REGLEMENT. BEURT - en VEERSCHEPEN BERGEN OP ZOOM. OP HET VAREN DER BINNEN DE STAD De Waterschans nr. 2-200 7 eens, totdat in de achttiende eeuw definitief gekozen wordt voor een antieke markiezenkroon. Deze bestaat uit een gouden band, be zet met parels, waarop drie blade ren (fleurons), waartussen twee maal drie parels, in dit geval opgesteld in een driehoekvorm. Wildemannen als schildhouders heeft het wapen al in de veertien de eeuw, maar zij krijgen pas in de zeventiende eeuw hun definitieve vorm. Het gehele ensemble komt voor op één van de in 1622 door het stadsbestuur uitgereikte pen ningen ter herinnering aan het einde van de belegering door de markies Spinola. Een gravure naar deze penning dient tegen woordig ook als vignet van de Ge schiedkundige Kring.5 Heraldische kenmerken Bij het bespreken van de heraldi sche kenmerken van de wapen steen volg ik de geijkte methode: eerst het schild, dan de kroon, dan de schildhouders en tenslotte het ensemble. De schildvorm waarvoor gekozen is, heeft gevolgen voor de ruimte voor de schildhouders. Het schild heeft een sinds de zeventiende eeuw dikwijls toegepaste vorm: een rechthoek, waarvan de onder zijde in het midden spits toeloopt. Men spreekt dan van een accola- deschild. Heraldische schilden hebben een oppervlakte, genoemd het schild- veld. Dit is door fijne verticale lij nen gearceerd, de in de heraldiek gebruikelijke grafische code voor rood. De drie schuinkruisjes zijn wat laag over het schildveld ver deeld, zodat het onderste vlak bo ven de middelste berg staat. Kruis jes en bergjes vertonen geen arcering. In tegenstelling tot de officiële versie van het wapen, waarop de bergen een meer spitse vorm heb ben, zijn de toppen in de schild- voet meer afgerond. Door het aanbrengen van kerven is reliëf aangebracht dat een begroeiing lijkt te moeten weergeven. Buiten het schild lijken de bergjes zich tussen de benen van de schildhou ders voort te zetten. Het vreemdste aan de compositie is de vorm van de 'bekroning'. Die bestaat in feite uit twee versierin gen in de vorm van groen en bloe men (guirlandes of festoenen) op gehangen aan drie rozetten, waar van de middelste uitloopt in een soort omgekeerde bloemkelk van drie bladeren. De bloemkelk scheidt beide versieringen. Ze ko men nog als eens voor aan de ho rizontale bovenrand of fries van de gevels van oudere monumenta le gebouwen. Vergelijkt men het ornament op deze steen met de kroon op de al genoemde gedenk penning uit 1622, dan lijkt het er op dat de steenhouwer haar als voorbeeld heeft genomen maar er niet in slaagde de kroon goed te kopiëren. Het is dan een min of meer geslaagde noodoplossing. De schildhouders zijn wat primi tief, als gedrongen mannetjes voorgesteld, wat kennelijk is ver oorzaakt doordat zij tussen het uitstekende ornament en het vrij lage schild qua hoogte weinig ruim te gekregen hebben. De hoofden zijn relatief groot en de benen anatomisch gezien te kort. On danks hun baardjes komen zij wat kinderlijk over. Om een of andere reden zijn de knotsen die zij over de schouders horen te dragen, bo ven hun handen afgekapt. Waren zij zo beschadigd, dat zij bij het te rugvinden van de steen eraf ge haald moesten worden? Het ensemble vertoont zeker een bepaalde samenhang, maar het geheel staat wat gedrongen in het midden van de wat groot uitgeval len steen die aan beide zijden be trekkelijk veel lege ruimte over laat. Was het de bedoeling hem in te korten voordat hij geplaatst zou worden? En heeft men dit nagela ten omdat men het geheel minder geslaagd vond? Dit blijft een open vraag. Datering Gearceerde afbeeldingen van het stadswapen van Bergen op Zoom in wapenboeken enzovoort verto nen in de zeventiende en achttien de eeuw vaak gearceerde kruisjes op een niet gearceerd (voor zilver of wit gelaten) schild. Dat kwam omdat men, vooral buitende stad, een neiging had de kleuren van veld en kruisjes om te wisselen. En dat ondanks het feit dat het Berg se wapenschild volgens bewaard gebleven afbeeldingen al in de zes tiende eeuw rood met zilveren kruisjes en groene bergjes was. Een zilveren schild met rode kruis jes was heraldisch gezien zeker fraaier, omdat de groene bergen niet aan de rode kleur grensden, maar aan het metaal (zilver) van het schild. Die correctheid is ech ter een gevolg van overdreven strenge toepassing van heraldi sche regels, dat geen kleur aan kleur (hier dus rood aan groen) zou mogen raken. De groene berg in het Bergse wapen kan als een breukteken in het oorspronke lijke wapen van de heren van Bre da worden gezien en dit soort te kens hoeft het zojuist genoemde voorschrift niet na te volgen. Een andere mogelijkheid kan zijn dat men het reeds in de veertiende eeuw gedocumenteerde wapen van Steenbergen heeft willen na volgen, dat één groot schuinkruis vertoont boven drie bergtoppen.6 Het is hier en in Steenbergen dui delijk dat de bergen tevens een sprekend element in het wapen aanbrengen. De uniforme wijze van arcering, waarbij verticale lijnen de kleur rood aanduiden en linkse diago nale lijnen groen, is in de eerste helft van de zeventiende eeuw ge leidelijk aan gebruikelijk gewor den. Het wapen van Bergen op Zoom komt als van zilver met ro de schuinkruisjes boven drie groe ne bergen voor; het eerst in een handschrift uit het klooster van Zevenborren bij Brussel uit 1536. De oudste afbeelding in druk met als rood gearceerde kruisjes op een wit schild schijnt de wapen- kaart van Brabant uit 1600, toege schreven aan Zangrius te zijn.7 Nog op een bekend stadsgezicht uit 1739 door Abraham de Haen, als gravure verschenen in 1740, vertoont het stadswapen deze kleurstelling. Dat is dan ongeveer voor de laatste maal, al komt een en ander uitzonderlijk ook nog wel later voor.8 Spoedig daarna is het gedaan met de omwisseling en gaat men er al gemeen toe over het schild weer rood te kleuren, of in zwart-witte afbeeldingen met verticale lijnen te arceren. Ongetwijfeld werd dit in de hand gewerkt doordat Karei Theodoor van Palts-Sulzbach, de laatste markies van Bergen op Zoom, rond 1742 het stadswapen in zijn wapen opnam. Dit wapen kende verschillende verschijnings vormen. Het meest gebruikelijk 64 De Waterschans nr. 2-2007 laatste vertonen een afwisseling in de vormgeving door tekenaars en grafische ontwerpers. was dat waarbij de landen en stre ken die hij bezat of waarop hij aanspraak maakte opnam in twee ovale schilden, die waren onder verdeeld in verschillende vakken, in de wapenkunde kwartieren ge noemd. Het wapen van Bergen op Zoom was er één van, en wel in de thans nog door de gemeente ge voerde kleurstelling. Het besluit van de markies gaf natuurlijk de doorslag want een dergelijke be wuste keuze van de heer van de stad kon men natuurlijk niet over het hoofd zien.9 Belangrijk voor de uiteindelijke vormgeving van het wapenensem ble was de titelprent voor de dichtbundel Eerkrans voor Ber gen op Zoom door Adriana van Overstraten, in 1788 vervaardigd door D. Veelwaard (afb. 3).10 Het was deze prent die in 1815 door de burgemeester werd ingezonden toen op aanwijzing van hoger hand door de gemeenten afbeel dingen of afdrukken dienden te worden verstrekt. Aan de hand hiervan kon de Hoge Raad van Adel 'vanwege de koning' (Wil lem I) de stad in het bezit en ge bruik van een officieel wapen be vestigen.11 In de negentiende en twintigste eeuw is het volledige ensemble vooral afgebeeld door het ge meentebestuur op briefpapier, openbare bekendmakingen en aanplakbiljetten. Met name de Afb. 3. Wapen van Bergen op Zoom op het voorblad van Eerkrans voor Bergen op Zoom, door Adriana van Overstraten, 1788. HCM Bergen op Zoom, Bibl. nr. 7615. Ondanks de bevestiging in 1817 van het stadswapen in de stijl van Veelwaard, gebruikte stadsdruk ker J. Verkouteren in 1819 een klein vignet met het stadswapen nog in de vorm van een vrije weergave van het in de tweede helft van de achttiende eeuw ge bruikte zegelstempeltje (afb. 4).12 Hier lijken de wildemannen veel op de Indianen die het wapen van het toenmalige Suriname vast houden. Zij staan op een voetstuk, waar en gedemaskeerd (met krul len versierd) kleed overheen ligt.13 Ter Stads - drukkerij van J. VERJvOUTEREN te Bergen op Zoom, litt. B. no. i5j. Afb. 4. Drukkersmerk op het schutblad van het reglement op de beurt- en veerschepen, 1819. HCM Bergen op Zoom, Bibl. 6991. 65 'yceltrtutri

Periodieken

De Waterschans | 2007 | | pagina 12