De Waterschans nr. 1-2008 De Waterschans nr. 1-200. 3 1 9 6 8 - 2 OO 8 3 1 nonnen en dan wist jij, dat jij een borstrok had en dan kwamen die kinders in der hemd - die werden door die nonnen in bad gedaan..., die kinders rilden altijd van de kou, want die kwamen in der hemd binnen zo als engeltjes... en dan ging je zitten. Op mijn vraag of de rijkere kin deren erbij waren als de arme kinderen werden aangekleed, was het antwoord: Ja! Dus dan moet je denken dat er stoelen te gen elkaar stonden zoals met de stoelendans, dus de ene helft zat naar deze kant en de andere helft zat naar die kant en dan waren die banken zo'n beetje trapsge wijs opgesteld, daar zaten de klas sen op; dat ging dan ook nog ge loof ik per klas. Dus dan kwamen die kinders zingende binnen zo net als engeltjes rillend van de kou, want die waren na tuurlijk ook niet gewend om in bad te gaan. Op blote voetjes en dan stond er zo'n non bij met zo'n kap en dan knipte ze met haar vingers en zei: "nou de borst rokken aan". En als jij dan wist dat je een borstrok gegeven had dan liep je als een haas en dan trok je dat kind die borstrok aan en dan ging dat kind weer zitten. Ik denk dat ze wel al een broekje aan hebben gehad vanwege de ze digheid, maar dat durf ik echt niet te zeggen. Nou en dan was het de volgende knip, dan was het sokjes aan of kousen ik mocht altijd maar één ding meenemen van ons moeder. Ik hoefde maar één keer op te staan ja, maar er waren kinders, die het rijk hadden zoals die kleedden een héél kind gos daar was je stikjaloers op! Moch ten een heel jong aankleden! En dan was het schoenen aan en dan waren er - dat snap je dan niet, als je iets geeft - daar waren men sen die dan in plaats van schoen tjes klompjes gaven. Dat is natuur lijk niet leuk, want als dat dan afgelopen was en dan moesten ze ook weer zo'n liedje zingen van wij danken onze weldoener, zd'k maar zeggen hè, of trui aan of rok.... ja echt waar en dan Truus de Gunst De Gunst, dat was een heel groot magazijn, daar Afb. 4 Het schooltje van juffrouw Willy, 1945, links boven: Truusje. hadden ze van alles, mooie kleer tjes en die kleedde een heel kind en die deed dat kind altijd een wit bontjasje aan, ja het zal wel kunstbont geweest zijn.... en mooie schoentjes en kousen.... Nou en dan stonden die moeders, als het afgelopen was aan de deur.... kijken, want wie zou het kind van Truus de Gunst geweest zijn? De voorwaarde om iets te mogen geven was wel dat het nieuw moest zijn. Het mocht niet twee dehands. Ook werden er bood schappen meegebracht. Op allerlei manieren werd je in gepeperd datje arm was vertelde Lien: Ja, dat is... nou ja zo was het toch vroeger, er was een weeshuis in Bergen op Zoom en als er dan een rijke stierf dan liepen de weesmeisjes in der kleren, die hadden van die strepen schorten aan en met zo'n mandje, vóór de begrafenisstoet "voor onze wel doener". Da's eerlijk waar! De derde generatie: de kleindoch ter van oma: de school van Truus De moeder van Truus had na de lagere school de driejarige rijks- hbs gehaald. De vader had na de lagere school de vijfjarige rijks- hbs in 1928 afgerond en daarna suikertechniek gestudeerd aan de mts in Dordrecht. Vanaf het begin van hun huwelijk was voor beiden al duidelijk dat zij hun eventuele kinderen zoveel moge lijk zouden laten leren. In Breda bestond een particulier peuterklasje, "het schooltje van juffrouw Willy". Daar gingen de twee oudste kinderen, Truus en Kees, al in 1943 en 1944 heen, vóórdat zij naar de kleuterschool gingen. Voor de kleuterschool moest je vier jaar zijn. Ook toen kleindochter Truus in 1946 naar de lagere school ging was er nog geen sprake van een 'eenheidsschool', waarbij er geen verschillende eindniveaus meer zouden zijn binnen het lager on derwijs. Ook standsverschillen speelden een rol. Dat werd bij de start al meteen duidelijk uit het volgende voorval: kinderen van hooggeplaatsten hadden een streepje voor. Omdat Truus 'on gelukkig' jarig15 was zoals dat toen heette, kon zij nog niet naar de eerste klas, maar ze wilde heel graag leren en haar moeder dacht dat ze wel naar die eerste klas zou kunnen. Truus vertelt daarover: ...Ik kan me herinneren dat ik op de kleuterschool zat en dan sommetjes maakte en taal. Mijn moeder had bedacht, dat ik dan toch maar naar de eerste klas moest. En dat mocht niet van het hoofd van de school tot mijn moeder ter ore kwam dat het zoontje van een kapitein [in het leger], die mocht dat wel. Moeder op naar het hoofd van de school van waarom hij wel en zij niet!? En denk erom, dat ik stennis schop!... nou toen hebben ze het zo gedaan, hebben ze mij tot Kerstmis op de kleuterschool la ten zitten, dat kan ik me nog heel goed herinneren. Blokjes16, maar daar tussendoor ook sommetjes en dan ging ik om vier uur naar de juffrouw van de eerste in haar lokaal ook om bijles te krijgen en ben ik na Kerstmis in de eerste klas eh... mee gaan draaien. De moeder van Truus vond dit onrechtvaardig: als het echt niet 2 OO 8 Yïs- J K - /a ZJf tf J/^ Afb. 5 De eerste bijles (links) en de eerste rekening, december 1946. mocht dan legde ze zich er wel bij neer hoor, dan maakte ze geen [heisa] maar zo gauw ze hoort, dat iemand, die wat meer betaalt of eh... met sigaren aan komt dra gen, dat eh.... o nee! O nee! Als katholiek moest je je kinderen naar de school sturen die bij je pa rochie hoorde. Dat gebeurde ook met Truus in 1946. De parochie school was een buurtschool, ge leid door nonnen, en zou nu een achterstandsschool genoemd wor den, omdat de school niet bleek op te leiden voor de middelbare school. De geschiedenis herhaalde zich niet letterlijk, maar ook hier zocht moeder Lien een manier om Truusje van school te halen en de zesde klas te laten doorlopen op een school die wél opleidde voor de middelbare school. Daarvoor moest dan wel de regel omzeild worden dat je als katholiek alleen naar je parochieschool mocht. Het laatste gebeurde. Truusje werd ingeschreven bij het gezin van een kennis die bij een ande re parochie hoorde. Zij ging van de ene op de andere dag naar een andere school die wel voor bereidde op het toelatingsexa men voor de middelbare school. Deze nieuwe lagere school lag in een heel andere buurt met grote re huizen en deftiger kinderen. Blijkbaar voelde Truus ook wel dat er op die school andere kin deren zaten dan op haar oude Afb. 6 Truus op de Bernadetteschool, 6e klas, 1951. school. Ze vertelde daarover: In [het begin van] de zesde klas la gere school, toen kwamen ze daar ineens achter.17 Truusje gaat zeker naar de mulo? Nee nee, zei pa, geen sprake van hè, want pa had natuurlijk wel iets van: die kinderen moeten hogerop als ik. En toen hebben ze... want ik had nog geen breuken gehad toen!... Nou toen moest ik naar een wat betere school, heel andere buurt, inderdaad een veel eh... ja chi quere buurt met chiquere kinde ren, daar zat bijvoorbeeld het kind van de burgemeester ook. En daar moest ik dan weer om acht uur naar toe, of weet ik hoe laat, kwart voor acht, want toen moest ik als de sodemieter breuken bijgespijkerd krijgen. Want je had toelatingsexamen toen nog. Ik had geen geschiedenis en aard rijkskunde gehad op een behoor lijke manier, dus moest ik, en dan allemaal in dat driekwart jaar, moest ik dat allemaal bijspijke ren. De vierde generatie: de achter kleindochters van oma: Lieneke en Marije Deze vierde generatie was nog erg jong op het moment van het interview. Lieneke was twaalf en Marije dertien. Hoe zij toen dach ten over het hoe en waarom van leren staat in deze paragraaf. Lieneke ging in 1975 naar een -41» J/. - /s-2^ J 40

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 16