karei de Grote) te zijn ge
weest als Nijvel, Landen, Herstal
of welke andere plaats ook. Ber
gen op Zoom 'met omgeving en
Geertruidenberg' zijn volgens
hem familiebezit geweest van het
geslacht van de Pepijnen. Men
mag dan veronderstellen dat het
'kloostertje' in Bergen op Zoom
is ontstaan uit een woonhuis van
deze dynastie, 'mogelijk wel het
voornaamste, het stamhuis'. Dit
feit zou even zeker zijn als het
gegeven dat de abdij van Nijvel
binnen het bezit van de familie is
gesticht.3 De plaatsing van de
door Amandus gewijde kapel te
Bergen op Zoom meent Boeren
te kunnen 'redden' door middel
van de veronderstelling dat de
interpolator Bergen op Zoom en
Geertruidenberg met elkaar ver
wisseld zou hebben.4
In het begin van de jaren zestig
doen streekhistorici een grootse
1. Deel van een afbeelding van Sint
Gertrudis, laatste kwart van de
dertiende eeuw.
Fragment van de in 1940 vernielde
reliekenkist in de basiliek van Nijvel.
Op 18 september 1272 werd door
het kapittel van het Sint-
Gertrudisklooster opdracht gegeven
tot de vervaardiging van een
reliekenkist in de vorm van een
gotische kerk, uitgevoerd in verguld
zilver. Het geheel werd beschouwd
als een meesterwerk van
middeleeuwse edelsmeedkunst.
De foto is ontleend aan de catalogus
van de tentoonstelling Gertrude fille
de Nivelles, gehouden van 4 tot 18
okt. 1992 in deze kerk.
1 35