De Waterschans nr. 1-2007
Afb. 3. Brouwerij 'de Gans' in de Wijngaardstraat te Goes circa 1890. Links boven poort is de gevelsteen te zien. Op de
achtergrond het herenhuis. Foto: collectie gemeentearchief Goes.
1874 kunnen we opmaken, dat er
in Bergen op Zoom twee oester
kwekerijen actief waren. Deze
hadden in dat jaar 250.000 pan
nen in zee gebracht en gaven aan
tien tot 70 arbeiders werk.2
Het met dakpannen en schelpen
gewonnen broed wordt, na in bui
tendijkse putten overwinterd te
hebben, afgestoken en dan dikwijls
nog één zomerseizoen op zeeften
(houten raamwerken met metaal
gaas bespannen) opgekweekt tot
bakkengoed. Oesters van enkele
jaren oud en met een gewicht van
30 tot 60 gram per stuk worden
zaaioesters genoemd. Bij voor
spoedige groei op de oesterper
celen leveren deze zaaioesters in
het daaropvolgende seizoen con
sumptieoesters op. Deze oesters,
doorgaans vier a vijf jaar oud,
worden met een oesterkotter op
gevist en naar gewicht gesor
teerd. Elk jaar dat de oester
groeit, krijgt hij er een nieuwe
ring bij. Daardoor is aan de
schelp makkelijk af te lezen hoe
oud een oester is. We hebben het
hier over de platte Zeeuwse oes
ter. De grootste worden imperia
len genoemd, ingedeeld in cate
gorieën aangegeven met nullen.
Hoe zwaarder de oesters, hoe
meer nullen. De consumptieoes
ters worden opgeslagen in bin-
nendijkse putten, de zogenaamde
natte pakhuizen. Nadat de oes
ters van hun vuil zijn ontdaan
kunnen ze worden verpakt en ver
zonden. Elke oester wordt met
zijn bolle kant onder, plat in een
mand gestapeld. Hierdoor be
houdt de oester zijn eigen zeewa
ter. Bovenop de volle mand legt
men een beetje zeewier, dat de
druk op peil houdt, waardoor de
oesters keurig gesloten blijven. In
Bergen op Zoom werden de
meeste oesters per spoor verzon
den, zowel naar Nederlandse als
buitenlandse afnemers. Uit de
verslagen van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken weten
we ongeveer, hoeveel er werden
verzonden.3 In 1890, nog net voor
de strenge winter van 1890/91,
die desastreuze gevolgen voor de
branche zou hebben, werden er
vijf miljoen oesters verzonden. In
1892 was dit aantal al gezakt tot
twee miljoen. De eerste persoon
die in Bergen op Zoom een aan
vraag indiende om een oester
kwekerij te mogen beginnen was
C. L. de Meulemeester.
Wie was deze De Meulemeester
Carolus Ludovicus de Meulemees
ter wordt op 9 maart 1843 te Eede
(Zeeuws-Vlaanderen) geboren.4
Op 15 juni 1846 verhuist hij met
het gezin naar de gemeente Kapel-
Ie, Zuid-Beveland.5 Daar vestigen
ze zich in de buurgemeente Bieze-
linge, wijk B nummer 71.6 In 1854
worden de koffers alweer gepakt
en verhuist men naar Goes.7
Daar koopt vader De Meule
meester, Engelbertus genaamd,
een bierbrouwerij.
"1853: Afwikkeling van de nala
tenschap van Cornells Marinus de
Jongh, in leven bierbrouwer te
Goesgehuwd geweest met Tanna
Dina de Leeuw. Verkoop aan En
gel de Meulemeester, landbouwer
te Biezelinge:
1. Een woonhuis, pakhuis, stal en
erve, zijnde een bierbrouwerij ge
naamd de Gans (afb. 3) staande
en gelegen aan de westzijde van
de Wijngaardstraat, wijk A 185 en
186, benevens een vijver, liggende
aan de oostzijde van een tuin in de
zelfde straat en een pakhuis aan
de oostzijde van de Wijngaard
straat Wijk A 79.
2. Een speelhof, bestaande uit tuin,
vijver en zomerhuis, gelegen ach-
1 8
De Waterschans nr. 1-2007
ter de bierbrouwerij.
3. Tuin en erf gelegen achter de
bierbrouwerij.
Koop voor fl. 9.500,—8
Het gezin zelf gaat op nummer
186 wonen.
'De Gans' betreft een brouwerij
die werd opgericht op 8 januari
1644.
Na het overlijden van Engelber
tus op 1 oktober 1867 zet zijn we
duwe, Sophia Francisca de Meule-
meester-van Hijfte, de brouwerij
voort met de hulp van haar oud
ste zoon Carolus Ludovicus.9 Als
haar jongste zoon, Seraphinus,
oud genoeg is zijn moeder te
gaan helpen in de brouwerij kiest
Carolus Ludovicus voor een heel
ander beroep. Hij wordt oester
kweker. In 1870 doet hij mee aan
de verpachting van oesterperce
len in de Oosterschelde. Voor zijn
nieuwe onderneming heeft hij
grond nodig voor het maken van
oesterputten. Hij laat zijn oog
vallen op de Waterschans te Ber
gen op Zoom, een ideale plaats
pal aan het water van de Ooster
schelde (afb. 4).
In de vergadering van B&W d.d.
4 juli 1873 wordt een aanvraag
van de heer C.L. de Meulemees
ter, particulier, wonende te Goes,
behandeld met daarbij het ver
zoek voor de tijd van 50 jaren de
Waterschans met omliggend wa
ter en de Nieuwe Haven met dij
ken in pacht te krijgen.10 Tijdens
deze vergadering wordt besloten
dat B&W eerst met de aanvrager
in overleg treedt voordat er een
besluit kan worden genomen. In
de volgende raadsvergadering van
27 augustus wordt een ontwerp
tot verhuring van de Waterschans
behandeld, waarna besloten wordt
dit onderwerp door te schuiven
naar de eerstvolgende vergade
ring. In die vergadering gehou
den op 2 september 1873 worden
enkele wijzigingen aangebracht
die aan De Meulemeester zullen
worden medegedeeld. Blijkbaar
gaat hij akkoord want op 24 sep
tember 1873 is de kogel door de
kerk en start hij met de kweek
van de platte (Zeeuwse) oester.
Raadsbesluit d.d. 24 september
1873 verhuurd aan Carolus Lu
dovicus de Meulemeester, Oester-
culteur wonende te Goes, die ver
klaart de volgende gronden en
wateren eigendom van de gemeen
te Bergen op Zoom te huren:
De Waterschans met omliggend
water en het woonhuis in de schans.
De Nieuwe Haven met omliggen
de dijken aldaar.
De verhuring geschiedt voor de
tijd van 50 jaar ingaande 1 oktober
1873 en eindigende op 30 septem
ber 1923. De verhuring geschiedt
voor de jaarlijkse huurprijs van
fl. 800,00.
Hij mocht het gehuurde alleen
gebruiken ten behoeve van de
oesterteelt en piscicultuur (kunst
matige visteelt). Als borgen teke
nen mee zijn zwager Louis Au
gust Knitel, koopman te Goes en
zijn broer Johannes Casemirus de
Meulemeester, toen nog medisch
student te Leiden.11
Op 30 juni 1874 verhuist Carolus
Ludovicus naar Bergen op Zoom
en gaat wonen in de Rijkebuurt
straat wijk C nummer 26.12
Zijn bedrijf groeit explosief, want
hij verzoekt B&W in een schrij
ven van 1 april 1875 toestemming
te verlenen om een gedeelte van
de gracht in de Waterschans als
oesterput te mogen inrichten.
Dat hij daarvoor een duiker moet
maken, enige vergravingen zou
moeten verrichten en een dijkje
ma/ren.13 Twee jaar later, op 3 mei
1877, vraagt hij toestemming aan
B&W de duiker op de Water
schans, nu te klein om voldoende
versch water in te laten, over een
lengte van 12,5 meter te vernieu
wen,14 Tijdens de raadsvergade
ring gehouden op 15 mei 1877
wordt dit item behandeld en
wordt er besloten het verzoek toe
te staan.15
Op 12 maart 1877 koopt hij voor
tienduizend gulden het pand 'de
Fortuin', Fortuinstraat wijk A
nummer 27 uit de boedel van wij
len Jacobus Pieter Carel van
Overstraten (1801-1877), in leven
gepensioneerd Luitenant-Gene
raal van de Artillerie, Staatsraad
in buitengewone dienst en Oud-
Gouverneur van de Koninklijke
Militaire Akademie te Breda.16
Op 31 mei 1880 treedt Carolus
v x,
Afb. 4. Kaart uit 1884 gemaakt naar aanleiding van de aanleg van de
Gemeentelijke Bad- en Zweminrichting in de Nieuwe Haven te Bergen op
Zoom. Op de Waterschans het bedrijf van De Meulemeester. Bron: HCM,
Archief Gemeentebestuur Bergen op Zoom 1814-1925 inv. nr. 2755.
1 9
jf.