De Waterschans nr. 1-2008 lijk dat je moest leren om de kost te verdienen, als je niet zou trou wen. Dat gold niet alleen voor oma, maar ook voor moeder Lien en zelfs toen ik als derde generatie ging studeren zei een leraar nog dat het een goede hu welijksmarkt was en de rector van het gymnasium, dat ik een negatieve bruidsschat mee zou brengen en dat iedereen zich dat wel moest realiseren, als ik van een beurs ging studeren. Ook werd het studeren gezien als een goede levensverzekering, maar nog steeds voor als je niet zou trouwen of weduwe werd. Waar niemand aan gedacht had, dus ook ik niet, dat je een vak kunt leren en de studie afmaken, maar als je daar jaren niet in gewerkt hebt, er vaak niet veel meer mee kunt. Daar werd nu zelfs voor gewaar schuwd in de brochure uit 1990, toen de wet op economische zelf standigheid voor meisjes inging. Bronnen: Noten: 40 1 9 6 8 - 2 OO 8 Bij het samenstellen van de educatieprojecten gaat Het Markiezenhof Historisch Centrum uit van het spreekwoordelijke 'al doende leert men'. Niet door het aanbieden van rigide kijk- en luisterpakketten maar door het uitzetten van pakkende activiteitenprogramma's met het middeleeuwse gebouw van Het Markiezenhof als inspirerende thuisbasis. Een 'eigen plek' waar leerlingen, vanaf de kleuterklas tot het eindexamen, samen kijken, filosoferen, ronddwalen, interpreteren, wegdromen, creëren maar vooral vertrouwd raken met geschiedenis, kunst en cultuur. KAARTEN OlPlTlAlF IEL| KAARTEN OP TAFEL In de leef- en belevingswereld van kinderen speelt de eigen om geving een belangrijke rol. Ken nis van de geschiedenis en de ruimtelijke inrichting kan bijdra gen aan een positieve waarde ring en actieve inzet voor het be houd en de ontwikkeling van de eigen omgeving. Oude en nieuwe (topografische) kaarten zijn een zeer geschikte bron om kennis van de historisch ruimtelijke ont wikkeling van de eigen omgeving bij leerlingen te vergroten. Kaar ten zijn dus geen doel op zich, maar praktische 'gereedschap pen' bij historisch geografisch onderzoek. Het lespakket 'Kaarten op Tafel' is naar aanleiding van de ten toonstelling 'West-Brabant a la Carte, drie generaties landmeters Adan', ontwikkeld door Het Oversticht, en door Het Markie zenhof Historisch Centrum en het Gemeentearchief Roosen daal omgezet naar onze regio. Hiervoor konden we putten uit een unieke collectie historische kaarten en plattegronden uit de achttiende en negentiende eeuw, vervaardigd door de West-Bra bantse familie Adan, en andere kaarten. Het lespakket bestaat uit twee fysieke onderdelen: een docen tenhandleiding en zeven op- 1968- 2008 41 Case, Patricia Ann, How to write your autobiography: Preserving your family heritage, Woodbridge Press Publishing Company, Santa Barbara California 93111. Essen, Mineke van, Opvoeden met een dubbel doel. Twee eeuwen meisjesonder wijs in Nederland, SUA Amsterdam 1990, ISBN 90 6222 190 4. Hagen, Jelle, Vragen over vroeger, Hand leiding voor het maken van Historische Interviews, Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Utrecht, 1998, ISBN 90- 71840-22-0. Laat, P. de, Psychodrama, een actiege- richte methode voor exploratie, reflectie en gedragsverandering, 2005, Koninklijke van Gorcum, Assen, ISBN 90 232 4184 3, NUR 777. Leune, 'Onderwijsexpansie in Ne derland, feiten, determinanten en waarde ring', in: Vrooman, J.C. Red., Moderne so ciale dilemma's, Actualiteitencolleges van de Nederlandse Sociologische Vereniging, SISWON/NSV, 1999, ISBN 90-6706-158-1. Mandemakers, Cees, 'Onderwijsdeelna me 1870-1990', in: Bie, Ronald van der, en Dehing, Pit (red.). Nationaal Goed, Feiten en cijfers over onze samenleving (ca.) 1800-1999,1999 CBS, Voorburg en Heerlen/Stichting beheer IISG, Amster dam, ISBN 90.6861.170.4. Stevens, Truus, Over honderd jaar is alles voorbij. Brieven uit de crisistijd 1928- 1936, Stichting Zuidelijk Historisch Con tact Tilburg, Tilburg 2005, ISBN 90- 70641-75-5. Studies uit Bergen op Zoom 10, Ge schiedkundige kring van Stad en Land van Bergen op Zoom 1996, dr. J.P.A. van Vugt, 'Broeders en Scholen in Bergen op Zoom', drs. J. Backx, 'Onderwijs is meer dan goud', drs. J. Kalker, 'Van handels school tot lyceum', ISBN 90-73437-21-0. Valken, M. red., Kroniek van Nederland, Amsterdam 1988. Volmuller, H.W.J., in samenwerking met de redactie van De Grote Oosthoek, Nij- hoffs Geschiedenislexicon, Nederland en België. 1. Valken, M. red., Kroniek van Nederland, Amsterdam 1988, pag. 799: In maart 1900 had juist de tweede kamer de Leerplichtwet aangenomen. Deze wet verplichtte alle kinderen, uiterlijk vanaf hun zevende jaar, zes jaar lang naar de lagere school te gaan. 2. Waar er dialect werd gesproken in de interviews is geprobeerd dit zo letterlijk mogelijk fonetisch weer te geven. 3. Mondelinge communicatie. 4. Deze gegevens zijn te vinden op de website van het Ministerie van OCW: www.minocw.nl. 5. Bron: www.geschiedenis.vpro.nl. 6. Bie, R. van der, en Dehing, P. "Nationaal Goed, feiten en cijfers over onze samenleving (ca) 1800-1999, hoofdstuk 10, 'Onderwijs deelname, 1870-1990', Cees Mandemakers, pag. 184. 7. 'Onderwijsdeelname, 1870-1990', Cees Mandemakers, pag. 184. 8. 'Onderwijsdeelname, 1870-1990', Cees Mandemakers, pag. 181. 9. Haar achterkleindochter Lieneke. 10. Deze paragraaf staat gedeeltelijk in het boek Truus Stevens, Over honderd jaar is alles voorbij, brieven uit de crisistijd 1928-1936. 11. In die tijd, het begin van de twintigste eeuw, werden kokoslopers met de hand "omgeboord": aan de kopse kant van de loper werd een band genaaid om deze af te werken: het was zwaar werk en ruw voor je handen; dit leverde 30 cent de meter op. 12. Van Dale: pompadoer; bont bedrukte of geweven stof. 13. De familie Juten was een vooraanstaande Bergse familie. Zij waren hoofdonderwijzer, leraar, wethouder. 14. Asselbergs was een ijzergieterij in Bergen op Zoom. 15. Als een kind vóór 1 oktober zes jaar werd, mocht het naar de eerste klas van de lagere school, de huidige groep drie. Truusje was 12 november jarig en mocht dat dus niet. 16. Blokken bouwen en andere kleuterdingen gebeurden ook nog, maar Truus maakte in haar kleuterklas ook de sommetjes van de eerste klas. 17. De ouders ontdekten pas op dat moment, dat de school niet opleidde voor middelbare school. 18. Basisschool: in 1986 werden de kleuterschool en de lagere school samengevoegd tot basisschool. Het basisonderwijs is bedoeld voor kinderen van vier tot twaalf jaar. Pas vanaf vijf jaar is een kind leerplichtig. Deze leerplicht duurt tot het zestiende jaar. Daarna heeft de leerling een kwalificatieplicht. Dit betekent dat de leerplicht verlengd wordt tot de dag dat de leerling een start kwalificatie heeft gehaald. Of tot de dag dat de leerling achttien jaar wordt. De leerling hoeft tussen zestien en achttien jaar niet per se fulltime naar school. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo 2, 3 of 4-diploma. 19. Mulo of ulo: de vroegere school voor 'meer' uitgebreid lager onderwijs. 20. Bij de sollicitatie was het duidelijk dat er verscheidene sollicitanten waren, maar Lien wist niet hoeveel. Dit werd haar niet ver teld. 21. Boekhandel in Bergen op Zoom. 22. Laurin was het derde kind van Lien en Nol. 23. Kees was het tweede kind. 24. In die tijd bestond een beurs meestal voor de helft uit een gift en voor de andere helft uit een renteloos voorschot van de staat. 40 werken met kaarten kaartlezen Titel, legenda, noordpijl en schaal Elke goede kaart heeft een titel, een legenda en (meestal) een noordpijl. De titel geeft aan over welk gebied de kaart gaat en vertelt iets over het onderwerp. In een legenda staat wat de kleuren en symbolen op de kaart betekenen, bijvoorbeeld een is een kerk Op kaarten is de bovenkant van het kaartblad meestal het noorden. Is dat niet zo, dan wijst een noordpijl waar het noorden is. Op oude kaarten zijn de titel, de legenda en de noordpijl vaak mooi versierd De schaal van een kaart Een kaart is een tekening van een stuk van het aardoppervlak. Die kaart is natuurlijk altijd kleiner dan de werkelijkheid. Deze verkleining heet de schaal De schaal kan op twee manieren worden aangegeven' in cijfers of met een schaalstokje. Soms staan op kaarten beide. Staat op de kaart: schaal 1:100.000, dan is de kaart 100.000 keer zo klein als in de werkelijkheid. Alles wat op die kaart staat is in werkelijkheid dus 100.000 zo groot. Op een kaart met een schaal van 1 200.000 bijvoorbeeld is 1 cm in werkelijkheid 200.000 cm of 2 km. Op een schaal stokje staat hoelang een bepaalde afstand op de kaart in werkelijkheid is, meestal in kilometers. Op oude kaarten staan soms ook andere maateenhe den, bijvoorbeeld '1 uur gaans' één uur lopen). Probeer bij die kaarten de loopafstanden om te rekenen naar kilometers. Een hint: als je normaal loopt, leg je in één uur ongeveer 5 km af. Opdracht 1 Op de achterkant van dit opdrachtenformulier staat een kaart van de landmetersfamilie Adan. Bekijk deze en beantwoord de onderstaande vra gen. 1Wat is de titel van de kaart? 2 Wat is de schaal van de kaart? 3 Hoeveel centimeter is 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid? 4. Hoeveel kilometer is dat? 5. In welk jaar is de kaart gemaakt? 6. Aan welke kant is het noorden? Mooi versierde titel op stadspattegrand x Routepunt Startpunt Tuinpadlocatie 1 km Verschillende t schaalstokje langrijke kaartelementen: De schaal in cijfers op de topografische kt verklaren Opdracht 2 Zoek in de Bosatlas de kaart Nederland provincies op 1. Wat betekent de dubbele rode streep op de kaart? 2. Wat betekent een kleine zwarte stip op de kaart? 3. Wat betekent een dikke grijze streep op de kaart? 4. Hoeveel steden zijn er in Noord-Brabant met 100.000 - 500.000 inwoners? Noem de namen van deze steden 5. Vlakbij Woensdrecht staat een vliegtuigje op de kaart. Wat betekent dit? 6 Wat is de schaal van deze kaart? 7 Hoeveel centimeter is 1 centimeter op de kaart in werkelijkheid? 8. Hoeveel kilometer is dit dan? 9. Pak een liniaal of geodriehoek. Meet op de kaart hoeveel centimeter het hemelsbreed is van Roosendaal naar Bergen op Zoom. 10. Hoeveel kilometer is het dan van Roosendaal naar Bergen op Zoom? 11 De afstand tussen Bergen op Zoom en Tilburg is over de weg veel groter. Hoe komt dat? idoen Opdracht 3 Stel je voor dat je werkt voor het tijdschrift 'Naar school in Nederland'. Van de hoofdredacteur krijg je de opdracht: 'maak een nauwkeurige platte grond van jouw school met in ieder geval daarop het schoolgebouw, het fietsenhok en het plein'. Meet met behulp van een meetlint de omtrek van de gebouwen en pleinen en teken die op schaal. Vergeet niet de titel, de legenda, de noordpijl en de schaal. Hiernaast staat een voorbeeld: Afb. 1 Binnenkant les 1 Werken met kaarten.

Periodieken

De Waterschans | 2008 | | pagina 21