ga eenS kijken!
De toekomst van het
Noord-Brabant
kijken!
Meeruieten Deerde Mariakapel?
-^Raadpleeg dan de rolgende literatuur: A
De Waterschans nr. 2-2007
Jos SWANENBERG
Afb. 6. Op de plaats waar nu Maria
vereerd wordt, kwamen in de kazer-
netijd van Het Markiezenhof de on
derofficieren samen voor de maaltijd.
Ingekleurde ansichtkaart uit om
streeks 1900. Collectie Historisch
Centrum het Markiezenhof.
Afb. 5. De onbeschilderde kraagste
nen van de galerij op de grote bin
nenplaats van Het Markiezenhof zijn
vergelijkbaar met die in de kapel. Fo
to: Ward Warmoeskerken, 2007.
Afb. 7. Interieur van de
Mariakapel. Op de plaats
van het Mariabeeld stond
oorspronkelijk een
schouw. Achter de deur in
de hoek bevindt zich de
sacristie van de kapel.
Eeuwen geleden werkte in
deze ruimte de secretaris
van het hof. Tegen de mu
ren onder de bogen zijn de
cirkelvormige ornamenten
zichtbaar, op de plaatsen
waar in ieder geval in de
kazernetijd muurschilde
ringen aangebracht waren
zie afb. 6). Foto: Ward
Warmoeskerken, 2007.
7 4
1. Inleiding
Het is onontkoombaar dat ken
merken van het dialect verloren
gaan. Al in 1914 werd er een grote
dialectenquête gehouden met als
reden de zekere ondergang van de
dialecten. Het was de enquête van
de latere Nijmeegse professoren
Schrijnen en Van Ginneken; die
laatste was uit Oudenbosch af
komstig. Bijna honderd jaar later
kan in elk geval gesteld worden
dat dialecten echt niet zo maar
uitsterven. Ze veranderen wel en
in de moderne maatschappij ver
anderen ze snel in de richting van
de standaardtaal. Dat gaat ten
koste van specifieke dialectwoord
jes en -wendingen.
Typisch Brabantse klanken zullen
wel niet zo snel verdwijnen, maar
de woordenschat is veel kwets
baarder. Wie weet straks nog wat
een echelstèèrt, een kwieziejèèr en
een tulpetaon zijn (het zijn een
windhoos, een fornuis en een pa
relhoen)? En als u een vergade
ring bijwoont, wordt er dan nog
druk geklasjeneerd
2. Regiolectisering
Dialecten veranderen snel in de
richting van de standaardtaal.
Daarnaast gaan ze meer lijken op
de dialecten van de omgeving. Ze
verliezen immers hun meest ken
merkende, lokale eigenschappen.
De dialecten verliezen, doordat ze
naar elkaar en het Standaardne
derlands toegroeien, dus hun
unieke kenmerken en verschra
len. Dat proces noemt men regio
lectisering: dialecten worden re
giolecten, streektalen met een
duidelijk accent maar met minder
oude dialectwoorden. Oorspron
kelijk was er een situatie van
tweetaligheid: mensen spraken of
authentiek dialect of Standaardne
derlands. Vervolgens ontstonden
er allerlei tussenvormen tussen
zuiver dialect en Standaardneder
lands. Er kwamen allerlei in elkaar
overgaande tussenvormen die
door verschillende leeftijdsgroe
pen naast elkaar in een gemeen
schap worden gesproken. Schema
tisch kun je dan vier verschillende
stadia constateren (eigenlijk gaat
het om veel meer, in elkaar over
gaande, tussenvormen):
1. Authentiek dialect van de oud
ste generatie, dat de traditione
le, lokale kenmerken heeft.
2. Jonger dialect dat niet meer al
le traditionele, lokale kenmer
ken heeft, maar wel de minder
extreme kenmerken.
3. Standaardtaal met regionaal
accent: de grammatica en woor
denschat is aangepast aan het
Nederlands, er zijn geen dia
lectkenmerken meer, behalve
op uitspraakniveau. Het Ne
derlands heeft dus een duide
lijk regionaal accent.
4. Standaardtaal zonder regionale
kenmerken, zuiver Nederlands.
Zuiver accentloos Nederlands
komt maar weinig voor. Som
mige politici en nieuwslezers
spreken het, maar velen heb
ben dan weer een randstedelijk
accent en ook dat is een regio
naal accent.
Het verschil tussen stadia 1 en 2
verdient nadere toelichting. Stadi
um 1 is het authentieke dialect
met de lokale kenmerken en sta
dium 2 is het jongere dialect zon
der de meest opvallende kenmer
ken. Het verschil tussen de lokale,
Afb. 1. Jac van Ginneken. Tekening
door Bernard van Vlijmen, 1922. In:
Brabantse biografieën 1 (1992).
opvallende kenmerken en de an
dere dialectkenmerken zit in het
bewustzijn. Op de eerste plaats is
het belangrijk op te merken dat
de eerste groep stigmatisering in
de hand kan werken: een lokaal,
opvallend kenmerk wordt een 'ro
de vlag', zodra het dialect in een
negatief daglicht komt te staan.
Archaïsche dialectvormen ver
dwijnen dan als eerste. Tot de
voorbeelden rekent A.M. Hagen
(1987) sterke verledentijdsvor
men zoals dierf/dorf dat dan durf
de wordt en hiel dat in haalde ver
andert. Op het gebied van de
klanken horen stijgende twee
klanken bij dit type dialectken
merken: jille (hele), bwom
(boom), wók (ook), enzovoorts.
Maar dialectkenmerken die over-
7 5
pfl c R L
binnenplaats en op de achterplaats
afgeschermd met smeedijzeren kor
ven, zoals die aan de voorzijde van
Het Markiezenhof, De twee ramen
aan de Hofstraat zijn later aange
bracht en voorzien van tralies. De ar
chiefstukken werden waarschijnlijk be
waard in kasten die tegen houten
schotten tegen de muren stonden.
Tegen de muur van de achterplaats
stond een grote schouw uit het begin
van de zestiende eeuw. Deze moest
er voor zorgen dat de ruimte niet
vochtig werd. In de negentiende
eeuw werd voor deze schouw een
nieuwe stookplaats met schoorsteen-
galm in het koor van kerken af te ne
men.
Op de plaats van de verwijderde
schouw kwam het Mariabeeld te
staan. Dit kalkstenen beeldje is ge
maakt door dhr. Piet van Dongen, die
ook het beeldje van Sint-Gertrudis bo
ven het poortje van het Oude Stad
huis vervaardigde (zie WARdTAAL in
Waterschans 2007-1). Het Mariabeeld
stond voorheen in de kapel in de
Steenbergsestraat. Het beeldje werd
na de opening van de kapel uit het
privébezit van dhr. Quik, grondlegger
van de Maria Ommegang, aan het
Lievevrouwegilde geschonken.
mantel gezet. Bij de restauratiewerk
zaamheden in de jaren '60 werd de
negentiende-eeuwse schoorsteen
partij verwijderd. De zestiende-eeuw-
se schouw erachter bleek nog volle
dig gaaf te zijn; deze kreeg een
nieuwe bestemming in de blauwe
zaal boven de Christoffelschouw van
de hofzaal.
Tijdens de restauratie stuitte men op
grote cirkels op de gemetselde muur
achter de pleisterlaag. Aanvankelijk
werd gedacht dat zich op de plaat
sen van de cirkels medaillons bevon
den, zoals de twee onder de galerij
op de grote binnenplaats, Een an
sichtkaart van rond 1900 laat echter
zien dat op de plaatsen van de cirkels
schilderingen op de muur stonden. In
het stucwerk zijn de cirkels opnieuw
aangegeven. In het midden van de
cirkels zitten kleine gaten. Dit zijn
bloempotten die in de muur zijn ge
metseld om de galm in de kapel te
verminderen, zonder resultaat. Derge
lijke galmpotten werden vroeger in de
Zuidelijke Nederlanden, Frankrijk en
Spanje wel vaker gebruikt om de
Niet alleen het Mariabeeld verhuisde
mee naar de nieuwe kapel, Ook het
altaar en de gevelsteen van dhr.
Steenbergen kregen er een nieuwe
plaats. De gevelsteen is boven de
nieuwe deur achter het poortje in de
Hofstraat aangebracht, Toen het al
taar werd geplaatst, is in de basis er
van door de bouwers een fles met
een brief ingemetseld. Wat er in de
brief staat en aan wie deze gericht is,
is niet bekend; alleen door het altaar
af te breken kan dit aan het licht ko
men. Voorlopig zal dat niet gebeuren
en kun je de historische ruimte bezoe
ken voor een gebed aan Maria of om
de oude archiefruimte in gedachte te
doen herleven, dus:
- Booij, K„ 'Het Markiezenhof. De Mariakapel en de Medaillons in de Grote Galerij', in: De
Waterschans 2-2000, p. 73-77, Bergen op Zoom, 2000.
- Booij, K„ 'De Mariakapel in het Markiezenhof'. Vervolg, in: De Waterschans 4-2000, p.
181-182, Bergen op Zoom, 2000.
- Slootmans, K„ Bergen op Zoom, een stad als een huis, p. 94-118, Bergen op Zoom, 1966.
- Vanwesenbeeck, C.D. (red. e.a.), Bergs Monumentenboek. Monumentale architectuur
in Bergen op Zoom, p. 193-201, Bergen op Zoom, 1995.