De Waterschans nr. 1-2007 in Londen gevonden werden.11 De productie omvatte ook deksels (afb. 11E). Er zijn twee soorten gemaakt: kleine deksels voor be kers, met een verticaal randje, en een type met een plattere s-vormi- ge rand. Geen van beide typen zijn archeologisch compleet. Een dekselknop heeft waarschijnlijk behoord bij het tweede (grotere) type. Behalve vaatwerk maakten de Bergse majolicapottenbakkers ook tegels (afb. 16). Helaas zijn er al leen biscuitfragmenten gevon den, geen beschilderde. Er zijn Afb. 13. Schotelfragment met portrettekening. Afb. 14. Fragmenten van kommen. Afb. 12. Fragmenten van schotels. zowel vierkante als zeskantige te gels, die gebruikt werden in rijk gedecoreerde vloeren in Enge land en Vlaanderen. De vierkante tegels zijn doorgaans 12 bij 12 cm. Een bijzonder voorwerp is de bo- terschaal, in feite een bord met een pin in het midden (afb. IOC). Deze vorm was tot op heden in Bergen op Zoom alleen bekend in rood aardewerk. Zij werd als halffabrikaat gevonden in de wa terput achter op het erf van De Drie Haringen. Dezelfde beerput leverde ook een majolica beeldje op, dat het kindje Jezus voorstelt (afb. 11F). Alleen de achterzijde is bewaard gebleven. Het is wel voorzien van tinglazuur, maar door inwerking van olie zwart geworden. Proenen en kapsels Een belangrijke vondstcategorie betreft de hulpmiddelen in het productieproces. De proenen zijn driepuntige ster- D e Waterschans nr. 1-2007 Afb. 16. Fragmenten van tegels. Van wie waren de ovens? Hoewel er majolica verzameld is uit verschillende kuilen rondom en onder de ovens, is het niet mo gelijk om op grond van vorm en decoratie een onderlinge chrono logie te bepalen. Dit is toch heel lastig voor de vroege Nederlandse majolica. Op basis van vergelijkin gen met majolica van elders moet de productie dateren uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Rondom de middelste oven wer den veel 'bloemenvaasjes' gevon den die algemeen als vroege ma jolica worden betiteld. Andere vormen vertonen een duidelijke Italiaanse invloed, zoals de si roopkannen en de ovenkapsels. De kuilen onder de derde oven en achter De Drie Haringen be vatten zoveel proenen,kapsels en daktegels, dat ze misschien te ma ken hebben met het sluiten of re organiseren van een bedrijf. Grote vraag is, waar de oven van Lucas Raymondts stond. Het is verleidelijk om de grote oven(s) achter De Swaen toe te schrijven aan het werk dat in 1517-1518 speciaal voor hem werd uitge voerd. De archiefbronnen noe men wel eigenaren van panden maar geven verder geen aanwij zingen. Het erf van De Swaen werd aan de zuidzijde omsloten door dat van het buurpand De Tuin van Holland, dat in het be gin van de zestiende eeuw eigen dom van een schipper was. Mis schien had Lucas aanvankelijk ambities om grote hoeveelheden majolica te maken (en te expor teren). Een dubbele oven kan hebben gediend om biscuit en glazuurbrand apart te stoken en effectief te werken. Maar we we ten niet hoelang de oven in ge bruik is geweest en hoe succesvol zijn onderneming was. Voor de gewone pottenbakkers aan de andere kant van de haven was hij in elk geval geen bedreiging. Het hergebruik in de zeventiende eeuw als een gewone potoven paste wel in het beeld dat sommi ge pottenbakkers zich tegen de wil van hun collega's afzonder den aan de Zuidzijde Haven. Dat was gebeurd in 1645 vlakbij de watermolen en ook achter De Arend was in 1639 al een potoven gebouwd.12 Jammer genoeg heb ben we van de pottenbakker ach ter De Swaen helemaal geen ge gevens. Als eigenaren worden slechts achtereenvolgens een bak ker, een chirurgijn en een timmer man genoemd. De reden waarom Lucas' wedu we De Drie Haringen kocht, is niet bekend. De ovens achter De Drie Haringen zullen gebruikt zijn door Peter de geleijbakker, die vermeld wordt in 1534. Was hij familie van Lucas, of een leer ling die besloot verder te gaan met andere, kleinere ovens? De eerstvolgende verkoopakte da teert van 1569 maar geeft ook dan geen enkele aanwijzing voor Afb. 15. Albarello, gevonden in een beerput aan de Parade. ren met een diameter tussen 8 en 17 cm (afb. 17). Ze dienden om de schotels in de oven op te sta pelen, zonder dat ze aan elkaar zouden bakken. De kapsels dien den om kleine voorwerpen in de oven te beschermen tegen be schadigingen en om het tempera- tuurverloop wat gelijkmatiger te houden. Het zijn ronde bakken op een platte bodem, in zowel heel lage als hoge modellen (afb. 11G) en gemaakt van rood aarde werk, dat afwijkt van de gewone Bergse klei. De hoogte varieert tussen 4 en 9 cm. De wanden heb ben ronde, driehoekige en half ronde gaten. Sommige kapsels hebben ronde gaten in de bodem, andere driehoekige, of zijn ge heel gesloten. Ze komen exact overeen met de voorbeelden die Cipriano Piccolpasso vermeldt. In de ovens werden ook stukken daktegel gebruikt als stapelstuk ken. Sommige vertonen de witte cirkels die schotels of schalen hebben achtergelaten. Veel ande re daktegels zijn niet hard door bakken, maar hebben resten van metselspecie. Mogelijk zijn zij ge bruikt om het laadgat van de oven dicht te maken. 1 5

Periodieken

De Waterschans | 2007 | | pagina 9